3
Overzicht van kalibratie
Kalibratie
Het verkrijgen van de meest aanvaardbare afdrukkwaliteit op uw
printer is van een aantal zaken afhankelijk. Een van de
belangrijkste kwesties is een evenwichtige toner dichtheid. Toner
dichtheid wordt beïnvloed door veel factoren, zoals hitte,
vochtigheid en service-instellingen. Toner dichtheid kan ook
variëren. Dergelijke variaties zijn niet helemaal te vermijden, maar
u kunt het kalibratieproces uitvoeren om deze te compenseren.
Het kalibratieproces bestaat uit het maken van kalibratietabellen
die worden toegewezen aan een specifieke materiaalsoort en een
specifieke rastermethode.
U kunt op een van de volgende manieren kalibratiecurves maken:
Kalibratie vanaf de glasplaat: biedt u de mogelijkheid om de
●
scannerplaat te gebruiken voor het maken van
kalibratietabellen.
X-Rite i1-spectrofotometer: biedt u de mogelijkheid een
●
kleurendiagram af te drukken, de stromen kleurvlakken in het
kleurendiagram te scannen en een kalibratietabel te maken op
basis van de gescande metingen.
De CX-printserver gebruikt de gegevens van deze tabel om de
verschillen tussen het werkelijke, gemeten dichtheidsniveau en het
doeldichtheidsniveau te compenseren.
U moet in de volgende gevallen kalibratietabellen maken:
Om de 24 uur, om mogelijke variaties in toner te compenseren
●
Als u een nieuwe papierstapel gebruikt
●
Als afdrukken "kleurzwemen" hebben
●
Na apparatuuronderhoud of hardwarewijzigingen
●
Bij hoge schommelingen in de temperatuur en vochtigheid
●
In het venster Jobparameters onder Kleur > kalibratie is de optie
Gekoppeld standaard geselecteerd. Een job die voldoet aan de
materiaalkenmerken en rastering die u tijdens het kalibratie hebt
geselecteerd, wordt automatisch aan die kalibratietabel
toegewezen of gekoppeld. Wanneer u uw job voor het afdrukken
verstuurt, wordt de kalibratietabel die aan de geselecteerde
materiaalsoort en rastering is gekoppeld, automatisch voor het
afdrukken van de job gebruikt.