Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Teletek electronics IRIS 8 Handleiding
Teletek electronics IRIS 8 Handleiding

Teletek electronics IRIS 8 Handleiding

Lobeco. basisconfiguratie

Advertenties

BASISCONFIGURATIE
TELETEK IRIS 8 STAPPENPLAN
Version 1.1 2022-06 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Teletek electronics IRIS 8

  • Pagina 1 BASISCONFIGURATIE TELETEK IRIS 8 STAPPENPLAN Version 1.1 2022-06 NL...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUDSTABEL : Aansluiten van de luscomponenten BLZ 2 Configuratie van de hardware componenten BLZ 7 Automatische adressering van de lusdeelnemers BLZ 8 Adressering volgens isolator BLZ 8 Adressering volgens ID (serienummer) BLZ 10 Programmatiesoftware ProsTE BLZ 11 Gebruik van de ProsTE software BLZ 12 Opstarten van een nieuw systeem BLZ 12...
  • Pagina 3: Aansluiten Van De Luscomponenten

    1. Aansluiten van de luscomponenten: Sokkels B124 / B124HP : Sirenesokkels :...
  • Pagina 4 Handmelders : Om de handmelder te gebruiken met kortsluitisolator, dient met de toekomende lus aan te sluiten op L- en Izo (ipv L- en L+). Overwaakte mini inputmodule : (geen isolator) Nota : gebruik het programmeertoestel of automatische adressering op serienummer om dit apparaat te adresseren.
  • Pagina 5 Modules : Herhaalbord :...
  • Pagina 6 De centrale : IRIS 8 SB + Ext box IRIS 8 LB Module 1 : Voeding (Geïnstalleerd en geconfigureerd in de fabriek) Module 2 : Zekering 230V Module 3 : Aansluiting 230V Module 4 : Batterijen (max 12V-18Ah) Module 5 : Relaiskaart (Geïnstalleerd en geconfigureerd in de fabriek)
  • Pagina 7 Wanneer u extra luskaarten toevoegd, (centrale zonder spanning plaatsen), zal de centrale deze automatisch herkenning als een extra hardware component tijdens het opstarten.
  • Pagina 8: Configuratie Van De Hardware Componenten

    2. Configuratie van de hardware componenten: Voorbeeld met 2 nieuwe hardware componenten, bv 2 extra luskaarten. Bij opstart zal de centrale volgende melding geven : Klik op om de level 3 toegangscode in te geven (3333) en bevestig met OK Voor uw comfort, klik op Standaard zijn er reeds hardware componenten toegevoegd zoals voeding, de relaismodule en 1 luskaart.
  • Pagina 9: Automatische Adressering Van De Lusdeelnemers

    3. Automatische adressering van de lusdeelnemers. U kunt een automatische adressering op 2 manieren uitvoeren nl volgens ID (serienummer) of volgens isolator (volgorde van de lusdeelnemers op de lus). Alvorens deze automatische adressering te kunnen uitvoeren, dient de lus gesloten te zijn en mag er dus geen foutmelding “lusbreuk”...
  • Pagina 10 De centrale zal nu met de automatische adressering van start gaan en zal spanning sturen naar de eerste lusdeelnemer. De alarmLED van het component zal kortstondig oplichten. Automatische zal het volgende component op de lus geadresseerd worden. De adressering vindt dus plaats in chronologische volgorde van 1 tot max 250. Op het scherm zult u kunnen volgen op welke nummers de adressering is aangekomen.
  • Pagina 11: Adressering Volgens Id (Serienummer)

    3.2 Adressering volgens ID (serienummer) Klik op : Menu / System / Programming / Devices / Addressing Mogelijkheden : Een adres toekennen aan een specifiek apparaat. Een adres veranderen van een specifiek apparaat. Een manuele adressering starten door het apparaat in de sokkel te draaien of aan te sluiten op de lus.
  • Pagina 12: Programmatiesoftware Proste

    4. Programmatiesoftware ProsTE: Om de software te kunnen downloaden dient u zich naar onze « knowledge center » of kennisdatabank te begeven via onze website onder “support”. Op de kennisdatabank gaat u zoeken op “proste” Tijdens de installatie zult u een keuzemenu krijgen. Kies voor een gepersonaliseerde configuratie en kies enkel volgende zaken:...
  • Pagina 13: Gebruik Van De Proste Software

    5. Gebruik van de ProsTE software: 5.1 Opstarten van een nieuw systeem De eerste keer dat u ProsTE opstart, krijgt u een algemeen scherm. Mbv de rechter muisknop, voegt u de IRIS8 centrale toe. Om het paneel te kunnen uitlezen, dient u éénmaal op de centrale te klikken.
  • Pagina 14: Verbinding Maken Met De Centrale

    5.2 Verbinding maken met de centrale : Wanneer u op « lezen » klikt in ProsTE, krijgt u de keuze om de uitlezing te doen via micro-USB of IP. Afhankelijk van de verbinding maakt u de keuze. USB : U kunt een directe verbinding maken mbv een micro USB kabel.
  • Pagina 15 IP : Het is ook mogelijk om mbv een UTP kabel verbinding te maken. Dit kan zowel rechtstreeks of via een switch/router. Hiervoor dient u het tweede tapblad te kiezen “TCP” en het IP-adres van de centrale in te geven. Druk vervolgens op “Ok”...
  • Pagina 16: Programmatie

    6. Programmatie : In het hoofdmenu van de IRIS 8 zult u alle configuratie terugvinden die betrekking heeft tot de centrale zoals tijdsschema’s, alarmgeververtragingen en alarmgeversignaaltonen. 6.0 IRIS brandmeldcentrale : Ver : Versie van de centrale Dagstand : automatische dag/nacht overgang...
  • Pagina 17 Alarmtoon: instellen van de toon bij alarm Ontruimingstoon: instellen van de toon bij ontruiming Class Change Tone: instellen van de toon bij klasse verandering Auto uitloggen: activatie van de functie “automatisch uitloggen” Tijd autom uitloggen: instellen van de tijd voor “automatisch uitloggen” Evacuatievertraging fase 1 &...
  • Pagina 18 Alarmgever vertraging mode: instellen van de vertraging voor sirenes. Mogelijkheden: uit, aan, rooster Brandalarm vertraging mode: instellen van de vertraging voor uitgang brandalarm Fire R. Mogelijkheden: uit, aan, rooster Blussing vertraging mode: instellen van de vertraging voor uitgang blussing Fire P. Mogelijkheden: uit, aan, rooster Het rooster voor deze 3 uitgangen kunt u hier invullen.
  • Pagina 19: Toegangscodes

    6.1 Toegangscodes : Er zijn 4 verschillende codes mogelijk. Enkel voor code 4 kan het toegangsniveau niet gewijzigd worden. 6.2 Netwerk : Mogelijkheid om de netwerkinstellingen van de centrale aan te passen.
  • Pagina 20: Centrales In Netwerk

    6.3 Centrales in netwerk : Mogelijkheid om instellingen aan te passen van de panelen of herhaalborden die in netwerk staan. 6.4 Ingangtype : Onder ingangtypes verstaan we het aanmaken van events zoals • algemeen alarm • algemene storing • fout of alarm van een component •...
  • Pagina 21 U heeft verschillende ingangstypes om uit te kiezen : RANDAPPARATUUR : Evenement gelinkt aan de inputs. U kunt hier enkel randapparatuur 2 kiezen met keuze uit kanaal 1-4. DISPOSITIF BOUCLE : Evenement gelinkt aan een input. (MIO22, MIO40, MINP) ZONE : Evenement gelinkt aan de status van een zone.
  • Pagina 22 ZONE GROEP : Evenement gelinkt aan de status van een zone groep. U kunt kiezen uit brand en storing. Geef aan voor welke zone dit event is alsook de alarmtellen (1-9) en de logica (OF/EN). ELEMENT GROEP : Evenement gelinkt aan de groep van elementen.
  • Pagina 23 DATUM : Evenement gelinkt aan een bepaalde datum (jaar, datum en dag) ACTIE : Evenement gelinkt aan een bepaalde actie op het paneel. ALGEMEEN : Evenement gelinkt aan een algemeen event op het paneel NETWERK : Evenement gelinkt aan een uitgangsnummer op een andere centrale in het netwerk.
  • Pagina 24: Ingangsgroep

    6.5 Inganggroep Standaard is het zo dat elke ingang (zie menu 6.4), in zijn eigen ingangsgroep staat. Ingang 1, staat dus in ingangsgroep 1, ingang 2 in ingangsgroep 2 enz. In het volgende menu zullen we een actie toekennen als 1 of meerdere ingangsgroepen actief zijn.
  • Pagina 25: Uitgangen

    Een uitgang kan een relais zijn op de hoofdprint of op een I/O module in de lus maar kan ook een actie zijn zoals bv de zoemer of sirenes stoppen. U kunt in totaal 250 uitgangen schakelen op de IRIS 8 centrale. Om een uitgang uit te voeren, dient u de correcte ingangsgroep in te vullen. Zie oranje kader.
  • Pagina 26: Fat - Fbf

    Bij het uitgangstype, kunt u verschillende zaken kiezen: Geen: uitgang niet actief (standaard) Randapparatuur: schakelen van relais op hoofdprint (zie blz 6 in deze handleiding) Lus element: schakelen van een relais op een luselement (MIO22 of MIO04) Netwerk: schakelen van een ingangsnummer op een andere centrale Actie: uitvoeren van een actie Gebeurtenis: activeer een alarm, fout of waarschuwing op de centrale.
  • Pagina 27: Meldergroepen (Zones)

    6.8 Meldergroepen (zones) Op de centrale kunt u lusdeelnemers onderverdelen in maximaal 200 meldergroepen of zones. Deze kunt u dan programmeren zoals naam, vertragingen, … Automatische zullen ook de LEDs op het hoofdpaneel volgen. Alarmgeververtraging : instellen van de T2 of verificatietijd. Tijdens de T2 zal de sirene-uitgang of sirenes op de lus niet actief zijn.
  • Pagina 28 Zone mode : Normaal : Onmiddellijke activatie van het alarm. Dubbel: in geval van een detectie, zal de centrale in pre-alarm gaan, de zoemer activeren en de bewuste detector automatisch resetten. Komt deze detector opnieuw in alarm binnen de 255 seconden (tijd niet te wijzigen), zal de zone onmiddellijk in alarm gaan.
  • Pagina 29 Sounder groups: Met deze optie kunt u de sirenes onderverdelen in groepen. Hierdoor is een betere evacuatie mogelijk in geval van een brandalarm. De sirenes in andere zones kunnen dan dus ook geactiveerd worden. Bv: brand 4 verdieping = sirenes 4 verdieping + gelijkvloers + garage Om gebruik te maken van “sounder groups”, dient u de optie te activeren.
  • Pagina 30: Evac Meldergroepen

    6.9 Evac meldergroepen Laat u toe om een ontruiming te programmeren met een specifiek spraak ontruimingspaneel. 6.10 Randapparat. element Lijst met hardware in de centrale. Zie ook blz 6 in deze handleiding voor meer info.
  • Pagina 31: Lus Elementen

    6.11 Lus elementen De capaciteit van een lus bij Teletek is maximaal 250 componenten. Op elk component zult u standaard 2 stickers aantreffen met het serienummer. Om een vlotte programmatie te kunnen doen, is het aan te raden om de serienummers van alle componenten mooi bij te houden en eventueel op een plan te kleven.
  • Pagina 32 6.11.1 Detector (SensoIRIS T110 IS / S130 IS / M140 IS) Element status : informatieve info over de status van het component (normaal, storing, alarm, geen) RI uitgang/groep : gebruik deze functie voor de nevenindicator-uitgang aan te sturen. Zone : Geef in tot welke zone dit component behoort. Dag/nacht alarm niveau : instellen van het alarmniveau.
  • Pagina 33: Handmelder (Sensoiris Mcp150)

    6.11.2 HANDMELDER (SensoIRIS MCP150) Element status : informatieve info over de status van het component (normaal, storing, alarm, geen) Zone : Geef in tot welke zone dit component behoort. Parameters : instellingen van het component • Gebeurtenis: keuze uit “Alarm” of “Ontruiming”. •...
  • Pagina 34: Alarmgever En Sokkel Zonder Of Met Flits

    6.11.3 ALARMGEVER en SOKKEL ZONDER OF MET FLITS (SensoIRIS WSOU IS / WSST IS / BSOU IS / BSST IS) Element status : informatieve info over de status van het component (normaal, storing, alarm, geen) Zone : Geef in tot welke zone dit component behoort. Sounder Group : ingeven tot welke sirenegroep deze behoort.
  • Pagina 35 6.11.4 I/O MODULE (SensoIRIS MIO22/04/40) Element status : informatieve info over de status van het component (normaal, storing, alarm, geen) Zone : Geef in tot welke zone dit component behoort. Sirene Group : ingeven tot welke sirenegroep deze behoort. Zie instellingen van de zone en geef daar dezelfde sirenegroep in LED : Aan- of uitzetten van de polling-LED op het component Naam : Geef de naam van het component Klem 1/2/3/4: definieer het type van ingang of uitgang...
  • Pagina 36: Bijlagen

    X. Bijlagen : X.1 Volledige reset van de centrale OPGEPAST : ALLE GEGEVENS ZULLEN VERLOREN GAAN !!! Het is mogelijk om een harde en zachte reset uit te voeren. Om een zachte reset uit te voeren : Log in als Level 3 en klik op : Menu / System / Programming / Restore defaults Bevestig met “Yes”...
  • Pagina 37: Activatie Van Niet Geadresseerde Lusdeelnemers

    X.2 Activatie van niet geadresseerde lusdeelnemers. Het is mogelijk om op een eenvoudige manier de alarmLED van de lusdeelnemers te activeren die nog niet geadresseerd zijn. Log in als Level 3 en klik op : Menu / System / Programming / Devices / Addressing Ga met de pijltjes naar de gewenste lus en klik op ”...
  • Pagina 38 X3. Aanpassen van het logo op het beginscherm centrale /TFT herhaalbord Mbv de rechter muisknop in de ProsTE software, kiest u voor “Partner logo”. Selecteer een afbeelding met een formaat van 196 op 88 pixels en klik vervolgens op “upload logo” en maak een verbinding met de centrale.
  • Pagina 39: Handelingen Bij Een Lusbreuk

    X.4 Handelingen bij een lusbreuk: Wanneer een lus niet gesloten is, zal een storing “lusbreuk” zichtbaar zijn op het bedienscherm van de centrale. Optie 1 : Bij een nieuwe installatie zijn de luselementen nog niet geadresseerd. Verwijder de terugkerende kabel op de luskaart en gebruik de “zero address” methode.
  • Pagina 40: Toevoegen Van Een Luscomponent

    Optie 3: Als alle elementen reeds geadresseerd zijn, kunt u de “loop tester” gebruiken. Deze zal aangeven waar juist de kabelbreuk is. PS: gebruik dit ook voor kortsluitingen X.5 Toevoegen van een luscomponent. Optie 1 : Kijk in programmatie hoeveel luscomponenten er reeds aanwezig zijn op de lus om geen dubbele adressen te hebben.
  • Pagina 41 Optie 2: Gebruik de semi autoadressing (self addressing) om een component te adresseren op het moment u deze in zijn sokkel draait. Open deze functie via het adresseringsmenu door te klikken op In dit menu, zal de centrale aangeven hoeveel elementen er reeds op de lus aanwezig is, en wat het volgende adres zal worden als u een element op de lus plaatst.
  • Pagina 42: Een Component Vervangen

    X.6 Een component vervangen : Als een component dient te vervangen door bv defect of vervuilde detector, dan zal u een melding krijgen op het scherm van de centrale eenmaal dit component niet meer in de lus aanwezig is. U zal een nieuw component moeten installeren met hetzelfde digitaal adres alsook hetzelfde type.
  • Pagina 43: Controle Vervuiling + Meetkamer Schoonmaken

    X.7 Controle vervuiling + meetkamer schoonmaken : Via de ProsTE software, kunt u op een zeer gemakkelijke manier een mooi overzicht krijgen van de vervuilingsgraad van alle optische en multicriteria detectoren. In de lijst, zal de meest vervuilende detectoren altijd bovenaan staan. Het is tevens mogelijk om deze lijst te exporteren naar een CSV-bestand of af te drukken.
  • Pagina 44 Wilt u de detector controleren op het paneel, ga dan naar het component in de lusconfiguratie. Wanneer u deze controle uitvoert, dan zult u een percentage rook en stof te zien krijgen in de optische meetkamer. Wanneer u deze controle uitvoert op een multicriteria detector, krijgt u ook de huidige temperatuur te zien.
  • Pagina 45 Stap1: verwijder met een fijne schroevendraaier het deksel aan de onderkant van de detector Stap 2: verwijder de printplaat...
  • Pagina 46 Stap 3: verwijder voorzichtig de meetkamer door de 4 lipjes met de fijne schroevendraaier een heel klein beetje te openen. Stap 4: maak de meetkamer schoon met perslucht...
  • Pagina 47 Stap 5: maak de zender en ontvanger voorzichtig schoon met een fijn/zacht borsteltje. Gebruik hiervoor GEEN perlucht Stap 6: maak detector schoon, dit mag u doen met perslucht.
  • Pagina 48 Stap 7: monteer alles terug voorzichtig.
  • Pagina 49: Helpfunctie

    X.8 Helpfunctie : U kunt via de ProsTE software gebruik maken van de HELP functie Klik hiervoor op het icoontje in de taakbalk.
  • Pagina 50: Level 3 Programmatie Menu

    X.9 Level 3 programmatie menu...
  • Pagina 51: Level 3 Onderhoudsmenu

    X.10 Level 3 onderhoudsmenu...

Inhoudsopgave