Systeemprincipe -
gesloten expansievat
Volgens norm NEN-EN12828 moet aan de volgende systeemvereisten
worden voldaan:
•
Het ontwerp van de veiligheidsklep en de veiligheids-, inlaat- en afvoerleiding
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant
van de klep en met de toepasselijke normen.
•
Stoom of vloeistof die uit de veiligheidsklep ontsnapt, moet veilig worden
afgevoerd.
•
Veiligheids-, inlaat- en afvoerleidingen moeten stabiel en vorstvrij worden
geïnstalleerd.
•
Afvoerleidingen moeten zo worden geplaatst dat er geen water in de leiding blijft
staan.
•
Als de locatie van de ketel hoger is dan de belasting, moet er een niveaumonitor
of een lagedrukschakelaar worden geïnstalleerd.
•
Installeer de veiligheidsleiding rechtstreeks op
de toevoerleiding na de aansluiting van de
ketel.
•
Installeer altijd automatische ontluchting op
systemen met een gesloten expansievat,
anders kunnen de verwarmingselementen
beschadigd raken.
•
Installeer altijd een veiligheidsklep op
systemen met een gesloten expansievat.
Installeer de veiligheidsklep na het
ontluchtingsventiel op de veiligheidsleiding.
•
Installeer het gesloten expansievat op de
retourleiding.
•
Na installatie of vervanging van
ketel/expansievat moet het systeem altijd
worden gecontroleerd door gekwalificeerd
personeel voordat de gebruiker het systeem in
gebruik neemt.
17