In menu...
[6.4] Stelmotoren
[6.5] Bedrijfsmodi
[6.6] Info
5.6
De regeling van de
ruimteverwarming/-koeling
5.6.1
De ruimtebedrijfsmodus instellen
Over de bedrijfsmodi
Uw unit is een verwarmings-/koelmodel, hij kan een ruimte zowel
verwarmen als afkoelen. U moet aan het systeem zeggen welke
bedrijfsmodus gebruikt moet worden.
Om aan het systeem te zeggen welk ruimtebedrijf te gebruiken, kunt
u het volgende doen:
U kunt...
Nagaan welke bedrijfsmodus momenteel in
gebruik is.
Stel de ruimtebedrijfsmodus permanent in.
Beperk automatisch omschakelen volgens
een maandelijks programma.
De bedrijfsmodus instellen
1 Ga naar [3.2]: Ruimteverwarming/-koeling > Bedrijfmodus
2 Selecteer een van de volgende opties:
▪ Verwarming: Alleen verwarmingsstand
▪ Koeling: Alleen koelstand
▪ Automatisch: De bedrijfsmodus verandert automatisch
tussen
verwarming
en
buitentemperatuur.
Beperkt
Bedrijfsmodus geprogrammeerd [3.5].
Opmerking: De bedrijfsmodus (verwarming of koeling) wordt
bepaald door de externe kamerthermostaat als:
▪ er maar één zone (primaire zone) is,
▪ en de primaire zone door een externe kamerthermostaat wordt
geregeld,
▪ en
de
externe
kamerthermostaat
koelingsignalen (dubbele contacten) heeft.
Om automatisch omschakelen te beperken volgens een
programma
Voorwaarden: U stelt de ruimtebedrijfsmodus in op Automatisch.
1 Ga naar [3.5]: Ruimteverwarming/-koeling >
Bedrijfsmodus geprogrammeerd.
2 Selecteer een maand.
3 Selecteer voor elke maand een optie:
▪ Automatisch: Niet beperkt
▪ Verwarming: Beperkt
▪ Koeling: Beperkt
4 Bevestig de wijzigingen.
EPVX10+14S(U)18+23A + EPBX10~14A
Daikin Altherma 4 H V+W
4P773378-1 – 2024.11
Kunt u aflezen...
Toestand/stand van elke
stelmotor
Voorbeeld: Warmtapwaterpomp
AAN/UIT
Huidige bedrijfsmodus
Voorbeeld: Stand ontdooien/
olieretour
Bevat:
▪ Versie-informatie
over
het
systeem
▪ Serienummers
▪ Modelnaam
▪ Build-info
Plaats
Startscherm
Hoofdmenu
koeling
op
basis
van
de
per
maand
volgens
het
individuele
verwarming-/
5.6.2
De gewenste kamertemperatuur wijzigen
Tijdens de kamertemperatuurregeling kunt u het instelpunt-scherm
van
de
kamertemperatuur
kamertemperatuur af te lezen en aan te passen.
1 Ga naar [1.1]: Hoofdzone > Instelpunt
ruimtetemperatuur.
OF vanaf het startscherm: tik op het pictogram van de
warmteafgever van de zone die u wenst te wijzigen.
2 Pas de gewenste kamertemperatuur aan:
Hoofdzone
Stel temperatuur in op...
20
Scheduled next
11:05
21.0°C
Als de programmawerking geactiveerd is nadat de gewenste
kamertemperatuur werd gewijzigd
▪ De temperatuur blijft hetzelfde zolang er geen geplande actie is.
▪ De
gewenste
kamertemperatuur
geprogrammeerde waarde wanneer een geprogrammeerde actie
plaatsvindt.
U
kunt
geprogrammeerde
programmawerking (tijdelijk) uit te schakelen.
De kamertemperatuur uitschakelen (voor verwarming)
1 Ga naar [1.2]: Hoofdzone > Programma verwarming.
2 Schakel programmeren UIT:
Programma verwarming
Het programmeren van de kamertemperatuur uitschakelen (om
te koelen)
1 Ga naar [1.23]: Hoofdzone > Programma koeling.
2 Schakel programmeren UIT:
Programma koeling
5.6.3
De gewenste aanvoerwatertemperatuur
wijzigen
INFORMATIE
Het aanvoerwater is het water dat naar de warmteafgevers
wordt gestuurd. De gewenste aanvoerwatertemperatuur
werd in functie van het warmteafgiftesysteem door uw
installateur
ingesteld.
aanvoerwatertemperatuur
problemen voordoen.
Als er geen weersafhankelijke curve wordt gebruikt, kunt u de
gewenste aanvoerwatertemperatuur als volgt instellen:
Voor de Hoofdzone zonder Kamerthermostaat / Voor de
Secundaire zone
1 Ga naar:
▪ [1.1]: Hoofdzone > Vertrekwatertemp..
▪ [2.1] (of [2.30]): Secundaire zone > Vertrekwatertemp..
OF vanaf het startscherm: tik op het pictogram van de
warmteafgever van de zone die u wenst te wijzigen.
5 Werking
gebruiken
om
de
gewenste
keert
terug
naar
acties
vermijden
door
Pas
de
instellingen
van
de
slechts
aan
als
er
zich
Gebruiksaanwijzing
11
de
de