Hoofdstuk 2 Installatie
2-5 Het apparaat inschakelen
Als u de computer en de scanner inschakelt herkent de Plug-and-Play-functie van Windows de
scanner en zal het vereiste stuurprogramma automatisch worden geïnstalleerd.
ATTENTIE
• Als de scanner via een SCSI-kabel op de computer is aangesloten moet éérst de scanner
worden ingeschakeld en daarna de computer. Als de computer eerst wordt ingeschakeld
wordt de scanner wellicht niet juist door de computer herkend.
• Wacht na het uitschakelen altijd minstens 10 seconden voordat u weer inschakelt.
• Als de scanner langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan om veiligheidsredenen het
netsnoer uit het stopcontact.
Scannerherkenning
De scanner wordt herkend als deze voor het eerst op de computer wordt aangesloten.
1
Zorg ervoor dat de computer en scanner juist op elkaar zijn aangesloten.
2
Druk op de stroomschakelaar om de scanner in te schakelen.
Het aan-/uitlampje licht groen op.
Aan-/uitlampje
3
Schakel de computer in.
4
Meld u aan bij Windows met een account die over systeembeheerdersrechten beschikt.
5
Windows herkent de DR-6010C automatisch en de installatie van het
apparaatstuurprogramma begint.
Windows Vista
Windows 2000
Stroomschakelaar
AAN
2-14