12.3 Wasmiddelvakjes. Gebruik en additieven
1. Doseer de gespecificeerde wasmiddelen
en de wasverzachter.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in
de juiste vakjes.
3. Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
Volg altijd de instructies op die u op de
verpakking van het wasmiddel aantreft.
We raden u wel aan het maximaal
aangegeven niveau niet te overschrijden.
Deze hoeveelheid zal u echter de beste
wasresultaten geven.
22
NEDERLANDS
Vakje voor het voorwasmiddel, weekprogramma of de vlekkenverwijderaar.
Vakje voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Maximaal niveau voor vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
LET OP!
Zorg dat er geen wasgoed tussen de
deur klemt om het risico op waterlekkage
en schade aan het wasgoed te
voorkomen.
Het wassen van hele vette of olieachtige
vlekken kan schade aan de rubberen
delen van de wasmachine veroorzaken.
Verwijder na de wascyclus indien vereist
achtergebleven wasmiddel uit het
wasmiddelvakje.
12.4 Positie van de wasmiddelklep
1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo ver
mogelijk naar buiten.