Ruimtethermostaat instellen
1. De traploze draaischakelaar ruimtethermostaat (5) instellen
op de gewenste temperatuur.
ð De verwarming schakelt automatisch uit als de
ingestelde temperatuur is bereikt. Wordt de ingestelde
temperatuur onderschreden, dan schakelt de
verwarming weer in.
Ga als volgt te werk voor het vinden van de ideale
thermostaatinstelling:
1. Draai de draaischakelaar Ruimtethermostaat (5) naar de
hoogste stand.
ð Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, de
draaischakelaar ruimtethermostaat langzaam terug
draaien, tot de tuimelschakelaar
verwarmingsvermogen (4 en 6) niet meer brandt.
ð Het apparaat zal nu automatisch het gewenste
temperatuurniveau handhaven.
Automatische temperatuurregeling via ruimtethermostaten
• Bij het bereiken van de maximale bedrijfstemperatuur van
het warmtemedium op verwarmingsvermogen 3, verlaagt
het apparaat het vermogen naar niveau 2.
• Bij onderschrijden van de maximale bedrijfstemperatuur
van het warmtemedium op verwarmingsvermogen 3
schakelt de verwarming automatisch weer naar niveau 3.
• Is verwarmingsniveau 1 of verwarmingsniveau 2 ingesteld,
wordt de bedrijfstemperatuur van het warmtemedium niet
automatisch geregeld. Bij het bereiken van de gewenste
ruimtetemperatuur schakelt het apparaat volledig uit.
Vorstbeschermingsfunctie
Het apparaat heeft een vorstbeschermingsfunctie die voorkomt
dat de ruimtetemperatuur tot onder de
vorstbeschermingstemperatuur daalt. Ga als volgt te werk voor
het activeren van de vorstbeschermingsfunctie:
1. De tuimelschakelaar (6) naar de stand I draaien.
ð De tuimelschakelaar verwarmingsvermogen (6) brandt.
2. De traploze draaischakelaar ruimtethermostaat (5) naar de
stand - draaien.
ð In deze stand schakelt de ruimtethermostaat de
verwarming automatisch in als de ruimtetemperatuur
onder de vorstbeveiligingstemperatuur komt.
8
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
1. Het apparaat uitschakelen, door de tuimelschakelaar
verwarmingsvermogen (4) en tuimelschakelaar
verwarmingsvermogen (6) de naar de stand 0 te
schakelen.
2. De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de netstekker vast te pakken.
3. Laat het apparaat voldoende afkoelen.
4. Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
5. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
Defecten en storingen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden waarvoor het openen van het
apparaat noodzakelijk is, mogen uitsluitend door
geautoriseerde vakbedrijven of door Trotec worden
uitgevoerd.
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat maakt na het inschakelen geluid:
• Het warmtemedium olie zet uit door het verwarmen. Dit
veroorzaakt geluid. Dit is een normaal proces. Er zijn geen
maatregelen noodzakelijk.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen. Constateert u beschadigingen, probeer
dan niet het apparaat weer in gebruik te nemen. Bestel bij
Trotec een nieuw netsnoer met netstekker en vervang
hiermee het defecte netsnoer met netstekker.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat
heeft mogelijk uitgeschakeld, omdat de gewenste
ruimtetemperatuur is bereikt.
• Controleer of het apparaat rechtop en op een vlakke
ondergrond staat. De kantelbeveiliging kan geactiveerd
zijn, omdat het apparaat omver gestoten is. Plaats het
apparaat altijd op een geschikte en volledig vlakke
ondergrond.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd
(zie het hoofdstuk veiligheid).
olieradiator TRH 27 E
NL