Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
15
16
17
19
20
18
- Schakel de ontsteking uit. Wipschakelaar (16) op „0".
- Zet de drukregelaar (4) op maximale druk (zie bene-
den) en sluit de reinigingsmiddelklep (20).
- Zet het pistool open en schakel de hoofdschakelaar
(15) in.
De hogedrukpomp drukt nu de lucht uit de leidingen, na
korte tijd vormt zich de hogedrukstraal en de werkdruk
wordt snel bereikt.
Wanneer het systeem ontlucht moet worden (apparaat
ratelt) het pistool meermaals openen en sluiten.
OPGELET
Na langere stilstand de hogedrukstraal niet meteen op het te
reinigen object richten omdat het in het apparaat bevindende
restwater verkleurd kan zijn.
Drukinstelling
Met de drukregelklep (4) direct aan de
pompkop kan de werkdruk worden ingesteld.
Het toestel is van een totaal-stop-systeem voorzien.
Als het pistool langer dan 20 sekonden gesloten blijft , wordt de
het apparaat automatisch uitgeschakeld, na 20 minuten volgt de
veiligheidsuitschakeling en moet het apparaat met de hoofdscha-
kelaar opnieuw gestart worden. Als het pistool opnieuw wordt
geopend, wordt ook het toestel automatisch opnieuw gestart
indien de hoofdschakelaar ingeschakeld is.
14
4
naar links:
naar rechts:
min.
max.
Inbedrijfstelling
Gebruik als koud water hogedrukreiniger
- Contact op „uit" (off) zetten. Wipschakelaar (1A) op „0".
- Met reiniging beginnen.
Gebruik als warmwater hogedrukreiniger
- Zet de thermostaat op de gewenste temperatuur. Min. 40 °C en zet de
ontsteking op „aan" (ON) (wipschakelaar). De oliebrander springt nu aan. Het
water wordt verhit en op de temperatuur gehouden die u hebt ingesteld.
Tijdens bedrijf met hoge druk (hoger als 30 bar) mag de temperatuur niet
hoger zijn als 90 °C.
Damptrap
Om de damptrap te bereiken, d.w.z. watertemperatuur hoger als 90 °C, reguleert
u de druk resp. de waterhoeveelheid met het handwiel ( 4 ) naar onder en kiest
u de gewenste temperatuur tot maximaal 150 °C. Het water wordt verhit en op de
temperatuur gehouden die u heeft ingesteld.
Tijdens dampwerkzaamheden mag de druk niet hoger zijn als 30 bar.
Gebruik met reinigingsmiddelen
- Het reinigingsmiddel moet neutrale ph-waarde 7-9 hebben
- Wacht tot de pomp de lucht uit de leidingen heeft gedrukt.
- Steek de chemische zeef in een reservoir met reinigingsmiddel.
- Draai de reinigingsmiddelkraan (20) open. De pomp zuigt nu het reinigingsmiddel
aan en mengt dit bij de hogedrukstraal.
- Stel de gewenste reinigingsmiddelconcentratie in.
-
Na beeindiging van de arbeid met reinigingsmiddelen de draaiknop terug
op "0" stellen.
- Bij gebruik van de hogedrukreiniger met open chemieventiel zonder
chemiemiddelen zuigt de pomp lucht aan. Schade die hierdoor ontstaat
valt niet onder de garantie.
Let op de milieuvoorschriften voor de gebruikte additieven (b.v.
beschermende kleding en milieubeschermingsmaatregels). Gebruik
enkel additieven die voor het gebruik met een hogedrukreiniger
toegelaten zijn. Het gebruik van andere middelen kan de veiligheid
van het apparaat beperken.
Om het milieu en uw portemonnee te sparen, adviseren wij u een
spaarzaam gebruik van reinigingsmiddel. Neem de adviezen van de
reinigingsmiddelfabrikant in acht.
Spoel na het gebruik van reinigingsmiddelen de hogedruk reiniger
bij opengezet pistool gedurende ca. 2 minuten.
15