Eerste ingebruikneming
Trek de bonenreservoirs uit het toe-
stel en verwijder de deksels.
Vul de bonenreservoirs met koffiebo-
nen.
Plaats de deksels terug om de bonen-
reservoirs af te sluiten.
Schuif de bonenreservoirs helemaal in
de koffiemachine. Sluit de deur van
het toestel.
Tip: Maak een notitie van de afzonder-
lijke bonensoorten.
Als de bonenreservoirs zijn gevuld, geeft
u de bonensoorten een naam.
De bonensoorten een naam geven
De 3 bonenreservoirs verschijnen als
volgt in de display.
Bonensoorten
Soort A
Soort C
Als u de naam van de bonenreservoirs
wijzigt, let dan op het volgende:
- Kies korte, duidelijke namen.
26
Soort B
- Als u 2 of alle bonenreservoirs dezelf-
de naam geeft (omdat u slechts één
soort bonen gebruikt), zorg dan dat u
de naam op exact dezelfde wijze
schrijft.
In de display verschijnt
bonenreservoir vastleggen?
wordt in het schema oranje gemarkeerd.
Raak
aan.
Ja
In de display wordt een editor geopend.
Voer de gewenste naam voor het bo-
nenreservoir in.
Raak
aan.
Opslaan
Voer nu de naam voor de andere
2 bonenreservoirs in.
In de display verschijnt in de kopregel
<soort XY>
'' toewijzen
Bonensoorten toewijzen
Wijs de afzonderlijke bonensoorten nu
toe aan de gewenste koffiedrank.
Kies nu de koffiedrank die u met deze
bonensoort wilt bereiden.
De gekozen koffiedranken worden oran-
je gemarkeerd.
Bevestig met OK.
Nu wordt de volgende bonensoort toe-
gewezen en de koffiedranken worden
weergegeven waaraan nog geen bonen
zijn toegewezen.
Kies nu de koffiedrank die u met deze
bonensoort wilt bereiden.
Bevestig met OK.
Alle overige, niet gekozen koffiedranken
worden aan de derde bonensoort toege-
wezen.
U heeft het bonensysteem geïnstalleerd
en u kunt nu de dranken bereiden.
Bonensoort voor
en
Soort A
.