Apparaat in- en uitschakelen
TTW 12000 S
ü Het apparaat is zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik opgesteld.
ü Het aanzuiggedeelte (aan de achterzijde van het apparaat)
vrijhouden van stof, vuil en losse voorwerpen, die kunnen
worden aangezogen.
ü De uitblaaszone is vrij van hindernissen.
1. Het apparaat inschakelen door het indrukken van de
toetsen Ventilatorsnelheid (12).
ð Opmerking: Let tijdens bedrijf op de aanzuig- en
uitblaaszone. Het apparaat direct uitschakelen, als
u gevaren ziet of als losse voorwerpen worden
aangezogen.
2. Het apparaat uitschakelen door het indrukken van de
toets 0 (11).
TTW 25000 S / TTW 35000 S
ü Het apparaat is zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik opgesteld.
ü Het aanzuiggedeelte (aan de achterzijde van het apparaat)
vrijhouden van stof, vuil en losse voorwerpen, die kunnen
worden aangezogen.
ü De uitblaaszone is vrij van hindernissen.
1. Het apparaat inschakelen, door de draaischakelaar
Ventilatorsnelheid (9) naar de gewenste stand te draaien.
ð Opmerking: Let tijdens bedrijf op de aanzuig- en
uitblaaszone. Het apparaat direct uitschakelen, als
u gevaren ziet of als losse voorwerpen worden
aangezogen.
2. Het apparaat uitschakelen, door de draaischakelaar
Ventilatorsnelheid (9) naar de stand 0 te draaien.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
TTW 12000 S
1. Het apparaat uitschakelen door het indrukken van de
toets 0 (11).
2. De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de netstekker vast te pakken.
3. Reinig het apparaat volgens hoofdstuk onderhoud.
4. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
TTW 25000 S / TTW 35000 S
1. Het apparaat uitschakelen, door de draaischakelaar
Ventilatorsnelheid (9) naar de stand 0 te draaien.
2. De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de netstekker vast te pakken.
3. Reinig het apparaat volgens hoofdstuk onderhoud.
4. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
NL
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
De ventilator draait niet:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
De ventilator draait slechts kort en schakelt daarna weer
uit:
• Controleer of het beschermrooster bij de luchtinlaat
geblokkeerd is. Verwijder evt. vreemde voorwerpen.
• Evt. is het motorlager beschadigd. Neem contact op met
de klantenservice.
De motor, resp. de ventilator maakt veel geluid tijdens het
draaien resp. draait onrustig:
• De ventilator is vervuild. De ventilator reinigen volgens het
hoofdstuk onderhoud.
• De ventilator, resp. ventilatoreenheid is beschadigd. Neem
contact op met de klantenservice. Evt. het apparaat voor
reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch
vakbedrijf of naar Trotec brengen.
• Mogelijk lagerschade bij de motor. Neem contact op met
de klantenservice. Evt. het apparaat voor reparatie naar
een geautoriseerd elektrotechnisch vakbedrijf of naar
Trotec brengen.
De ventilator maakt een schurend geluid:
• De ventilatorbladen zijn vervuild of er zijn vreemde
objecten binnen het draaibereik van de ventilator. Reinig
de ventilatorbladen, resp. de ventilatoreenheid volgens het
hoofdstuk onderhoud.
• Ventilatorbladen evt. beschadigd. Neem contact op met de
klantenservice. Het apparaat indien nodig voor reparatie
naar een geautoriseerd elektrotechnisch vakbedrijf of naar
de fabrikant brengen.
windmachine TTW 12000 S / TTW 25000 S / TTW 35000 S
9