1.6
Inleiding tot de monitor
1.6.1
De bedieningsknoppen gebruiken
Gebruik de bedieningsknop achterop de monitor om de beeldinstellingen
aan te passen.
1.
Voedingsindicator:
• De kleurendefinitie van de stroomindicator staat in de onderstaande
tabel.
Status
Wit
Amberkleurig
Uit
2.
Centrale knop:
• Druk op deze knop om het OSD-menu te openen.
• Druk op deze knop om de monitor aan te zetten wanneer het is
uitgeschakeld.
3.
Toets Links:
• Het OSD-menu afsluiten of terugkeren naar de vorige laag.
4.
Toets Rechts:
• Snelkoppelingstoets Uitschakelen.
• Naar de optie van de volgende laag gaan.
5.
Toets Omhoog:
• Sneltoets selecteren invoeren.
• De optie omhoog verplaatsen of de optiewaarde vergroten.
6.
Toets Omlaag:
• Sneltoets Helderheid:
• De optie omlaag verplaatsen of de optiewaarde verkleinen.
• Sneltoets Toetsvergrendeling. Houd het 5 seconden ingedrukt om
Toetsvergrendeling in of uit te schakelen.
1-6
5
3
6
Beschrijving
Aan
Stand-by-modus
Uit
2
4
Hoofdstuk 1: Kennismaking met het product
Menu
Sluiten
Uitschakelen
Ingangsselectie
Helderheid
1