Voor de regeling van de potentialiteit van de 1° en
2° vlamgang moeten de volgende aanwijzingen
gerespecteerd worden:
–
de verhouding van de potentialiteit tussen de
OPGELET
1° en de 2° vlamgang moet maximum 1 : 2; als
deze verhouding wordt overschreden, moet
de dichtingscontrole van de kleppen gebruikt
worden.
–
De minimale potentialiteit van de brander van
de 1° vlamgang mag in elk geval niet lager zijn
dan de waarde die wordt aangeduid in het
werkingsveld.
4.10
Gastoevoer
Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken
in aanwezigheid van een ontvlambare bron.
Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin-
gen, vonken, warmte.
Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof
gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran-
der uit te voeren.
4.10.1 Gastoevoerleiding
1
D4161
Legende (Afb. 16)
1
Gastoevoerleiding
2
Manuele afsluitklep
3
Manometer gasdruk
4
Filter
5
Gasdrukschakelaar
6
Veiligheidsklep
7
Drukstabilisator
8
Regelventiel 1° en 2° vlamgang
M1 Drukmeetpunt van de toevoerdruk op de drukschakelaar
M2 Drukmeetpunt van de druk aan de branderkop
20063681
2
3
M1
4
(ten laste van de installateur)
(ten laste van de installateur)
Installatie
Micrometrische schroeven
D1777
De installatie van de toevoerleiding van de brand-
stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso-
neel, volgens de uitleg in deze handleiding en
conform de van kracht zijnde normen en wetsbe-
OPGELET
palingen.
5
6
7
8
16
NL
Afb. 15
M2
Afb. 16