3
Selecteer de burst-beeldengroep en druk dan op [MENU/
SET].
•
Er worden beelden binnen de groep afgebeeld.
4
Selecteer het beeld en bewerk het.
Zie voor details over de verschillende wijzen van
beeldbewerking "Het functiemenu [AFSPELEN] gebruiken"
(P141).
∫ Bewerken van burst-beeldengroepen
Alle beelden in de burst-beeldengroep worden in één keer bewerkt.
•
Voor burstbeeldgroepen, kan het volgende bewerkingsmenu gebruikt worden.
–
[TITEL BEW.] (P143), [TEKST AFDR.] (P145), [FAVORIETEN] (P149), [PRINT INST.] (P151),
[BEVEILIGEN] (P152), [GEZ.HERK. BEW.] (P153)
1
Selecteer [AFSPELEN] op het functiemenu en druk
vervolgens op 1 . (P53)
2
Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3
Selecteer een beeld met het burst-icoon [˜] A en bewerk het.
•
U kunt meerdere beelden van een burst-beeldengroep selecteren
en andere beelden door [MULTI] te selecteren bij stap
Zie voor details over de verschillende wijzen van beeldbewerking
"Het functiemenu [AFSPELEN] gebruiken" (P141).
∫ Over de weergave van de iconen [FAVORIETEN], [PRINT INST.] en [BEVEILIGEN]
tijdens het afspelen van een burst-beeldengroep.
Als [FAVORIETEN]
welk beeld in een burst-beeldengroep ingesteld wordt, zullen de volgende iconen op het
bovenste scherm van de groep getoond worden.
Beginscherm voor
burstbeeldgroep
A Het totaalaantal van alle beelden dat opgeslagen is in de burstbeeldgroep.
B Aantal beelden in een bepaalde burst-beeldengroep zal de instelling ondergaan.
C Totale aantal afdrukken voor de gehele burst-beeldengroep.
•
Als bijvoorbeeld in een groep 2 burst-beelden 3 keer afgedrukt moeten worden, dan zal
hier een "6" verschijnen.
Aantekening
•
[BIJSNIJD.] en [ASPECT CONV.] is niet mogelijk om in één keer op een burst-beeldengroep uit
te voeren.
, [PRINT INST.]
(P149)
[FAVORIETEN]
2
.
of [BEVEILIGEN]
(P151)
[PRINT INST.]
Afspelen/Bewerken
A
voor ongeacht
(P152)
[BEVEILIGEN]
VQT3A43
139