5
Diverse instellingen configureren
Stap
Wanneer u de camera na aankoop voor het eerst inschakelt, verschijnt
het welkomstscherm. Volg de instructies op het scherm om elke optie in
te stellen.
Voor sommige instellingen dient u tekst in te voeren. Zie "Tekst
invoeren" (A7) voor meer informatie over het invoeren van tekst.
Om een Wi-Fi (draadloos LAN)-verbinding in te stellen, dient u
toegang te hebben tot een Wi-Fi (draadloos LAN)-netwerk. Voor u de
Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen de camera configureert, dient u na
te gaan of uw Wi-Fi (draadloos LAN)-netwerk is ingesteld en dient u uw
netwerk-SSID en uw wachtwoord te kennen.
U kunt elke instelling ook later configureren.
5.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera aan te zetten.
De monitor schakelt in en het
welkomstscherm verschijnt.
5.
2
Selecteer de taal.
Sleep uw vinger omhoog of omlaag om door de taallijst te bladeren,
selecteer de gewenste taal en tik op Starten.
5.
3
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen.
Tik op de gewenste SSID (naam van Wi-Fi (draadloos LAN)-netwerk) in de
lijst met beschikbare netwerken, voer het wachtwoord in en tik op
Verbinden.
Tik op Overslaan om de instelling later te configureren.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, kunt u een
Google™-account configureren. Volg de instructies op het scherm om de
account in te stellen.
15
Eerste stappen