VEILIGHEIDSMAATREGELEN conformiteitsverklaring van het product kan op de site worden geraadpleegd en gedownload. KENPLAAT BESCHRIJVING Raadpleeg de instructies op de achterkant van de ALGEMENE INLEIDING handleiding. ACCESSOIRES VOOR DE INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR HET KOELMIDDEL INSTALLATIEPLAATS Een locatie selecteren in koude klimaten Een locatie selecteren in warme klimaten INSTALLATIE VOORZORGSMAATREGELEN 11 Afmetingen...
Pagina 4
Schakelschema Elektrisch besturingssysteem Klemmenblok Hydraulisch systeem Koelsysteem NOTITIE De afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen ter referentie, wij verwijzen u naar het eigenlijke product. NOTITIE - De maximale lengte van de communicatiedraden tussen de binnenunit en de controller is 50m. - Stroomkabels en communicatiebedrading moeten apart worden gelegd, ze kunnen niet in dezelfde leiding worden geplaatst.
DICHTHEIDSKLASSE Code CLASS Hermetically sealed equipment contains HERMETICALLY SEALED HERMETISCH AFGESLO- fluorinated greenhouse gases Year of construction: EQUIPMENT CONTAINS TEN APPARATUUR BEVAT RIELLO S.p.A. FLUORINATED GREENHOUSE GEFLUOREERDE BROEIKA- GASES SGASSEN Via Ing. Pilade Riello, 7 bouwjaar 37045 - Legnago (Vr)
Pagina 6
Verklaring van gebruikte afkortingen Afkortingen Totale watervertrektemperatuur van de hydraulische module (na vertrek elektrische verwarming of vertrek gasketel) Insteltemperatuur vertrek water (installatie met één zone) Insteltemperatuur vertrek water (installatie met twee zones) T1S2 Insteltemperatuur vertrek water zone 2 (installatie met twee zones) Temperatuur koudemiddel vloeistofzijde hydraulische module Temperatuur koudemiddel gaszijde hydraulische module Boiler temperatuur...
Pagina 7
Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en direct na gebruik, aangezien de koelmiddelleidingen warm of koud kunnen zijn, afhankelijk van de toestand van het koelmiddel dat door de koelmiddelleidingen, de compressor en andere onderdelen van de koelmiddelcyclus stroomt. Brandwonden of bevriezing zijn mogelijk als u de koelmiddelleidingen aanraakt. Om verwondingen te voorkomen, moet u de leidingen de tijd geven om op normale temperatuur te komen of, als u ze toch moet aanraken, bescher- mende handschoenen dragen.
3 ALGEMENE INLEIDING Deze units worden gebruikt voor zowel verwarmings- als koelingstoepassingen en voor warmwatertanks voor huishoudelijk ge- bruik. Ze kunnen worden gecombineerd met ventilatorconvectoren, vloerverwarmingstoepassingen, lagetemperatuur hoogrende- mentsradiatoren, warmwater boilers voor huishoudelijk gebruik en zonnesystemen, die allemaal lokaal worden geleverd. Bij de unit wordt een bedrade controller geleverd.
4 ACCESSOIRES 5 VOOR DE INSTALLATIE Voor de installatie Accessoires meegeleverd met het apparaat Controleer de modelnaam en het serienummer van het apparaat. Installatie hulpstukken Behandeling Aantal Naam Vorm Vanwege de relatief grote afmetingen en het hoge gewicht mag de stuks unit alleen worden verplaatst met hijsgereedschappen met stroppen.
6 BELANGRIJKE Zorg ervoor dat er voldoende voorzorgsmaatregelen wor- den genomen in geval van koelmiddellekkage in overeen- INFORMATIE VOOR HET stemming met de relevante lokale wet- en regelgeving. Installeer het apparaat niet in de buurt van de zee of waar KOELMIDDEL corrosiegas aanwezig is.
Als u de unit op een frame monteert, installeer dan een water- dichte plaat (ongeveer 100 mm) aan de onderkant van de unit om te voorkomen dat er water van de lage kant naar binnen komt. Wanneer u de unit installeert op een plaats die vaak wordt blootgesteld aan sneeuw, dient u er speciaal op te letten dat de fundering zo hoog mo- gelijk wordt geplaatst.
8.2 Installatievereisten Controleer de stevigheid en het niveau van de installatiegrond zodat de unit tijdens de werking geen trillingen of lawaai kan vero- orzaken. Bevestig de unit stevig volgens de funderingstekening in de afbeelding met behulp van funderingsbouten (bereid zes sets van elk met Ø10 expansiebouten, moeren en ringen die gemakkelijk in de handel verkrijgbaar zijn).
9 TYPISCHE TOEPASSINGEN De onderstaande toepassingsvoorbeelden zijn alleen ter illustratie. 9.1 Zastosowanie 1 Ruimteverwarming met een kamerthermostaat aangesloten op de unit ---- FHL1 FHL2 ---- FHLn Code Montage-eenheid Code Montage-eenheid Buitenunit Aftapkraan (ter plaatse te voorzien) Manometer Vulklep (ter plaatse te voorzien) Overdrukventiel Balans tank (ter plaatse te voorzien) Expansievat...
Pagina 14
9.2 Zastosowanie 2 Ruimteverwarming zonder kamerthermostaat aangesloten op de unit. De warmwatertank is aangesloten op de unit en de tank is voorzien van een zonneboiler. 12.1 12.1 12.3 12.2 ---- FHL2 ---- FHLn FHL1 Code Montage-eenheid Code Montage-eenheid Buitenunit PUMP_O: Externe circulatiepomp (ter plaatse te voorzien) Manometer Collector/verdeler (ter plaatse te voorzien) Overdrukventiel...
Pagina 15
9.3 Zastosowanie 3 Toepassing voor ruimtekoeling en -verwarming met een ruimtethermostaat die geschikt is voor omschakelen tussen verwarmen en koelen wanneer aangesloten op de unit. Verwarming wordt geleverd via vloerverwarmingslussen en ventilatorconvectoren. Koeling wordt alleen geleverd door de ventilatorconvectoren. Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt geleverd door de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik die is aangesloten op de unit.
9.4 Zastosowanie 4 Ruimteverwarming met een hulpketel (wisselende werking). Ruimteverwarming door de unit of door een hulpketel aangesloten op het systeem. Het unitgestuurde contact (ook wel "toestemmingssignaal voor de hulpketel" genoemd) wordt bepaald door de buitentemperatuur (thermistor op de buitenunit). Zie 10.5 Lokale instellingen/ANDERE WARMTEBRON. Bivalente werking is mogelijk voor zowel ruimteverwarming als tapwaterverwarming.
Pagina 17
9.4.3 Zastosowanie C De ketel levert warmte voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. De AAN/UIT van de ketel geregeld door de unit. 12.1 12.3 12.2 ---- ---- FHL1 FHL2 FHLn Code Montage-eenheid Code Montage-eenheid Buitenunit Collector/verdeler (ter plaatse te voorzien) Manometer Tank voor sanitair warm water (ter plaatse te voorzien) Overdrukventiel...
9.5 Zastosowanie 5 Toepassing met dubbele instelpuntfunctie met twee kamerthermostaten die op de buitenunit worden aangesloten. Ruimteverwarming met toepassing van twee kamerthermostaten via vloerverwarmingslussen en ventilatorconvectoren. De vloer- verwarmingslussen en ventilatorconvectoren hebben verschillende bedrijfswatertemperaturen nodig. De vloerverwarmingslussen vereisen een lagere watertemperatuur in de verwarmingsmodus in vergelijking met ventilatorcon- vectoren.
OPMERKING KAMERTHERMOSTAAT. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat er geen ongewenste situaties kunnen ontstaan (bv. water van extreem hoge temperatuur dat naar vloerverwarmingslussen loopt, enz.). De leverancier biedt geen enkel type mengstation aan. Een dubbele setpointregeling biedt alleen de mogelijkheid om twee setpoin- ts te gebruiken.
Pompwerking en ruimteverwarming PUMP_I (1.7) en PUMP_O (10) werken als er een verwarmingsvraag is vanuit A en/of B. PUMP_C (23.1) werkt als de ruimtetem- peratuur van zone B lager is dan het instelpunt dat is ingesteld in de gebruikersinterface. De buitenunit begint te werken om de gewenste watertemperatuur te bereiken.
10 OVERZICHT VAN DE EENHEID 10.1 Demontage van het toestel Deur 1 toegang krijgen compressor, elektrische onderdelen en het hydraulisch compartiment WAARSCHUWING Schakel alle stroom uit - d.w.z. de stroomvoorziening van de unit - voordat u deur 1 verwijdert. Onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn. Duw de grill naar links tot hij stopt en trek dan aan de rechterrand, zodat je de grill kunt verwijderen.
Code Montage-eenheid Uitleg Automatisch ontluchtingsventiel Resterende lucht in het watercircuit wordt automatisch uit het watercircuit verwijderd. Expansievat Brengt de druk van het watersysteem in evenwicht (volume expansievat: 8l) Circulatiepomp Circuleert water in het watercircuit Voorkomt te hoge waterdruk door te openen bij 3 bar en water uit het watercircuit te Overdrukventiel laten lopen Manometer...
Pagina 23
Volgorde Poort Code Montage-eenheid CN21 Vermogen Poort voor voeding Roterende dip-schakelaar DIS1 Digitaal display Poort voor grond CN28 POMP Poort voor stroomtoevoer van pomp met variabele snelheid CN25 DEBUGGEN Poort voor IC-programmering S1, S2, S4, SW9 / Dip-schakelaar Poort voor USB-programmering Poort voor stromingsschakelaar Poort voor temperatuurvoelers van de temperatuur van de koelvloeistofzijde van de binnenunit (verwarmingsmodus)
10.3.2 1-fase voor units van 4-16 kW Code Montage-eenheid Uitgangspoort voor +15V (CN20) CN16 Poort voor communicatie met PCB B (CN8) Compressor aansluitpoort W Compressor aansluitpoort V Compressor aansluitpoort U Ingangspoort P_out voor IPM-module Ingangspoort P_in voor IPM-module Poort voor hogedrukschakelaar (CN23) Voeding voor schakelende voeding (CN2) CN22 PED-kaart...
10.3.4 Filter plaat Code Montage-eenheid Voeding L3 (L3) Voeding L2 (L2) CN204 CN205 CN206 Voeding L1 (L1) Voeding N (N) Aarddraad (PE1) Voedingspoort voor DC-ventilator (CN212) Voedingspoort voor hoofdbesturingskaart (CN30) CN30 CN214 Poort voor communicatie met PCB B (CN8) Voeding voor PCB A schakelende voeding (CN214) CN202 CN203 CN200...
Pagina 26
10.4.1 Controleer het watercircuit De units zijn voorzien van een waterinlaat en -uitlaat voor aansluiting op een watercircuit. De units mogen alleen worden aangesloten op gesloten watercircuits. Aansluiting op een open watercircuit zou leiden tot overmatige corro- sie van de waterleidingen. Er mogen alleen materialen worden gebruikt die voldoen aan alle toepasselijke wetgeving. Voorbeeld ---- FHL1...
Pagina 27
Hoogteverschil Watervolume >230l installatie (*) Vereiste acties: De voordruk moet worden verhoogd, bereken volgens "Berekening van de voordruk van het expansievat" Geen voordrukaanpassing vereist. hieronder. Controleer of het watervolume lager is dan het maxi- maal toegestane watervolume (gebruik onderstaande Vereiste acties: De voordruk moet worden verhoogd, bereken volgens "Berekening van de voordruk van het expansievat"...
10.4.3 Aansluiting watercircuit Wateraansluitingen moeten correct worden gemaakt in overeenstemming met de labels op de buitenunit, met betrekking tot de waterinlaat en wateruitlaat. LET OP Pas op dat u de leidingen van het apparaat niet vervormt door te veel kracht uit te oefenen bij het aansluiten van de leidingen. Het vervormen van de leidingen kan een storing in het apparaat veroorzaken WAARSCHUWING Als lucht, vocht of stof in het watercircuit komt, kunnen er problemen optreden.
Pagina 29
OPMERKING Glycol absorbeert water uit de omgeving: voeg daarom GEEN glycol toe dat is blootgesteld aan lucht. Door de dop van de glycolcontainer te laten, neemt de waterconcentratie toe. De glycolconcentratie is dan lager dan aangenomen. Hierdoor kunnen de hydraulische onderdelen alsnog bevriezen.
10.5 Water vullen Sluit de watertoevoer aan op de vulklep en open de klep. Zorg ervoor dat de automatische ontluchtingsklep open staat (minstens 2 slagen). Vul met waterdruk van ongeveer 2,0 bar. Verwijder zoveel mogelijk lucht uit het circuit met behulp van de ontluchtingsventielen. Lucht in het watercircuit kan leiden tot een storing van de elektrische back-upverwarming.
10.7.2 Bedrading overzicht De onderstaande illustratie geeft een overzicht van de vereiste bedrading tussen verschillende delen van de installatie. Raadpleeg ook "8 Typische toepassingsvoorbeelden". Code Montage-eenheid Code Montage-eenheid Buitenunit PUMP_D: SWW-pomp (ter plaatse te voorzien) Zonne-energiekit (ter plaatse te voorzien) SV2: 3-wegklep (ter plaatse te voorzien) Gebruikersinterface SV1: 3-wegklep voor sanitair warm water (ter plaatse...
Code Montage-eenheid Opening voor hoogspanningsdraad Opening voor laagspanningsdraad Hoogspannings- of laagspanningsdraadgat Watervertrekleiding Waterretourleiding Afvoer Afvoerpijp opening (voor veiligheidsklep) Richtlijnen voor bedrading De meeste bedrading op de unit moet worden gemaakt op het aansluitklemmen in de schakelkast. Om toegang te krijgen tot het aansluitklemmen, verwijdert u het servicepaneel van de schakelkast (deur 2).
10.7.4 Deur 1: compressorcompartiment en elektrische onderdelen: XT1. VOEDING BUITENUNIT ZWART BRUIN GRIJS BLAUW Eenheid 18 kW 22 kW 26 kW 30 kW Maximale overstroombeveiliging (MOP) Bedradingsgrootte (mm²) Vermelde waarden zijn maximumwaarden (zie elektrische gegevens voor exacte waarden) OPMERKING De aardlekschakelaar moet een snelle onderbreker zijn van 30 mA (<0,1 s).
Pagina 35
b. RT2 (Laagspanning): in hoofdbesturingskaart van hydraulische module CN31 CL COM CL COM CL COM COOL HEAT INGANG- INGANG- INGANG- INGANG- SVERMOGEN SVERMOGEN SVERMOGEN SVERMOGEN Methode A Methode B Methode C Spanning 220-240VAC Maximale bedrijfsstroom (A) Minimale bedradingsgrootte 0,75 OPMERKING Er zijn twee optionele aansluitmethoden, afhankelijk van het type kamerthermostaat.
Pagina 36
3. Voor 3-wegklep SV3 Spanning 220-240VAC 3OFF Maximale bedrijfsstroom (A) 1OFF 2OFF Minimale bedradingsgrootte 0,75 Signaaltype stuurpoort Type 1 OPMERKING De bedrading van de 3-wegklep is verschillend voor NC (normaal sluiten) en NO (normaal openen). Lees voor de bedrading de installatie- en gebruikershandleiding van de 3-wegklep zorgvuldig door en installeer de klep zoals afgebeeld.
Pagina 37
7. Voor antivries e-verwarmingslint (extern) Spanning 220-240VAC Maximale bedrijfsstroom (A) Minimale bedradingsgrootte 0,75 Signaaltype stuurpoort Type 2 BESTURINGSSIGNAAL UITGANG VERWARMING 8. Voor uitvoer van de status van de unit Spanning 220-240VAC Maximale bedrijfsstroom (A) Minimale bedradingsgrootte 0,75 Signaaltype stuurpoort Type 2 BESTURINGSSIGNAAL UITGANG OPERATIONELE STATUS...
Pagina 38
12. Voor andere functionele poorten CN24 CN21 CN28 CN16 CN32 CN13 CN15 CN29 CN18 CN25 CN42 Voor kamerthermostaat CN40 DIS1 (laagspanning) CN41 CN31 Voor een slim netwerk CN22 CN35 CN36 CN17 CN11 CN30 a. Voor kamerthermostaat (laagspanning): zie 9.7.6 2) voor kamerthermostaat b.
11 OPSTARTEN EN CONFIGUREREN door de installateur aangepast aan de installatieomgeving (buitenklimaat, geïnstalleerde opties, etc.) en gebruikersexpertise. Het is belangrijk dat alle informatie in dit hoofdstuk opeenvolgend wordt gelezen door de installateur en dat het 11.1 Overzicht instellingen DIP-schakelaar 11.1.1 Functie-instelling De DIP-schakelaar bevindt zich op de hoofdbesturingskaart van de hydraulische module (zie "9.3.1 Hoofdbesturingskaart van de hydrauli- tweede interne back-upverwarming enz.
Stroomonderbreker boosterverwarming: Vergeet niet de stroomonderbreker van de boosterverwarming in te schakelen (geldt alleen voor units waarin een optionele sanitair warm water boiler is geïnstalleerd). Aardingsbedrading: Zorg ervoor dat de aardingsdraden goed zijn aangesloten en dat de aardingsklemmen goed vastzitten. Interne bedrading: Controleer de schakelkast visueel op losse aansluitingen of beschadigde elektrische componenten.
Blokkeren De rotor is geblokkeerd Klantenservice aanvragen E21* Overbelasting Trage motor Klantenservice aanvragen Kortsluiting Motorstroom te hoog Klantenservice aanvragen Contact/wikkeling Motorwikkeling defect Klantenservice aanvragen Verbeter de ventilatie in de ruimte, controleer de Module oververhit Module-interieur te warm bedrijfsomstandigheden, vraag indien nodig om klantenservice Verbeter de ventilatie in de ruimte, controleer de Oververhit vermogensdeel...
Pagina 42
Over VOOR ONDERHOUDSMONTEUR VOOR ONDERHOUDSMONTEUR is ontworpen voor de installateur 1 WARMWATERINSTELLING om de parameters in te stellen. 1.1 DHW MODUS Instellen van de samenstelling van apparatuur. 1.2 DESINFECTEREN 1.3 DHW PRIORITEIT Instellen van de parameters. 1.4 PUMP_D Hoe gaat u naar VOOR ONDERHOUDSMONTEUR. 1.5 WARMWATER TIJDINSTEL.
Pagina 43
11.5.3 WARMTEMODUS INSTELLING Als u WATERLOOP TEMP. en KAMERTEMP. op JA, terwijl u DUB- BELZONE op NEE of JA zet, worden de volgende pagina's weerge- Ga naar > VOOR ONDERHOUDSMONTEUR > 3. WARMTEMO- geven. DUS INSTELLING. Druk op De volgende pagina's worden getoond: 3 WARMTEMODUS INSTELLING 3.1 WARMTEMODUS 3.2 t_T4_FRESH_H...
9 SERVICE OPROEP OPMERKING TELEFOON NR. *************** MOBIELE NR. ****************** KAMERTHERMOSTAAT = NIET, geen kamerthermostaat. KAMERTHERMOSTAAT = MODE SET, de bedrading van de kamer- thermostaat moet methode A volgen. BEVESTIGEN AANPASSEN KAMERTHERMOSTAAT = ÉÉN ZONE, de bedrading van de kamer- thermostaat moet methode B volgen.
Als JA is geselecteerd, worden de volgende pagina's weergegeven: 11 TEST WERKING 11 TEST WERKING Test run is ingeschakeld. Circulatiepomp is ingeschakeld. 11.1 PUNTINSPECTIE 11.2 ONTLUCHTEN 11.3 CIRCULATIEPOMP LOOPT 11.4 KOELMODUS LOOPT 11.5 WARMTEMODUS LOOPT OPENEN BEVESTIGEN 11 TEST WERKING Circulatiepomp draait is ingeschakeld, alle draaiende componenten 11.6 DHW MODUS LOOPT stoppen.
het volgende commando wordt ontvangen. 12.1 VLOERVOORVERWARMING Tijdens het proefdraaien zijn alle knoppen behalve ongeldig. Als 30°C u het proefdraaien wilt uitschakelen, drukt u op . Bijvoorbeeld wanneer het apparaat in de ontluchtingsmodus staat nadat u op t_firstFH 72 UUR drukt , wordt de volgende pagina weergegeven: 11 TEST WERKING...
11.5.14 BEGRENZING VERMOGENINVOER 12.2 VLOER DROGEN HOGER Hoe de BEGRENZING VERMOGENINVOER in te stellen. START TIJD 01-01-2019 Ga naar > VOOR ONDERHOUDSMONTEUR > 14.BEGREN- ZING VERMOGENINVOER. 14 BEGRENZING VERMOGENINVOER 14.1 BEGRENZING VERMOGENINVOER OPENEN AFSLUITEN AANPASSEN Tijdens het drogen van de vloer zijn alle knoppen behalve geldig.
11.5.16 CASCADE-INSTELLING 11.5.17 HMI-ADRESINSTELLING Hoe de CASCADE-INSTELLING in te stellen. Hoe de HMI ADDRESS SET in te stellen. Ga naar > VOOR ON- Ga naar > VOOR ONDERHOUDSMONTEUR > 16.CASCA- DERHOUDSMONTEUR > 17.HMI-ADRESINSTELLING. DE-INSTELLING. 17 HMI ADDRESS SET 16 CASCADE-INSTELLING 17.1 HMI INSTEL.
Pagina 49
De verwarmingsmodus in- of uitschakelen verversingstijd klimaatgerelateerde curven voor uren verwarmingsmodus De maximale omgevingstemperatuur voor de verwarmingsmodus °C De minimale omgevingstemperatuur voor de verwarmingsmodus °C °C dTSH Het temperatuurverschil voor het starten van de unit (Ta) °C °C verwarmingsmodus °C verwarmingsmodus °C verwarmingsmodus...
SMODUS Activeer of deactiveer de automatische herstart SWW-modus. SWW-MODUS Ta-adj De gecorrigeerde waarde van Ta op bedrade controller °C Opstartpercentage van meerdere eenheden Aanpassingstijd van optellen en aftrekken van eenheden Reset de adrescode van het toestel NOTITIE DFT1/DFT2 ALARM-functie (15.12) kan alleen geldig zijn met IDU-softwareversie hoger dan V99. 12 PROEFDRAAIEN EN EINDCONTROLES De installateur is verplicht om de correcte werking van de unit na installatie te controleren.
Waterdruk Controleer de waterdruk, als deze lager is dan vul water naar het systeem. Overdrukventiel Controleer de correcte werking van het overdrukventiel door de rode knop op het ventiel tegen de klok in te draaien: Als u geen klikkend geluid hoort, neem dan contact op met uw lokale dealer. Als het water uit de unit blijft lopen, sluit dan eerst de afsluiters van zowel de waterinlaat als de wateruitlaat en neem vervolgens contact op met uw lokale dealer.
Pagina 52
Symptoom 2: De unit is ingeschakeld maar de compressor start niet (ruimteverwarming of verwarming sanitair warm water) MOGELIJKE OORZAKEN CORRIGERENDE ACTIE Bij een lage watertemperatuur gebruikt het systeem de back-upverwarming (indien aanwezig) om eerst de minimale watertemperatuur (12°C) te bereiken. •...
Pagina 53
Symptoom 8: De SWW-modus kan niet onmiddellijk worden gewijzigd in de verwarmingsmodus MOGELIJKE OORZAKEN CORRIGERENDE ACTIE • Stel "t_DHWHP_MAX" in op minimum waarde, de voorgestelde waarde is 60min. • Als de circulatiepomp uit de unit niet door de unit wordt geregeld, probeer Warmtewisselaar voor ruimteverwarming niet groot genoeg het dan aan te sluiten op het toestel.
14.3 Werking parameters Dit menu is bedoeld voor installateurs of servicemonteurs om de werkingsparameters te bekijken. Ga op de startpagina naar > BEDIENINGSPARAMETER. Druk op . Er zijn negen pagina's voor de werkende parameter als volgt. Druk op om te scrollen. Druk op om de werkingsparameter van de depending-units in cascadesysteem te controleren.
Pagina 55
waterdichte silicone toe. Voeg waterdichte silicone toe De koelmiddel vertrek temperatuurvoeler waterdichte silicone toe. De fout van de omgevingstemperatuurvo- waterdichte silicone toe. waterdichte silicone toe. Storing in het waterdebiet 8. Controleer of de weerstand in het watercircuit niet te hoog is voor de pomp (zie 9.
Pagina 56
beschadigd, vervang deze. DC bus laagspanningsbeveiliging van de gelijkrichterbrug die diodes beschadigd zijn of niet). aanwezig is wanneer de ventilator start, kan dit komen door de inverterkaart. n tussen PCB B van de hoofdbesturingskaart en de hoofdbesturingskaart van de hydraulische module. sluit de draad aan. Communicatiefout tussen hoofdprintplaat B en hoofdbesturingskaart van de Controleer of er een hoog magnetisch veld is of een hoog vermogen interfereert, zoals liften, grote...
Pagina 57
stopt op het oppervlak. Reinig de warmtewisselaar van de buitenverwarming of verwijder de verstopping. Bescherming tegen lage drukschakelaar Verwarming modus, SWW-modus: de lucht ontsnappen. Bescherming tegen hogedrukschakelaars Koelmodus: Reinig de warmtewisselaar of verwijder de verstopping. Compressor overstroombeveiliging Afvoertemp. compressor . te hoge bescherming Storing temperatuurvoeler inlaatwater (Tw_in).
Pagina 61
Geventileerde ruimte Zorg ervoor dat de ruimte zich in de open lucht bevindt of dat deze voldoende wordt geventileerd alvorens het systeem te openen of werkzaamhedenuit te voeren. Gedurende de periode dat de werkzaamheden worden uitgevoerd, moet er een zekere mate van ventilatie blijven bestaan.
Pagina 62
Voor deze taak mag geen perslucht of zuurstof worden gebruikt. Het spoelen geschiedt door het vacuüm in het systeem met ZVS te verbreken en te blijven vullen tot de werkdruk is bereikt, vervolgens te ontluchten naar de atmosfeer en tenslotte tot vacuüm te trekken. Dit proces wordt herhaald totdat zich geen koelmiddel meer in het systeem bevindt.
Elektrisch bedradingsschema ROOD FERRIET Naar het verwarmingslint van de afvoeruitgang (<200mA) ZWART FERRIET ROOD ROOD CODE NAAM ZWART BLAUW ZWART ROOD ROOD ZWART INVERTER COMPRESSOR DRIVER BOARD ZWART BLAUW ROOD ZWART FERRIET ZWART ZWART ZWART FERRIET PUMP FILTER BOARD PUMP warmteband 5 warmteband 6 BLAUW...
Pagina 66
RIELLO S.p.A. Via Ing. Pilade Riello, 7 37045 - Legnago (VR) www.riello.it Om zijn producten te verbeteren, behoudt ons bedrijf zich het recht voor om de kenmerken en informatie in deze handleiding op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. De wettelijke rechten van consumenten worden niet beïnvloed.