Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
Ø
In het dagelijkse gebruik
Ø
Ø
²
De instelling (aan/uit) en de gekozen doseerstand van i-DOS
w
wijziging bewaard, ook wanneer de machine wordt
uitgeschakeld.
34
Uitsluitend vloeibare en gel-achtige producten gebruiken die
geschikt zijn voor dosering via de wasmiddellade.
Alleen zelfvloeiende vloeibare producten en gels gebruiken
die door de fabrikant worden aanbevolen voor toevoeging
in een wasmiddellade.
Verschillende vloeibare wasmiddelen niet mengen. Het
doseerreservoir geheel leegmaken wanneer men van
wasmiddel verandert (type, fabrikant, ...). ~ Blz. 42
Geen oplosmiddelhoudende, bijtende of desinfecterende
middelen (bijv. bleekwater) gebruiken.
Wasmiddel en wasverzachter niet mengen.
Geen te lang bewaarde en sterk ingedikte producten
gebruiken.
Om opdrogen te voorkomen het vuldeksel niet langere tijd
open laten staan.
Indicatielampjes aan de greep van de lade
– De indicatie brandt als de intelligente dosering voor het
bakje is gekozen. Bij het gecombineerde reservoir
brandt het indicatielampje van de desbetreffende
reservoirinhoud (
wasmiddel).
– De indicatie knippert wanneer de intelligente dosering is
geselecteerd en het minimum vulniveau van het reservoir
is onderschreden.
– De indicatie knippert kort als de lade er correct is
ingeschoven.
Intelligente dosering kiezen en opheffen/dosering aanpassen
De intelligente dosering van wasmiddel en wasverzachter is
in alle toegestane programma's, zie ~ Blz. 22 en verder, in
de fabriek gekozen worden. De standaarddosering voor
wasmiddel is ingesteld op licht (licht vervuild wasgoed) en
die voor wasverzachter is ingesteld op norm. (normaal
vervuild wasgoed); dit kan voor elk afzonderlijk programma
worden gewijzigd. Zie ~ Blz. 17 en verder
Naast de intelligente dosering kunnen, indien nodig, andere
wasverzorgingsmiddelen (bijv. vlekkenzout) met de hand via
bakje
gedoseerd worden. ~ Blz. 37
u v
en i-DOS
blijven per programma tot aan de volgende
w
voor wasverzachter/
i
/
i
w
voor
w
/
M