Buitenbedrijfstelling/uitschakelen
4.3.2 Belangrijke instellingen voor het warmwatersy-
steem
De instellingen in het menu warmwater moeten bij de inbedrijf-
name in ieder geval worden gecontroleerd en eventueel worden
aangepast. Alleen zo wordt de goede werking van de warmwa-
tervoorziening gewaarborgd.
▶ Instellingen in het menu warmwatersysteem I ... II controle-
ren ( hoofdstuk , pagina 23).
Als er een verswatersysteem geïnstalleerd is:
▶ Bijkomende instellingen in het menu warmwatersysteem I
controleren ( technische documentatie van het zonnesy-
steem en het verswaterstation/woningstation).
4.3.3 Belangrijke instellingen voor het zonnesysteem
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer het zonnesy-
steem overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd. Meer
details vindt u in de technische documentatie zonnemodule.
▶ Instellingen in het menu zonne controleren
( hoofdstuk 6.3, pagina 27 en technische documentatie
van het zonnesysteem).
4.3.4 Belangrijke instelling voor andere systemen of toe-
stellen
Wanneer er in de installatie bepaalde andere systemen of toe-
stellen geïnstalleerd zijn, zijn er bijkomende menupunten be-
schikbaar. De volgende systemen en apparaten zijn mogelijk:
•
Brandstofcel
•
Hybride systeem
•
Cascades
•
Ventilatie
Neem de desbetreffende technische documentatie van het sys-
teem of het toestel en hoofdstuk 6.4, pagina 27 in acht om de
goede werking te garanderen.
4.4
Functietesten uitvoeren
Benader de functietesten via het diagnosemenu. De ter be-
schikking staande menupunten zijn sterk afhankelijk van de ge-
ïnstalleerde installatie. U kunt bijvoorbeeld onder dit menu
testen: brander: Aan/Uit ( hoofdstuk 6.5.1, pagina 28).
4.5
Controleren monitorwaarden
Bekijk de monitorwaarden via het menu Diagnose (nadere in-
formatie hoofdstuk 6.5.2, pagina 28, menustructuur
hoofdstuk 10, pagina 36).
4.6
Overdracht van de installatie
▶ Waarborg, dat op de warmtebron geen begrenzing van de
temperaturen voor verwarming en warm water is ingesteld.
Alleen dan kan de bedieningsunit C 400/C 800 de warm-
water- en aanvoertemperatuur regelen.
12
▶ Geef de contactgegevens van de bevoegde vakman in het
menu Diagnose > Onderhoud > Contactadres in, bijv. be-
drijfsnaam, telefoonnummer en adres of e-mailadres
( hoofdstuk "Contactadres", pagina 30).
▶ Leg de klant de werking en de bediening van de bedienings-
unit en de accessoires uit.
▶ Informeer de klant over de gekozen instellingen.
Wij adviseren, deze installatie-instructie aan de klant te over-
handigen.
5
Buitenbedrijfstelling/uitschakelen
De bedieningsunit wordt via de BUS-verbinding van stroom
voorzien en blijft continu ingeschakeld. De installatie wordt al-
leen bijvoorbeeld voor onderhoud uitgeschakeld.
▶ Schakel de gehele installatie en alle BUS-deelnemers span-
ningsloos.
Na een langdurige stroomuitval of uitschakelen moeten eventu-
eel de datum en de tijd weer opnieuw worden ingesteld. Alle an-
dere instellingen blijven permanent behouden.
6
Servicemenu
Overzicht servicemenu Pagina 36.
▶ Druk de toets menu in als de standaardweergave actief is
en houd hem gedurende ca. drie seconden ingedrukt, tot
het menu Servicemenu getoond wordt.
▶ Verdraai de keuzetoets om een menupunt te kiezen.
▶ Druk op de keuzetoets om het gekozen menupunt te ope-
nen, het invoerveld voor een instelling te activeren of een
instelling te bevestigen.
▶ Druk de toets d in om de actuele instelling te annuleren of
het actuele menupunt te verlaten.
De fabrieksinstellingen zijn geaccentueerd weergegeven. Bij
een paar instellingen is de fabrieksinstelling afhankelijk van de
aangesloten warmtebron. Bij de betrokken instellingen zijn de
fabrieksinstellingen weergegeven.
CR 400/CW 400/CW 800 – 6721854429 (2021/01)