Volgorde van handelingen
Voer vóór het in gebruik nemen, een wasgang zonder
wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een maatbeker
wasmiddel).
1. Trommel vullen
Open het machinedeksel.
Druk op de grendeltoets A en druk de trommelkleppen
naar beneden tot ze van elkaar loslaten en vanzelf
omhoog komen.
Hang de voorste klep over de klepsteunen ; de trommel
kan dan tijdens het beladen niet verdraaien.
Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; haal
opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de trommel door de kleppen naar beneden te
drukken en omhoog te laten komen. Vergrendelen gebeurt
automatisch, maar controleer of de kleppen goed
gesloten zijn.
Sluit het machinedeksel.
2. Wasmiddel doseren
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk uit het
bedieningspaneel.
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje niet.
3. Eventueel wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje ( ).
Overschrijd het niveau MAX of het roostertje niet.
Deze wasautomaat gaat zo zuinig mogelijk met
water en wasmiddel om. Doseer daarom nooit te veel
wasmiddel: overschrijd het niveau MAX niet.
A
4. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer op de gewenste stand.
De brandende lampjes van het programmaverloop ge-
ven de onderdelen van het gekozen programma aan.
5. Centrifugetoerental kiezen
De toets indrukken tot het gewenste centrifugetoerental
of de functie SPOELSTOP is ingesteld: het betreffende
controlelampje brandt.
6. Eventueel functietoetsen
indrukken
De betreffende controlelampjes branden.
7. Programma starten
Toets START/PAUZE indrukken om het ingestelde pro-
gramma te starten: het betreffende lampje knippert niet
meer en het lampje van de programmafase die wordt
uitgevoerd blijft branden.
Het lampje van de dekselvergrendeling blijft branden
om aan te geven dat de dekselbeveiliging actief is.
Het programma start.
11
D