Inhoudsopgave
Advertenties
Koppelen met
Als u uw
-apparaat met het instrument wilt verbinden via
u eerst het apparaat met het instrument koppelen.
Zodra het
-apparaat met dit instrument is gekoppeld, hoeft u het koppelen
niet meer opnieuw uit te voeren.
1
Houd [FUNCTION] 3 seconden ingedrukt.
Het instrument gaat in de koppelmodus. Tegelijkertijd knippert het
bt
(
) en '
' verschijnt op het scherm. Druk op [
koppelen te annuleren.
2
Schakel de
selecteer 'N1X' in de lijst met verbindingen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
Als het koppelen gereed is, gaat het
boodschap en wordt het scherm donker.
3
Speel audiodata af op het
ingebouwde luidsprekers van het instrument het audiogeluid kunnen
uitvoeren.
Wanneer u het instrument de volgende keer inschakelt, maakt het laatst verbonden
-apparaat automatisch verbinding met het instrument als de
functie van het apparaat en het instrument is ingeschakeld. Als niet automatisch
verbinding wordt gemaakt, selecteert u de modelnaam van het instrument in de lijst
met verbindingen op het apparaat.
De
-functie in-/uitschakelen
De
-functie wordt standaard geactiveerd zodra u het instrument inschakelt. U kunt de functie ook
uitschakelen als u de verbinding tussen het instrument en het
proberen het apparaat opnieuw te verbinden met het instrument etc.
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk herhaaldelijk op de toets F6 (indien nodig).
-apparaten
Knippert.
Verschijnt op het scherm.
-functie op het
-apparaat voor meer informatie.
-lampje (
-apparaat om te controleren of de
, moet
-lampje
>
o
/
] (Play/Pause) om het
bt
-apparaat in en
) branden, verdwijnt de
-
-apparaat wilt verbreken, of wanneer u wilt
Hoogste toets (C7)
F6
N1X
Verbindingen
Pairing (Koppelen)
'Pairing' houdt in dat u smart-apparaten
met
-functie registreert op dit
instrument, zodat de twee apparaten elkaar
herkennen en draadloze communicatie tot
stand kan worden gebracht.
OPMERKING
Er kunnen tot 8
-apparaten met dit
instrument worden gekoppeld, maar u kunt
slechts één tegelijk op dit instrument
aansluiten. Wanneer de koppeling met het
9e
-apparaat tot stand is gebracht,
worden de koppelingsdata voor het
apparaat met de oudste koppelingsdatum
verwijderd.
OPMERKING
Wanneer de
-functie van dit
instrument op 'Off' is ingesteld, wordt de
stand-bystand voor het koppelen met het
instrument niet ingeschakeld wanneer u
[FUNCTION] 3 seconden ingedrukt houdt.
Stel in dit geval
in op 'On' (Zie
hieronder) en begin daarna te koppelen.
OPMERKING
• Voltooi de instellingen op het
-
apparaat binnen 5 minuten. Als er
vijf minuten zijn verstreken, sluit de
koppelmodus automatisch af en gaat
het
-lampje (
) uit.
• Als u een sleutel moet invoeren, voert
u de cijfers '0000' in.
OPMERKING
U kunt het volume van het geluid dat via
wordt ingevoerd, aanpassen
met behulp van de [MASTER VOLUME]-
regelaar. Als u de volumebalans tussen
uw toetsenspel en het geluid ingevoerd
via
wilt aanpassen, past u het
volume op het
-apparaat aan.
• 41
Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
