Inhoudsopgave
Advertenties
4. OPERATIE
Om letsel te voorkomen:
a. AAN- EN UITZETTEN
Knijp de trekker niet in terwijl de grastrimmer/edger omgekeerd staat.
Houd de vergrendelknop van de aan/uit-trekker ingedrukt, fig.
Draag de grastrimmer niet met uw vinger op de schakelaar. Voorkom onbedoeld
14. Druk de aan/uit-knop in, fig. 15.
starten.
Let op: Wacht altijd 5 seconden of langer voordat de maaidraadspoel stopt met
draaien nadat u de trekker hebt losgelaten. Keer de grastrimmer/edger niet om en
plaats uw handen niet onder de beschermkap totdat de maaidraadspoel volledig tot
stilstand is gekomen.
b. VOORBEREIDING OP HET WERK
Zorg ervoor dat de batterij niet in het compartiment zit.
Alvorens met het werk te beginnen:
Controleer of de trekkerschakelaars en de veiligheidsschakelaar vrij bewegen zonder te
forceren en automatisch en snel terugkeren naar hun neutrale stand;
Controleer of de koelingsopeningen niet geblokkeerd zijn;
Controleer of de handgrepen en beschermingsmiddelen schoon en droog zijn, correct zijn
gemonteerd en goed aan het gereedschap zijn bevestigd;
Controleer of het gereedschap geen tekenen van slijtage of schade vertoont door stoten
of andere oorzaken, en voer de nodige reparaties uit.
Controleer of de batterij in goede staat is en geen tekenen van schade vertoont. Gebruik
het gereedschap nooit met een beschadigde of versleten batterij;
Laad de batterij op volgens de instructies in het hoofdstuk over opladen.
c. SNOEIEN EN AFKANTEN
Voor het meest effectieve trimmen van gras moet u ervoor zorgen dat het apparaat op
volle snelheid werkt en vervolgens langzame ondiepe vegen van de draad gebruiken,
waarbij u ervoor moet zorgen dat u het apparaat niet overbelast door te snel te knippen of
door zwaar terrein te knippen.
Zorg ervoor dat het werkgebied vrij is van stenen, puin, lijnen en andere vreemde
voorwerpen. Start het gereedschap voordat u het te maaien gras nadert.
Maai het gras door het gereedschap van rechts naar links te zwaaien en ga langzaam te
werk terwijl u de trimmer onder een hoek van ongeveer 30° naar voren houdt. Lichte
sneden zijn beter dan zware sneden, omdat het gemaaide gras dan van de spoel valt en
de spoel niet verstopt raakt.
Hoog gras moet in lagen worden gemaaid, altijd vanaf de bovenkant. Maai geen vochtig
of nat gras. Overbelast uw gereedschap niet.
Voorkom dat de lijn snel verslijt door tegen harde voorwerpen (stenen, muren, hekken
enz.) te stoten.
Kijk uit voor terugslag bij botsingen met harde voorwerpen.
Houd na het maaien de kop dicht bij de grond, laat de trekker los en laat de motor volledig
tot stilstand komen. Plaats de trimmer op de grond, verwijder de accu.
Voor afkanten, draai de motorkop.
Opmerking. Reinig regelmatig het gras tussen de spoel en de rand van de beschermkap
om te voorkomen dat het gereedschap gaat trillen.
16
Advertenties
Inhoudsopgave
