1.
Sluit de 220 V voeding aan op klemmen 1, 2 en 3.
2.
Ontgrendel de aandrijving door de ontgrendelmoer in wijzerzin te draaien.
3.
Sluit de poort.
4.
Draai de schroef van de gele eindeloopnok voorzichtig los tot deze nok kan verschoven worden.
5.
Verschuif de nok langzaam in de richting van de eindeloopschakelaar tot het controlelampje "FC"
dooft.
6.
Draai de schroef van de gele eindeloopnok voorzichtig vast
7.
Open de poort.
8.
Draai de schroef van de groene eindeloopnok voorzichtig los tot deze nok kan verschoven wor-
den.
9.
Verschuif de nok langzaam in de richting van de eindeloopschakelaar tot het controlelampje "FA"
dooft.
10.
Draai de schroef van de groene eindeloopnok voorzichtig vast.
11.
Sluit de poort.
12.
Vergrendel de poort door de ontgrendelmoer in tegenwijzerzin te draaien tot het einde van de
schroefdraad bereikt is.
13.
Geef nu een startimpuls en controleer de instelling van de eindeloopnokken nogmaals.
14.
Regel de kracht van de motor dmv. de potentiometer.
OPGELET: Gelieve rekening te houden met de CE normering voor de installatie van deze motoren
INSTELLEN VAN DE EINDELOOPSCHAKELAARS
Ontgrendelingsmechanisme
Eindeloopschakelaars
Eindeloopnok voor sluiten (geel)
Eindeloopnok voor openen (groen)
: draaien in uurwijzerzin = MOTOR ONTGRENDELEN.
: draaien tegen uurwijzerzin = MOTOR VERGRENDELEN.
Opgelet: nooit de aandrijving ont- of vergrendelen met draaiende
motor.
6