Deze functie kan worden gebruikt om het volgende te onderhouden:
Relatieve vochtigheidsgraad toevoerlucht (RV) – er is een op het kanaal gemonteerde vochtigheidssensor voor de toevoerlucht
•
nodig. De streefwaarde voor de luchtvochtigheid is ingesteld in %RV.
Absolute vochtigheidsgraad toevoerlucht (AH) – er is een op het kanaal gemonteerde vochtigheidssensor voor de toevoerlucht
•
nodig. De streefwaarde voor de luchtvochtigheid wordt ingesteld in g/m
Relatieve vochtigheid binnenlucht – bij gebruik van twee vochtsensoren. De binnenlucht- (of afvoerlucht-) sensor meet het gewenste
•
vochtigheidsniveau in de ruimte, terwijl de toegevoerde luchtvochtigheid beperkt is volgens de meetwaarden van een kanaalgemon-
teerde vochtsensor.
Instellingen voor de luchtvochtigheidsregelingsfunctie en het type luchtbevochtiger/ontvochtigerregeling wordt geselecteerd tijdens
het bestellen van de luchtbehandelingskast. Later kunnen deze instellingen alleen door een servicevertegenwoordiger worden gewijzigd.
Luchtvochtigheidssregelingsfunctie heeft ook voorrang op de AQC-functie. Voor informatie over het instellen van een gewenste vochtig-
heidswaarde zie hoofdstuk "Regeling en instellingen".
3.2. Extra zoneregeling (ZN)
Met deze functie kunnen tot drie verschillende temperatuurzones met één luchtbehandelingskast worden geregeld. De temperatuur
van de hoofdzone wordt gehandhaafd door geïntegreerde verwarmingen/koelers. De temperatuur in andere zones wordt gehandhaafd door
aangesloten extra zonemodules
temperatuurzone zal ook een aparte temperatuursensor hebben en een aparte instelling voor de gewenste temperatuur die de gebruiker kan
instellen met het bedieningspaneel.
Een extra zonemodule kan ook verwarmers/koelers aansturen die in dezelfde toevoerluchtstroom zijn geïnstalleerd, wanneer meer
verwarmings-/koelingsvermogenstrappen nodig zijn of een voorverwarmer is aangesloten stroomopwaarts van de luchtbehandelingskast.
Voor meer informatie over deze functie en de aansluiting van verwarmings-/koelapparaten, zie "Extra zonebesturing C5"
Instructiehandleiding.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van een gewenste temperatuurwaarde zie hoofdstuk "Regeling en
instellingen".
3.3. Gecombineerde waterluchtverwarmer/koeler
Het is mogelijk om slechts één waterluchtverwarmer en één leidingeenheid (mengklep, klepaandrijving, circulatiepomp) te gebruiken,
zowel voor het verwarmen als voor het koelen. Voor een goede werking van de functie is een extra extern signaal (bijv. van een thermostaat)
nodig om te kunnen schakelen tussen de verwarmings- en de koelmodus (zie "Installatiehandleiding").
Deze functie wordt vooraf besteld en gecon gureerd in de fabriek. Later kunnen deze instellingen alleen worden gewijzigd door een
servicevertegenwoordiger.
3.4. Regeling van directe verdamping (DX) apparaten
Wanneer de kast wordt besteld met een extra directe verdamping (DX) spoel, wordt een functie voor het regelen van een extern DX-blok
ingeschakeld. Er zijn verschillende manieren om het DX-blok aan te sturen:
•
Gemoduleerde regeling - DX-blok wordt geregeld door een 0..10 V-signaal.
•
Stapregeling - er worden START/STOP-apparaten van het type DX gebruikt.
Deze functie wordt vooraf besteld en gecon gureerd in de fabriek. Later kunnen deze instellingen alleen worden gewijzigd door een
servicevertegenwoordiger.
3.5. Bewaking waterdebiet
De bewaking van het waterdebiet is bedoeld als extra beveiliging van een waterluchtverwarmingsspoel. Een debietsensor meet het
waterdebiet en geeft een signaal zodra het debiet onder een kritieke grens daalt of volledig stilvalt. De luchtbehandelingskast wordt dan
uitgeschakeld en het bedieningspaneel geeft een storing weer.
Het waterdebiet kan om verschillende redenen dalen, zoals een defecte waterpomp of verstopte klep. Een verminderd waterdebiet is
erg gevaarlijk bij lage buitentemperaturen omdat het water dan kan bevriezen en de warmtewisselaar beschadigen. Als deze functie vooraf
is besteld, wordt de luchtbehandelingskast voorzien van een waterdebietsensor en een 3-wegklep voor de installatie ervan. Voor meer infor-
matie verwijzen we naar "Handleiding bewaking waterdebiet".
1
Afzonderlijk te bestellen.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_24-10
1
, die worden gebruikt voor het aansturen van kanaalgemonteerde verwarmings-/koelapparaten. Elke extra
3
of g/kg.
9