GMR 3035 Condens GMR 3035 Combi Condens
180411 - 121955-001-AC
n COR.RUIMTEV.
Voor het aanpassen van de invloed van de kamertemperatuursensor
op de watertemperatuur van de betreffende kring.
Niet in aanmerking genomen (afstandsbediening op een plaats zonder
0
invloed geplaatst)
In zwakke mate in aanmerking genomen
1
Normaal in aanmerking genomen (aanbevolen)
3
10 Werking type kamerthermostaat
n NACHT
Deze parameter wordt weergegeven indien minstens één
kring geen kamertemperatuursensor heeft.
Voor de kringen zonder kamertemperatuursensor:
4 NACHT:VER. (Verlaging): De verlaagde temperatuur wordt
aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring
werkt permanent.
4 NACHT:STOP (Uit): De verwarming wordt uitgeschakeld tijdens
de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de installatie
actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand gehouden
tijdens de nachtperiodes.
Voor de kringen met kamertemperatuursensor:
4 Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan de richtwaarde
van de omgevingssensor: De verlaagde temperatuur wordt
aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring
werkt permanent.
4 Wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan de richtwaarde
van de omgevingssensor: De verwarming wordt uitgeschakeld
tijdens de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de
installatie actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand
gehouden tijdens de nachtperiodes.
n Functie 0-10 V
Deze functie laat toe de ketel te bedienen via een extern systeem die
een uitgang 0-10 V bevat verbonden met de ingang 0-10 V. Deze
bediening legt de ketel een ingestelde temperatuur op. Men moet er
voor zorgen dat de parameter MAX.KETEL TEMP. hoger is dan
CONS.MAX 0-10V.
5. Inbedrijfstelling
93