4. Controleer of de netspanning en -frequentie overeenkomen met die op het typeplaatje
van de pomp.
5. Breng het deksel van het voorfilter weer aan en schroef het stevig vast. Vergeet niet eerst
de afdichting in de behuizing aan te brengen (afb. 5).
- Stel de pomp niet in bedrijf zonder eerst het voorfilter met water te vullen. Anders kan de
mechanische pakking beschadigd raken, met waterverlies als gevolg.
- Controleer of de motor in de juiste richting draait. Let daarvoor op de ventilator aan de achterkant
van de motor, die te zien is via het kijkgat in het deksel van de ventilator (afb. 6).
INBEDRIJFSTELLING
- Open alle kleppen en sluit de motor aan.
- Activeer de zelfaanzuigende modus en wacht totdat deze voltooid is.
5. ONDERHOUD
Doe het volgende ongeveer om de 100 bedrijfsuren, afhankelijk van de zuiverheid van het water:
- Maak de mand van het voorfilter regelmatig schoon om drukdalingen te voorkomen. Let op dat
u tijdens het schoonmaken nergens tegenaan stoot met de mand, om te voorkomen dat deze
breekt.
- Als de pomp stilvalt, moet u controleren of het ampèreverbruik van de motor gelijk is aan of lager
dan het verbruik dat is aangegeven op het typeplaatje van de fabrikant. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde technische hulpdienst als u deze informatie niet terugvindt.
- Maak de pomp leeg als deze langere tijd niet in gebruik zal zijn, vooral in koude landen met kans
op vorst.
- Verwijder de aftapdop om de pomp leeg te maken.
- Telkens wanneer u het voorfilter opent, moet u de afdichting en de behuizing schoonmaken,
zodat het deksel weer waterdicht kan wordt afgesloten (afb. 5).
Installatie- en algemeen onderhoudshandleiding
- ZWEMBADPOMPEN
59