Volg de aanwijzingen en voorschriften in deze gebruikershandleiding. Bewaar deze gebruikershandleiding bij het orgel. Alleen een door Johannus Orgelbouw b.v. geautoriseerde technicus mag het orgel openen. Het orgel bevat elektrostatisch gevoelige componenten. De garantie vervalt als niet geautoriseerden het orgel openen.
NSTALLATIE Plaatsing en aansluiten 1. Plaats het orgel op een horizontale en stabiele ondergrond. 2. Laat het orgel iets naar achter hellen. 3. Schuif het pedaal (A) tegen het pedaalpaneel (B) aan. 4. Zet het orgel recht. 5. Plaats de lessenaar (C) in de sleuf op het bovenblad van het orgel. 6.
Inschakelen Schakel het orgel in met de aan/uit-knop rechts naast de manualen. Wacht enkele seconden. Het opstarten van de bedieningsfuncties en de instellingen kost enige tijd. De lampjes van de aan/uit- en 0-knop gaan branden en de instellingen verschijnen op de display. Transport en opslag Let bij transport en opslag op de volgende aspecten: Verwijder de lessenaar en het pedaal van het orgel.
Overzicht knoppen ROM. SYM. BAR. MENU ROM. SYM. BAR. MENU Pedaalregisters - en + knoppen Hoofdwerkregisters MENU Zwelwerkregisters Intonaties Manuaal Zwelwerk Voorgeprogrammeerde setzergeheugenplaatsen Manuaal Hoofdwerk Chorus en Manuaal Bas SET / Enter Display Draairegelaar akoestiek Aan/uit Hoofdtelefoon 0-knop of resetknop...
MIDI MOD.: Is een programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een module of expander op aan te sluiten. MIDI SEQ.: Is een niet-programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een sequencer of PC (met het optionele Johannus Intonat programma) op aan te sluiten.
Pagina 11
AUX OUT: Is een uitgang is voor het aansluiten van een externe (stereo) versterker. EXT. REV.: Is een uitgang bestemd voor het aansluiten van een Johannus externe akoestiek. Dit is een systeem dat het ruimtelijk effect van een concertzaal of kathedraal nabootst. Gebruik deze uitgangen niet voor andere doeleinden.
1. Selecteer een intonatie door knop ROM, SYM of BAR in te drukken. Fabrieksintonatie Opslaan van de intonatiegegevens Voor het opslaan van de intonatiegegevens heeft u het Johannus Intonat programma nodig. 1. Sluit een PC aan op het orgel. Gebruik de MIDI SEQ.-uitgang. Zie § 3.4.
Terugzetten van de fabrieksintonatie De huidige intonatiegegevens gaan verloren als de gegevens niet worden opgeslagen in een PC. 1. Schakel het orgel uit. 2. Druk de knoppen PP en T in. Houd de knoppen vast. 3. Schakel het orgel in. 4.
Speelhulpen Chorus: Is een functie voor het licht verstemmen van de registers van het orgel om het een breder en meer levendige klank te geven. Activeer de Chorus via het register Chorus. Wijzigen van de registratie Met de 0-knop kunt u registraties op twee niveaus ongedaan maken: De 0-knop kort indrukken: Alleen de laatste wijziging wordt geannuleerd.
4.10 Easy Menu Het Easy Menu is een bedieningssysteem waarvan de instellingen op de display af te lezen zijn. Met behulp van de - en + knoppen, de SET- en de MENU-knop kan het Easy Menu bediend worden. Het Easy Menu bestaat uit de volgende functies: Main Volume Transposer Tuning Mode...
4.10.2 Transposer De functie Transposer verschuift de toonhoogte in halve toonsafstanden (van -8 tot +8). De ingestelde toonhoogte is op de display af te lezen (Tr:..). Veranderen van de transposer 1. Druk de MENU-knop in. 2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Transposer op de display. 3.
4.10.4 Programmeren MIDI-registers MIDI is een protocol voor communicatie tussen het orgel en andere apparatuur, zoals: Sequencer Andere muziekinstrumenten Met de programmeerbare MIDI-registers kunt u een willekeurige modulestem (1-128) via een willekeurig MIDI-kanaal (1-16) aansturen. 1. Druk de MENU-knop in. Selecteer met de - en + knoppen de functie MIDI Program op de display.
4.10.5 Temperaments De functie Temperaments stelt de stemmingskeuze in. Deze instelling kan niet worden opgeslagen. Bij het opnieuw inschakelen van het orgel staat deze automatisch op Equal. 1. Druk de MENU-knop in. 2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Temperaments op de display.
Pagina 19
7. Druk de SET-knop in. De manuaalinstelling wordt nu opgeslagen in het geheugen. 8. Druk de MENU-knop in om terug te keren naar het hoofdmenu. 9. Druk nogmaals de MENU-knop in om het Easy Menu te verlaten.
4.10.7 Reset Procedures Met de functie Reset Procedures kan het setzergeheugen gewist worden, of een aantal instellingen terug naar de fabrieksinstellingen worden gezet. 1. Druk de MENU-knop in. 2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Reset Procedures op de display.
4.10.9 Demo Songs De functie Demo Songs speelt 25 verschillende demo songs af. 1. Druk de MENU-knop in. 2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Demo Songs. 3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de titel en componist van de eerste demo song.
4.10.11 Reverb De functie Reverb stelt de galmkeuze per intonatie in. Programmeren van de Galm 1. Druk de MENU-knop in. 2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Reverb op de display. 3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de intonatie en galmkeuze.
4.10.12 Key Volumes De functie Key Volumes bestaat uit de volgende subfuncties: Adjust Reset one stop Reset ALL stops Adjust De functie Adjust stelt het volume per toets, register en intonatie in. 1. Schakel alle registers uit. 2. Selecteer een intonatie. 3.
Pagina 24
Reset one stop De functie Reset one stop herstelt de toetsvolumes voor één register in één intonatie naar de fabrieksinstelling. 1. Schakel alle registers uit. 2. Selecteer een intonatie. 3. Druk de MENU-knop in. 4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Key Volumes op de display. 5.
NDERHOUD STORINGEN EN GARANTIE Onderhoud Overzicht Onderdeel Onderhoud Frequentie Meubel Schoonmaken. Zie § 5.1.1. Indien nodig Manualen Schoonmaken en krassen Indien nodig wegwerken. Zie § 5.1.2. 5.1.1 Onderhoud meubel Het meubel bestaat uit massief hout en houtfineer. Gebruik geen meubel- of teakolie bij het poetsen van het orgelmeubel.
6. Neem contact op met uw dealer als het pedaal niet volledig werkt. Garantie In het garantiebewijs zijn alle bepalingen opgenomen. De garantie vervalt bij veranderingen of reparaties aan het orgel door personen of instanties, die hiertoe niet gemachtigd zijn door Johannus Orgelbouw b.v..
MIDI specificaties In deze paragraaf worden de specificaties die in de MIDI implementatiekaart staan meer gedetailleerd uitgewerkt. 6.2.1 Default basic channels (transmitted/ recognized) 2-manuaals instrument (met standaardklaviervolgorde): 1: Hoofdwerk 2: Zwelwerk 3: Pedaal 12: Registers 6.2.2 Basic channel changes (transmitted) Programmeerbaar met behulp van MIDI program.
Elke ‘sys ex’ (system exclusive) message ziet er voor het grootste gedeelte hetzelfde uit. De eerste 7 bytes en de laatste byte zijn altijd hetzelfde. Alleen de bytes ‘XX’ variëren. Dit is de algemene door Johannus gebruikte ‘sys ex message’: F0 00 4A 4F 48 41 53 XX F7 (hexadecimaal).