Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemeen; Conformiteitsverklaring; Informatie Over Het Product; Regeling - Bosch Nefit EnviLine A/W Split Gebruikersinstructie

Lucht-water split
Verberg thumbnails Zie ook voor Nefit EnviLine A/W Split:
Inhoudsopgave

Advertenties

2 | Algemeen

2
Algemeen
Dit is een originele handleiding. Vertalingen daarvan mogen niet zonder
toestemming van de fabrikant worden gemaakt.
De installatie mag alleen door opgeleid personeel wor-
den uitgevoerd. De installateur moet de lokale regels en
voorschriften en instructies in de installatie- en gebrui-
kersinstructie aanhouden.
2.1

Conformiteitsverklaring

Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Euro-
pese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereis-
ten. De conformiteit wordt aangetoond door het CE-
kenmerk.
De conformiteitverklaring van het product kunt u aanvragen. Neem daar-
voor contact op met het adres zoals vermeld op de achterzijde van deze
handleiding.
3

Informatie over het product

De warmtepomp EnviLine A/W Split behoort tot een serie warmtepom-
pen, die energie uit de buitenlucht wint voor verwarmen en voor de
warmwatervoorziening.
Door het omkeren van dit proces en het onttrekken van warmte uit het
cv-water en het afgeven daarvan aan de buitenlucht kan de warmtepomp
indien gewenst ook voor koelen worden gebruikt. Hiervoor geldt wel de
voorwaarde, dat de cv-installatie ook voor het koelbedrijf is bedoeld.
Om een complete cv-installatie te realiseren, wordt de buiten opgestel-
de buitenunit op een binnenunit in het gebouw en op een eventueel aan-
wezige externe bijverwarmer aangesloten, bijvoorbeeld een cv-toestel.
De binnenunit met geïntegreerde elektrische bijverwarming of de exter-
ne bijverwarming zijn bedoeld als aanvullende verwarming bij een bij-
zonder hoge warmtevraag, bijvoorbeeld wanneer de buitentemperatuur
voor een effectief warmtepompbedrijf te laag is.
De cv-installatie wordt door de bedieningseenheid HMC300 aange-
stuurd, die zich in de binnenunit bevindt. De bedieningseenheid
HMC300 regelt en stuurt de installatie via verschillende instellingen voor
verwarming, koeling, warm water en overig bedrijf. De bewakingsfunctie
schakelt bijvoorbeeld bij eventuele bedrijfsstoringen de warmtepomp
uit, zodat geen schade aan wezenlijke componenten kan ontstaan.
3.1

Regeling

De bedieningseenheid HMC300 in de binnenunit stuurt de warmtepro-
ductie aan de hand van de buitentemperatuur, eventueel in combinatie
met de kamerthermostaat ModuLine 1000 H (accessoire). De tempera-
tuur in het gebouw wordt afhankelijk van de buitentemperatuur automa-
tisch aangepast.
De gebruiker bepaalt de temperatuur van de cv-installatie, door de ge-
wenste kamertemperatuur op de bedieningseenheid HMC300 of de ka-
merthermostaat in te stellen.
Op de binnenunit kunnen verschillende accessoires (bijvoorbeeld
zwembad-, zonne- en kamerthermostaat) via de EMS plus bus worden
aangesloten. Daardoor ontstaan extra functies en instelmogelijkheden,
die ook via de bedieningseenheid HMC300 worden gestuurd. Meer in-
formatie over de accessoires vindt u in de bijbehorende instructies.
3.2

Specificaties betreffende de warmtepomp

Na de installatie en de inbedrijfstelling van de warmtepomp zijn met re-
gelmatige tussenpozen bepaalde werkzaamheden nodig. Daarbij horen
de controle, of alarmen werden gegeven en eenvoudige onderhouds-
werkzaamheden. Deze maatregelen kan de gebruiker in de regel zelf uit-
voeren. Wanneer problemen echter blijven bestaan, moet contact met
de installateur van de installatie worden opgenomen.
4
4

Overzicht installatie

De cv-installatie bestaat uit twee delen: de buitenunit in buitenopstelling
en de binnenunit.
4.1

Beschrijving van de functies

Wanneer in de installatie tapwater is aangesloten, wordt onderscheid
gemaakt tussen cv-water en tapwater. Het cv-water wordt naar de radia-
toren en naar de vloerverwarming geleid. Het tapwater wordt naar de
douche en de kranen geleid.
Wanneer in de installatie een boiler aanwezig is, zorgt de bedieningseen-
heid HMC300 ervoor, dat de warmwatervoorziening een hogere priori-
teit heeft dan het cv-bedrijf.
De warmtepomp schakelt bij een buitentemperatuur van
circa – 20 °C buitentemperatuur uit. Verwarming en
warmwatervoorziening worden dan door het elektrisch
verwarmingselement in de binnenunit of door een exter-
ne warmtebron overgenomen.
4.1.1
Warmtepomp (buitenunit)
De buitenunit heeft als taak, energie uit de buitenlucht te winnen en dat
aan de binnenunit over te dragen.
De buitenunit beschikt over een inverterregeling, dat wil zeggen, de
compressorsnelheid wordt automatisch gevarieerd, zodat exact de be-
nodigde energiehoeveelheid wordt geleverd. Ook de ventilator is toe-
rentalgeregeld en regelt de snelheid afhankelijk van de vraag. Daardoor
blijft het energieverbruik zo laag mogelijk.
Ontdooien
Bij lage buitentemperaturen kan op de verdamper ijs worden gevormd.
Wanneer de ijslaag zo dik wordt, dat deze de luchtstroom door de ver-
damper hindert, wordt een automatische ontdooiprocedure in werking
gesteld. Zodra het ijs is ontdooid, keert de warmtepomp terug naar nor-
maal bedrijf.
Bij buitentemperaturen boven +5°C volgt het ontdooien tijdens cv-be-
drijf met verhoogd ventilatorvermogen. Bij lagere buitentemperaturen
wordt voor het ontdooien de doorstroomrichting van het koudemiddel in
het circuit via een 4-wegklep omgekeerd; dit type ontdooien wordt
kringloopomkeren genoemd.
Werkingsprincipe
Het werkingsprincipe tijdens cv-bedrijf is als volgt:
• De ventilator zuigt lucht door de verdamper.
• De in de lucht aanwezige energie brengt het koudemiddel tot koken.
Het daarbij gevormde gas wordt naar de compressor geleid.
• In de compressor verhoogt de druk van het koudemiddel en de tem-
peratuur daarvan neemt toe. Het opgewarmde gas wordt onder druk
in de condensor geleid. De condensor bevindt zich in de binnenunit.
• In de condensor wordt de energie van het gas aan het water in het
warmtedragercircuit afgegeven. Het gas koelt af en wordt weer vloei-
baar.
• De druk in het koudemiddel neemt af door de regeling via expansie-
ventielen en het wordt terug naar de verdamper geleid. Bij het bin-
nengaan van de verdamper wordt het weer gasvormig.
• In de binnenunit wordt het warme water uit het warmtedragercircuit
verder naar de gebouwverwarming en de warmwatervoorziening ge-
leid.
4.1.2

Binnenunit

De binnenunit is bedoeld om de uit de buitenunit komende warmte in de
cv-installatie en de boiler te verdelen. De circulatiepomp in de binnen-
unit is toerentalgeregeld, zodat het toerental bij geringe vraag automati-
sche wordt verminderd. Daardoor daalt het energieverbruik.
EnviLine A/W Split • 6 720 822 033 (2017/07)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave