Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Riso MZ Series

  • Pagina 3 RISO is niet verantwoordelijk voor enige schade of kosten resulterend uit het gebruik van deze handleiding. Daar wij onze producten voortdurend verbeteren, kan de machine in sommige aspecten afwijken van de in deze handleiding opgenomen afbeeldingen. RISO is niet aansprakelijk voor enige directe, incidentele of vervolgschade van welke aard dan ook, of voor verliezen of kosten resulterend uit het gebruik van dit product of de meegeleverde handleidingen.
  • Pagina 4 INHOUD MZ-serie model........................7 Pictogrammen in deze handleiding ..................8 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: installatie....................10 Installatie ...........................10 Stroomaansluiting.......................10 Veiligheidsgids: omgaan met en bedienen van de machine ..........11 Werkomgeving........................11 Omgaan met de machine ....................11 Verbruiksgoederen ......................12 Gebruik van inkt........................12 Aansluiten op een computer....................
  • Pagina 5 INHOUD Functies voor het maken van masters De beeldverwerkingsmode selecteren [Pag.] ..............68 Foto's verwerken met puntrastering [Dot bewerken] ............70 Fotocontrast aanpassen [Contrastinst] ................72 Fotogradatie aanpassen [Toonbocht] ................73 Het scancontrast voor het origineel selecteren [Contrast] ..........75 Originelen vergroten/verkleinen [Standaardverhouding] [Vrij] [Marge+] [Zoom] ....
  • Pagina 6 INHOUD Afdrukfuncties De afdruksnelheid wijzigen [Afdruksnelheid aanpassen] ..........110 Afdrukken op hoge snelheid [150ppm] ................111 “150ppm” instellen ......................111 De afdrukdichtheid aanpassen [Afdrukdichtheid aanpassen] ........112 De afdrukpositie aanpassen [Afdrukpositie aanpassen] [1=2 Uitlijning] ......113 De afdrukpositie van beide trommel tegelijk aanpassen ..........114 Testkopieën afdrukken [Testen] ..................
  • Pagina 7 INHOUD De master veilig beheren nadat de afdruktaak is voltooid..........183 Misbruik van gemaakte of verwijderde master voorkomen [Beschermen] .......184 Opslag- en scanmodes (optie) Opslag ..........................186 Gegevens van het origineel die kunnen worden opgeslagen ...........186 Opgeslagen gegevens ophalen ..................187 Papieren origineel omzetten naar opgeslagen gegevens (scanmode) ......
  • Pagina 8 INHOUD Onderhoud Schoonmaken........................242 Thermische printerkop ......................243 Glasplaat en beschermkussen van glasplaatdeksel............243 Scanglas en wit blad van de optionele automatische documentinvoer (ADF)....244 Drukrol ..........................244 Buitenkant printer ......................245 Probleemoplossing Als er een melding wordt weergegeven ................246 Opmaak foutmeldingen ....................246 Opmaak popup-meldingen ....................255 Informatiescherm verbruiksgoederen ................261 Probleemoplossing ......................
  • Pagina 9 MZ-serie model Dank u voor de aankoop van deze machine. Deze machine is een digitale duplicator (hoogvolumeprinter) met de volgende functies. • De machine bevat twee kleurentrommels, waardoor u eenvoudig in twee kleuren kunt afdrukken. • De machine is tevens voorzien van een LCD-display en een gebruiksvriendelijk aanraakscherm dat u kunt bedi- enen door de toetsen op het scherm aan te raken.
  • Pagina 10 Pictogrammen in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Informatie over de notatie De volgende pictogrammen worden in de hele handleiding gebruikt. WAARSCHUWING: als u deze waarschuwing negeert, kan dit de dood of ernstige verwondingen tot gevolg hebben.
  • Pagina 11 De notatie voor bedieningsaanwijzingen en functiebeschrijvingen De onderstaande conventies worden gebruikt om functies en handelingen uit te leggen. Hoofdstuktitel Display Geeft het scherm weer zoals dit er bij de betreffende Procedure stap uitziet. De procedures worden in stappen beschreven. Volg deze stappen.
  • Pagina 12 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: installatie In dit hoofdstuk worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen bij het installeren van de machine. Lees dit hoofdstuk voordat u de machine installeert. LET OP: • Uw dealer zal u bij levering helpen een goede locatie voor de machine te bepalen. Installatie WAARSCHUWING: •...
  • Pagina 13 Voordat u de machine gaat gebruiken Veiligheidsgids: omgaan met en bedienen van de machine In dit hoofdstuk worden de voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen bij het bedienen van de machine. Lees dit hoofdstuk voordat u de machine gebruikt. Werkomgeving Belangrijk!: •...
  • Pagina 14 Voordat u de machine gaat gebruiken Verbruiksgoederen Belangrijk!: • Voor inkt en masterrollen wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. • Sla verbruiksgoederen zoals inkt en masterrollen zorgvuldig op. Bewaar verbruiksgoederen niet op de volgende locaties: – Locaties die blootstaan aan direct zonlicht of lichte plaatsen nabij ramen.
  • Pagina 15 Voordat u de machine gaat gebruiken Aansluiten op een computer U kunt direct gegevens van een aangesloten computer als afdrukorigineel naar de machine verzenden. Omdat de digitale gegevens direct voor het maken van een master worden gebruikt, is het afdrukresultaat uitstekend. Belangrijk!: •...
  • Pagina 16 Voordat u de machine gaat gebruiken Aanbevolen papier Beperkingen formaat en gewicht In de onderstaande tabel ziet u de specificaties voor het afdrukpapier dat u kunt gebruiken. Bruikbaar afdrukpapier Formaat Gewicht 100 mm × 148 mm tot 297 mm × 432 mm 46g/m tot 210g/m LET OP:...
  • Pagina 17 • Het beeld wordt niet op het gehele oppervlak van het bruikbare afdrukpapier afgedrukt. p.17 RISO garandeert niet dat papier dat niet aan de bovenstaande specificaties voldoet door de machine kan worden gevoerd en voor afdrukken kan worden gebruikt. Tips voor optimale papierinvoer Volg de onderstaande aanwijzingen om papierstoringen te voorkomen.
  • Pagina 18 Voordat u de machine gaat gebruiken Originelen Beperkingen formaat en gewicht Overzicht van bruikbare originelen. Via de optionele automatische documentinvoer Via de glasplaat (ADF) Formaat Gewicht Formaat Gewicht 50 mm × 90 mm 100 mm × 148 mm Max. 10 kg 50 g/m tot 128 g/m 297 mm ×...
  • Pagina 19 Voordat u de machine gaat gebruiken Maximale afdrukgebieden en marges De maximale afdrukgebieden zijn als volgt. Maximaal afdrukgebied Maximaal bruikbaar afdrukpapierformaat 291 mm × 413 mm 297 mm × 432 mm Belangrijk!: • De marges in de afbeelding zijn vereist voor de originelen, ongeacht het origineelformaat dat wordt afgedrukt. Verklein het origineel als dit nodig is om het binnen de marges te passen.
  • Pagina 20 Overzicht Functie en naam van elk onderdeel Masterafvalbak 1 ( p.234) Bedieningspaneel ( p.20, p.21) Bevat afgevoerde masters. Gebruik de toetsen om verschillende afdrukfuncties uit te voeren. Neerlatingsknop invoerlade ( p.32) Display ( p.22 ∼p.28) Brengt de papierinvoerlade omlaag voor het vervangen of plaatsen van papier.
  • Pagina 21 Overzicht Vrijgavehendel afdruktrommel ( p.236) Papieruitvoergeleider ( p.120) Deze geleider wordt automatisch aangepast zodat Ontgrendelt de afdruktrommel, zodat deze kan worden afdrukken netjes worden gestapeld. verwijderd. Geleiders van de papierontvangstlade ( p.33) Afdruktrommel 1 ( p.236) Voor het netjes ordenen van uitgevoerd papier. Voorklep Schuif deze op maat van de breedte van het papier Inktpatroon( p.232)
  • Pagina 22 Overzicht Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat fysieke toetsen, zoals . Het heeft tevens een grote display waarop ver- schillende berichten en functietoetsen worden weergegeven. In dit hoofdstuk worden de namen en functies van de fysieke toetsen en de display en displayfuncties beschreven. Modetoets Toetsen/indicator voor aanpassen afdruksnelheid ( p.110)
  • Pagina 23 Overzicht 20 21 19 18 17 14 15 16 Starttoets Voortgangspijlen Hiermee start u het maken van een master, het afdruk- Hiermee wordt de voortgang aangegeven van het ken of het uitvoeren van ingestelde bewerkingen. maken van masters en het afdrukken. De toets wordt alleen verlicht als deze actief is.
  • Pagina 24 Het modescherm wordt normaal weergegeven zoals in de afbeelding links wordt aangegeven. LET OP: • Wanneer u de optionele documentopslagkaart DM-128CF of de RISO-controller PS7R hebt geïnstalleerd en een gekoppelde printer (apart verkocht) hebt aangesloten, ziet het modescherm eruit zoals hieronder wordt aangegeven. Display...
  • Pagina 25 Overzicht Een mode selecteren Druk op de modetoets in het modescherm om de basisschermen van de verschillende modi weer te geven. Kleurmode Selecteer het afdruktype (tweekleurig/eenkleurig afdrukken (alleen trommel 1 of alleen trommel 2)) om het func- tieselectiescherm weer te geven (MasterMake/Afdrukken). •...
  • Pagina 26 Overzicht Scanmode (optie) Als u [Scannen] selecteert, wordt het basisscherm voor scannen weergegeven. LET OP: • Zie “Opslag- en scanmodes” ( p.186) voor informatie over de scanmode. Koppelingsmode (optie) Met [Link afdr.] geeft u het basisscherm voor gekoppelde printers weer. LET OP: •...
  • Pagina 27 Overzicht Lay-out basisscherm De naam en functie van elk gedeelte van het basisscherm wordt hieronder behandeld. De weergave van het basis- scherm hangt af van of u een papieren document scant of vanaf een computer afdrukt. LET OP: • De weergave van elk basisscherm is verschillend afhankelijk van de mode. Papieren documenten scannen en afdrukken Meldingengebied : status van gegevens die vanaf een compu-...
  • Pagina 28 Overzicht Computergegevens afdrukken Tabtoetsen Papiertoets (tabtoetsen “Selecties” en “Admin.” zijn p.80 uitgeschakeld) Auto Afdr. Druk op een tabtoets om het bijbehorende scherm weer U kunt instellen dat het afdrukken op bepaalde punten te geven. wordt onderbroken. (Onafhankelijk van de instellingen Taakeigenschappen van het stuurprogramma.) De eigenschappen van de huidige afdruktaak worden...
  • Pagina 29 Overzicht Overige schermen Selectiescherm In dit scherm kunt u snel instellingen van een functie wijzigen of het scherm van de functie openen. U kunt maximaal negen sneltoetsen voor functies weergeven. ( p.175) Functiescherm Via dit scherm hebt u toegang tot diverse functies. Scherm Admin.
  • Pagina 30 Overzicht Toetsen op het aanraakscherm U selecteert toetsen door deze licht met een vinger aan te raken. Raak een toets opnieuw aan om de selectie ongedaan te maken. Druk niet te hard op het scherm. Niet geselecteerd. Veelgebruikte toetsen Geselecteerd. Activeert/implementeert een instelling.
  • Pagina 31 Overzicht Display...
  • Pagina 32 Basishandelingen Voorbereidingen voor afdrukken Stel eerst de invoer- en ontvangstlades van de machine in. Zet de machine aan. Zet de machine aan. Druk op [MasterMake] in het functie- selectiescherm. Selecteer de gewenste mode. In dit voorbeeld wordt de mode voor “tweekleurig afdrukken”...
  • Pagina 33 Basishandelingen De papierinvoerlade instellen en papier plaatsen Belangrijk!: • Gebruik geen ongeschikt papier of papier van verschillend formaat. Hierdoor kan het papier vastlopen en de machine beschadigd raken. p.14 Open de papierinvoerlade. Stel de papierinvoerdruk in. Trek de papierinvoerlade zover mogelijk open. Plaats het papier.
  • Pagina 34 Basishandelingen Papier bijvullen of vervangen Wanneer u tijdens het afdrukken papier plaatst of vervangt door papier van een ander formaat, brengt u de papier- invoerlade omlaag met de neerlatingsknop. Als u de knop ingedrukt houdt, zakt de invoerlade naar beneden totdat u de knop loslaat.
  • Pagina 35 Basishandelingen De papierontvangstlade instellen Open de papierontvangstlade. Stel de papierordeners in. De stapeling van het papier wordt beïnvloed door Trek de papierontvangstlade zover mogelijk naar het formaat en de sterkte van het papier. Stel de beneden. papierordeners in, zodat het uitgevoerde papier netjes wordt gestapeld.
  • Pagina 36 Basishandelingen De papierontvangstlade sluiten Verwijder alle afdrukken en volg de onderstaande stap- pen voor het sluiten van de ontvangstlade. Schuif de papierstop naar de rand van de ontvang- stlade. Duw de papierstop omlaag. Trek de papierordeners omhoog en schuif de geleiders van de ontvangstlade zo ver mogelijk naar links en rechts.
  • Pagina 37 Basishandelingen Basisprocedure In dit gedeelte worden de algemene afdruktaken voor tweekleurig afdrukken beschreven. U kunt op twee manieren tweekleurig afdrukken: door twee originelen gescheiden op kleur te verwerken (voor trom- mel 1 en trommel 2) of door kleuren van één origineel te scheiden. Procedure Handelingen Tweekleurige afdrukken van twee originelen...
  • Pagina 38 Basishandelingen Procedure Handelingen Tweekleurige afdrukken van twee originelen Tweekleurige afdrukken door de kleuren gescheiden op kleur: van een enkel origineel te scheiden (bij gebruik van Easy 2kleur) Master maken Testkopie (1) Er wordt een testkopie eenkleurig afgedrukt met trommel 1. Plaats het origineel voor trommel 2.
  • Pagina 39 Basishandelingen Procedure Handelingen Tweekleurige afdrukken van twee originelen Tweekleurige afdrukken door de kleuren gescheiden op kleur: van een enkel origineel te scheiden (bij gebruik van Easy 2kleur) Master maken Testkopie (2) Er wordt een tweekleurige testkopie afgedrukt. Afdrukken Afdrukken Het ingevoerde aantal kopieën wordt afgedrukt. Basisprocedure...
  • Pagina 40 Basishandelingen Tweekleurige afdrukken van twee originelen Er worden twee originelen (voor trommel 1 en trommel 2) gebruikt voor het afdrukken. Belangrijk!: • Gebruik papier met een formaat van 182 mm × 257 mm (B5) of groter. Zet de machine aan. LET OP: •...
  • Pagina 41 Basishandelingen Plaats het papier. Tip: De Maatraster gebruiken p.31 voor informatie over het plaatsen van Met de maatraster kunt u afbeeldingen op een papier. origineel nauwkeurig op de glasplaat uitlijnen, zelfs als deze niet recht op het vel staan. Ver- schuif het origineel langs de rasterlijnen op de maatraster.
  • Pagina 42 Basishandelingen Belangrijk!: LET OP: • De ADF kan originelen verwerken vanaf 90 × • U kunt maximaal 50 vel papier van 64 g/m 140 mm. Kleinere originelen moeten op de de ADF plaatsen. glasplaat worden geplaatst. • Plaats geen originelen met verschillende for- Configureer de afdrukfuncties.
  • Pagina 43 Basishandelingen Wanneer de masters zijn gemaakt, wordt een Stel de afdrukfuncties in voor het testkopie met trommel 1 afgedrukt. Vervolgens origineel voor trommel 2. wordt het basisscherm voor masteraanmaak voor U kunt de afdrukfuncties voor het origineel voor trommel 2 weergegeven. trommel 2 naar wens aanpassen.
  • Pagina 44 Basishandelingen Zodra het scannen is voltooid, wordt de master Belangrijk!: voor trommel 2 gemaakt. • Als de machine gedurende langere tijd niet is gebruikt, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan door opgedroogde inkt op de afdruktrommel. Druk meerdere keren op voor het afdruk- ken van testkopieën.
  • Pagina 45 Basishandelingen LET OP: Verwijder de afdrukken. • Druk op als u de huidige afdruktaak wilt onderbreken. • Wanneer de machine gedurende een bepaalde tijd niet actief is, wordt aangenomen dat de hui- dige taak voltooid is, ook als het afdrukken nog gaande is.
  • Pagina 46 Basishandelingen Tweekleurig afdrukken met 1 origineel [Easy 2kleur] Er wordt een enkel origineel gescand. De scanresultaten worden over trommel 1 en trommel 2 verdeeld en vervol- gens wordt een tweekleurige afdruk gemaakt. Belangrijk!: • Gebruik papier met een formaat van 182 mm × 257 mm (B5) of groter. Methoden voor Easy 2kleur U kunt op twee manieren kleuren scheiden voor “Easy 2kleur”.
  • Pagina 47 Basishandelingen Rode kleur Bij deze functie worden de kleuren van een origineel in zwart en lichtrood gescheiden. De master van het zwarte gedeelte van het origineel wordt op trommel 1 gemaakt en het rode gedeelte op trommel 2 (de trommels zijn verwisseld wanneer u [Kl.wissel] hebt geselecteerd). LET OP: •...
  • Pagina 48 Bij deze functie worden handgeschreven gedeelten die met de aanbevolen pen of rode potlood op originelen zijn getekend, gescheiden van zwarte afbeeldingen die met een RISO-printer of inkjetprinter zijn afgedrukt (documenten die met een lichtere tint zwart of met inkt op waterbasis zijn afgedrukt).
  • Pagina 49 Basishandelingen Scheidingsblad Bij deze functie wordt het origineel gescheiden met behulp van een afzonderlijk vel (het zonespecificatievel) waarop met een aanbevolen pen de gewenste zone is getekend. De master van het gedeelte buiten de opgegeven zone wordt op trommel 1 gemaakt en het gedeelte binnen de zone op trommel 2 (de trommels zijn verwisseld wanneer u [Kl.wissel] hebt geselecteerd).
  • Pagina 50 Basishandelingen Tip: Informatie over de opgegeven zone en het scheidingsblad Gebruik de aanbevolen pen om de opgegeven zone te omlijnen. Wanneer u de zone aangeeft met een pen die niet wordt aanbevolen, wordt de scheiding mogelijk niet juist verwerkt. • Zorg dat u het begin en einde van de omlijning die u met de pen tekent, met elkaar verbindt. Als de uiteinden niet zijn verbonden, wordt de opgegeven zone mogelijk niet herkend.
  • Pagina 51 Basishandelingen Procedure voor Easy 2kleur Zet de machine aan. Plaats het papier. p.31 voor informatie over het plaatsen van LET OP: papier. • Als de toets verlicht is, staat de machine in de energiespaarstand. Schakel de ener- giespaarstand uit door op te drukken.
  • Pagina 52 Basishandelingen Tip: Druk op de toets van de scheidingsmethode die u wilt gebruiken. De Maatraster gebruiken Met de maatraster kunt u afbeeldingen op een origineel nauwkeurig op de glasplaat uitlijnen, zelfs als deze niet recht op het vel staan. Ver- schuif het origineel langs de rasterlijnen op de maatraster.
  • Pagina 53 Basishandelingen Druk op De machine scant het origineel, scheidt de kleu- ren en maakt achtereenvolgens de masters. LET OP: • Als u in stap 7 “Voorbeeld” hebt ingesteld, wordt Zodra de master op trommel 1 is gemaakt, wordt het afdrukproces tijdelijk gestopt zodra het een testkopie gemaakt met alleen trommel 1.
  • Pagina 54 Basishandelingen Controleer de testkopie. Druk op Nadat een testkopie is afgedrukt, wordt automa- tisch het basisscherm voor afdrukken weerge- geven. Controleer de testkopie, bijvoorbeeld op afdruk- positie en afdrukdichtheid. Wijzig indien nodig de afdrukpositie en de afdrukdichtheid. • Afdrukpositie ( p.113) •...
  • Pagina 55 Basishandelingen Druk op als het afdrukken is voltooid. De standaardwaarde van de instelling wordt her- steld. LET OP: • Wanneer het afdrukken is voltooid, blijft de master op de afdruktrommel. Als u vertrou- welijke documenten tegen ongeoorloofde dupli- catie wilt beschermen, gebruikt u de vertrouwelijkheidsfunctie voor het verwijderen van de master na het afdrukken.
  • Pagina 56 Basishandelingen Originelen instellen met het scheidingsblad Als u het “Scheidingsblad” wilt gebruiken, moet u eerst het zonespecificatievel scannen voordat u het origineel scant. Plaats het zonespecificatievel. Plaatsing in de automatische documentinvoer (optie) Plaatsing op de glasplaat Plaats de originelen met de te kopiëren zijde Plaats het origineel met de te kopiëren zijde naar beneden en pas de origineelgeleiders van naar beneden op de glasplaat.
  • Pagina 57 Basishandelingen Druk op [Easy 2kleur]. Configureer de afdrukfuncties. Configureer de gewenste instellingen. Zie het gedeelte over afdrukfuncties voor meer informatie over elke afdrukfunctie. Het scherm Easy 2kleur wordt weergegeven. Druk op de toets van de scheidingsmethode die u wilt gebruiken. Wanneer het basisscherm voor masteraanmaak niet wordt weergegeven, drukt u op Druk op...
  • Pagina 58 Basishandelingen Plaats het origineel. Plaatsing op de glasplaat Verwijder het zonespecificatievel van de glas- plaat en plaats het origineel zoals in stap 1 wordt beschreven. LET OP: • Plakboeken enzovoort moeten op de glasp- laat worden geplaatst. Originelen een voor een in de ADF plaatsen Plaats het origineel zoals in stap 1 wordt bes- chreven.
  • Pagina 59 Basishandelingen Eenkleurig afdrukken U kunt trommel 1 of trommel 2 gebruiken om eenkleurig af te drukken. Belangrijk!: • U kunt voor eenkleurig afdrukken zowel trommel 1 als trommel 2 gebruiken, maar het wordt aanbevolen hoofdza- kelijk trommel 1 te gebruiken. Zet de machine aan.
  • Pagina 60 Basishandelingen Stel de papierontvangstlade in. Plaatsing in de automatische documentinvoer (optie) p.33 voor informatie over het instellen van de papierontvangstlade. Plaats de originelen met de te kopiëren zijde naar beneden en pas de origineelgeleiders van de ADF aan de breedte van de originelen aan. Plaats het origineel.
  • Pagina 61 Basishandelingen Druk op Controleer de testkopie. Controleer de testkopie, bijvoorbeeld op afdruk- positie en afdrukdichtheid. Wijzig indien nodig de afdrukpositie en de afdrukdichtheid. • Afdrukpositie ( p.113) • Afdrukdichtheid ( p.112) Druk na het aanpassen op om een testko- Het origineel wordt gescand, de kleuren worden pie af te drukken.
  • Pagina 62 Basishandelingen Druk op LET OP: • Wanneer het afdrukken is voltooid, blijft de master op de afdruktrommel. Als u vertrou- welijke documenten tegen ongeoorloofde dupli- catie wilt beschermen, gebruikt u de vertrouwelijkheidsfunctie voor het verwijderen van de master na het afdrukken. p.160 Verwijder de afdrukken.
  • Pagina 63 Basishandelingen Tip: Eenkleurig afdrukken met trommel 2 In het algemeen wordt aanbevolen om trommel 1 te gebruiken voor eenkleurig afdrukken, maar u kunt desgewenst ook trommel 2 gebruiken. De procedure hiervoor wijkt echter iets af van die voor trommel 1. De volgende beperkingen zijn van toe- passing: Trommel 1 is verwijderd en alleen trommel 2 wordt gebruikt...
  • Pagina 64 De machine kan gegevens ontvangen en afdrukken van een origineel dat op een computer is gemaakt. Deze gegevens worden digitaal verwerkt, waardoor met hoge kwaliteit kan worden afgedrukt. Belangrijk!: • Installeer eerst een geschikt stuurprogramma op de computer. Zie de handleiding van het RISO-printerstuurpro- gramma voor informatie over het installeren. LET OP: •...
  • Pagina 65 Basishandelingen Computergegevens afdrukken Zorg dat de machine is inge- Stel de afdrukopties op de computer in. schakeld. Controleer het bedieningspaneel. LET OP: • Als de stroom is uitgeschakeld, zijn zowel de display als de toets uitgeschakeld. Zet de machine aan. p.31 •...
  • Pagina 66 Basishandelingen Controleer de display. Tip: Taaklijst Controleer de naam van de eigenaar en het afdrukvoorbeeld om zeker te zijn dat de ontvan- gen gegevens de gegevens zijn die wilt afdruk- ken. Configureer de gewenste functies. Wanneer de gegevens zijn ontvangen, drukt u op in het basisscherm om de huidige taak- lijst weer te geven.
  • Pagina 67 Basishandelingen LET OP: Tip: Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) • U kunt de afdrukpositie, de dichtheid en de gebruikt snelheid ook tijdens het afdrukken aanpassen. Als “Auto verwerking” ingeschakeld is, kunt u • Als u het aantal afdrukken op de machine invoert, “Online Auto-kopp.”...
  • Pagina 68 Basishandelingen De taakuitvoer wijzigen U kunt de uitvoer instellen in de basisschermen voor masteraanmaak/afdrukken. Basisscherm voor masteraanmaak • [Voorbeeld] U kunt het beeld voor het maken van een master van de huidige pagina weergeven. LET OP: • Met “Voorbeeld” worden alle ontvangen gegevens van origi- nelen weergegeven als een beeld voor het maken van een master.
  • Pagina 69 Basishandelingen Het stopmoment wijzigen Standaard geldt het stopmoment dat in het printerstuurprogramma is ingesteld. De instellingen kunnen echter op de machine worden gewijzigd als deze is gestopt. LET OP: • Als in het stuurprogramma “Auto Afdr.” op AAN is ingesteld, drukt u op om de bewerking te stoppen en de wijzigingen aan te brengen.
  • Pagina 70 Functies voor het maken van masters De beeldverwerkingsmode selecteren [Pag.] Selecteer voor het maken van een correcte master van een document de juiste mode, afhankelijk van of het origineel alleen tekst (Lijn), alleen foto's of beide bevat. LET OP: • U kunt de standaardmode voor de beeldverwerking instellen in het scherm Admin.. p.167 Druk op [Pag.] in het basisscherm Druk op [Foto] om een type foto te selecteren.
  • Pagina 71 Functies voor het maken van masters Druk op [OK]. Het volgende scherm wordt weergegeven. Het basisscherm voor masteraanmaak wordt opnieuw weergegeven. De beeldverwerkings- mode is bijgewerkt. LET OP: • Sommige functies zijn niet beschikbaar in bepaalde beeldverwerkingsmodes. Lijn Foto Potlood Dot bewerken —...
  • Pagina 72 Functies voor het maken van masters Foto's verwerken met puntrastering [Dot bewerken] Met de functie “Dot bewerken” worden foto-originelen met puntrastering bewerkt voor heldere afdrukken. Selecteer een van de vier typen puntpatronen. LET OP: • “Dot bewerken” is niet beschikbaar als de beeldverwerkingsmode op “Lijn” of “Potlood” is ingesteld. Druk op [Functies] in het basiss- Selecteer een puntpatroon.
  • Pagina 73 Functies voor het maken van masters Het volgende scherm wordt weergegeven. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Dot bewerken is bijgewerkt. Foto's verwerken met puntrastering [Dot bewerken]...
  • Pagina 74 Functies voor het maken van masters Fotocontrast aanpassen [Contrastinst] Voor originelen met slecht te onderscheiden foto's kunt u het contrast aanpassen voor duidelijkere afdrukken. U kunt op twee manieren het contrast aanpassen. Belangrijk!: • Als “Pag.” is ingesteld op “Lijn”, “Duo” of “Potlood”, kunt u “Contrastinst” niet gebruiken. Druk op [Functies] in het basiss- •...
  • Pagina 75 Functies voor het maken van masters Fotogradatie aanpassen [Toonbocht] U kunt de lichte en donkere gedeelten van een foto elk met drie tonen aanpassen. Belangrijk!: • Als “Pag.” is ingesteld op “Lijn”, kunt u “Toonbocht” niet gebruiken. Druk op [Functies] in het basiss- Druk op de knoppen bij “Lichten”...
  • Pagina 76 Functies voor het maken van masters Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Toonbocht is bijgewerkt. Fotogradatie aanpassen [Toonbocht]...
  • Pagina 77 Functies voor het maken van masters Het scancontrast voor het origineel selecteren [Contrast] U kunt het scancontrast aanpassen aan de achtergrondkleur of de afdrukdichtheid van het origineel. U stelt het scancontrast in door Automatisch of een niveau (1-5) te selecteren. In automatische mode wordt “Contrast”...
  • Pagina 78 Functies voor het maken van masters Originelen vergroten/verkleinen [Standaardverhouding] [Vrij] [Marge+] [Zoom] Documenten kunnen vergroot of verkleind worden afgedrukt. U kunt originelen op de volgende manieren verkleinen/ vergroten. Auto De zoomverhouding wordt automatisch aangepast aan het papierformaat in de papierinvoerlade. Standaardverhouding Originelen met een standaardformaat (A4, B5 enzovoort) worden vergroot of verkleind tot een ander standaard- formaat.
  • Pagina 79 Functies voor het maken van masters Vergroting en verkleining met standaardverhouding [Standaardverhouding] [Marge+] Druk op [Afmetingen] in het basiss- LET OP: cherm voor masteraanmaak. • U kunt “Standaardverhouding” en “Marge+” tegelijk selecteren. Het veld “Huidig” geeft het gecombineerde resultaat van “Standaardver- houding”...
  • Pagina 80 Functies voor het maken van masters Vergroten/verkleinen met een gewijzigde breedte- hoogteverhouding [Vrij] Druk op [Afmetingen] in het basiss- U kunt de vergroting verlagen/verhogen met stap- pen van 1%. cherm voor masteraanmaak. LET OP: • U kunt ook getallen invoeren met de afdrukaan- taltoetsen.
  • Pagina 81 Functies voor het maken van masters Vergroten en verkleinen met de zoomfunctie [Zoom] Druk op [Afmetingen] in het basiss- LET OP: cherm voor masteraanmaak. • U kunt ook getallen invoeren met de afdrukaan- taltoetsen. • Druk op als u het oorspronkelijke formaat wilt herstellen (100%).
  • Pagina 82 Functies voor het maken van masters Afwijkende papierformaten gebruiken [Papier] De machine detecteert automatisch papier met een standaardformaat in de invoerlade voor het maken van een mas- ter. Afwijkende papierformaten worden echter niet gedetecteerd, waardoor u deze handmatig moet instellen voordat u een master kunt maken.
  • Pagina 83 Functies voor het maken van masters Automatisch afdrukken [Auto verwerking] U kunt instellen dat het maken van masters en het afdrukken automatisch na elkaar worden uitgevoerd. Als “Auto verwerking” is geselecteerd, voert u het aantal afdrukken in en drukt u op Belangrijk!: •...
  • Pagina 84 Functies voor het maken van masters Afdrukken van gebonden documenten [Boekschaduw] Met deze functie wordt bij het afdrukken van tijdschriften en boeken de schaduw in de “rug” in het midden en in de randgebieden gewist. De printer bepaalt automatisch het gebied waar schaduw moet worden gewist. Belangrijk!: •...
  • Pagina 85 Functies voor het maken van masters Druk op [Functies] in het basiss- Druk op [OK]. cherm voor masteraanmaak. Het volgende scherm wordt weergegeven. Druk op [Boekschaduw]. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Boekschaduw is bijgewerkt. Druk op de gewenste schaduwver- LET OP: werkingsmethode.
  • Pagina 86 Functies voor het maken van masters Inktbesparing [Inktbesparing] Als u “Inktbesparing” selecteert, worden masters gemaakt die minder inkt verbruiken voor het afdrukken. Belangrijk!: • De inktbesparing kan lichtere resultaten dan normaal geven. • De functies “Contrast” en “Instelling afdrukdichtheid” zijn niet beschikbaar als [Inktbesparing] is geselecteerd. •...
  • Pagina 87 Functies voor het maken van masters Naast elkaar afdrukken op één vel [2 Op] [Multi-Op Afdrukken] Met “Multi-Op” drukt u meerdere originelen op één vel af. 2 Op Hiermee worden twee afbeeldingen van hetzelfde origineel naast elkaar op één vel afgedrukt. Multi-Op Afdrukken U kunt een of meerdere originelen (maximaal 4) op één vel afdrukken.
  • Pagina 88 Functies voor het maken van masters Stand origineel en afdrukresultaten De stand van het origineel hangt af van het aantal afbeeldingen dat u wilt afdrukken. Hieronder wordt de afdrukstand en afdrukresultaten voor verschillende mogelijkheden weergegeven. Belangrijk!: • Laat een rand van ten minste 5 mm open aan de bovenkant van de glasplaat. Een juiste marge is belangrijk voor een goede Multi-Op-positionering.
  • Pagina 89 Functies voor het maken van masters 4 Op (4 op 1) Hiermee worden vier afbeeldingen van het origineel op één vel afgedrukt. 8 Op (8 op 1) Hiermee worden acht afbeeldingen van het origineel op één vel afgedrukt. 16 Op (16 op 1) Hiermee worden zestien afbeeldingen van het origineel op één vel afgedrukt.
  • Pagina 90 Functies voor het maken van masters Multi-op tickets “Multi-op tickets” kan niet met meerdere originelen worden gebruikt. Het aantal afgedrukte afbeeldingen wordt bepaald door de breedte van de ticket. Stand van afdrukpapier Plaats het papier altijd in de invoerlade zoals hieronder aangegeven. Naast elkaar afdrukken op één vel [2 Op] [Multi-Op Afdrukken]...
  • Pagina 91 Functies voor het maken van masters Vergrotings-/verkleiningsfactor Voor “Multi-Op Afdrukken” hangt de vergrotings-/verkleiningsfactor van het origineel af van het originele formaat, het type Multi-Op en het formaat van het afdrukpapier. Hieronder worden de verschillende factoren voor vergroting en verkleining aangegeven, afhankelijk van het formaat van het origineel. 2 Op Origineel 100%...
  • Pagina 92 Functies voor het maken van masters 2 Op uitvoeren Selecteer de gewenste kleurenmode. Druk op [2 Op]. Selecteer of u eenkleurig of tweekleurig wilt afdrukken. LET OP: • Zie p.23 voor informatie over het selecteren van een kleurenmode. Plaats een origineel en plaats papier. •...
  • Pagina 93 Functies voor het maken van masters Multi-Op afdrukken uitvoeren Selecteer de gewenste kleurenmode. Origineel in de optionele ADF plaatsen Selecteer of u eenkleurig of tweekleurig wilt afdrukken. U kunt alle originelen tegelijk plaatsen. Plaats de originelen met de af te drukken LET OP: zijde naar beneden in de hieronder aange- •...
  • Pagina 94 Functies voor het maken van masters Selecteer de Pag. afmet. die u wilt Druk op de toets van het aantal gebruiken. afbeeldingen dat u wilt gebruiken. Druk op de Pag. afmet. die gelijk is aan het origi- neel en druk op [Volgende>]. Als u de instellingen voor “Multi-Op Afdrukken”...
  • Pagina 95 Functies voor het maken van masters Voer de gewenste instellingen in. Configureer de gewenste instellingen. Druk op Het scannen van het origineel wordt gestart. Voer hierna dezelfde handelingen uit als anders voor het maken van een master en het eenkleurig of tweekleurig afdrukken.
  • Pagina 96 Functies voor het maken van masters Multi-op tickets maken Bij “Multi-op tickets” wordt de grootte van de korte zijde van het origineel (de breedte) gebruikt om het aantal afbee- ldingen te berekenen dat op één vel papier wordt afgedrukt (het formaat van het afdrukpapier gedeeld door de breedte van het origineel).
  • Pagina 97 Functies voor het maken van masters Druk op [Ticket]. Druk op [OK]. Het volgende scherm wordt weergegeven. Druk op om de korte zijde van het origineel (de breedte) op te geven. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Multi-op tickets is bijgewerkt.
  • Pagina 98 Functies voor het maken van masters Masters van één trommel wisselen [1 zijde mast maken] Wanneer u tweekleurig afdrukt, kunt u een van de twee originelen wisselen en afdrukken. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld verschillende brieven met hetzelfde briefhoofd wilt afdrukken. U kunt in dat geval een andere master voor de tekst maken, waarbij de master van het origineel voor het briefhoofd behouden blijft.
  • Pagina 99 Functies voor het maken van masters Het volgende scherm wordt weergegeven. Wanneer de master is gemaakt, wordt een tekst- kopie met alleen trommel 2 afgedrukt en vervol- gens wordt een tweekleurige tekstkopie afgedrukt. Nadat de testkopie is afgedrukt, wordt het basiss- cherm voor afdrukken weergegeven.
  • Pagina 100 Functies voor het maken van masters Druk op Het ingevoerde aantal exemplaren wordt afge- drukt. LET OP: • Druk op als u de huidige afdruktaak wilt onderbreken. Masters van één trommel wisselen [1 zijde mast maken]...
  • Pagina 101 Functies voor het maken van masters Masters maken die het hele maximale afdrukgebied gebruiken [Max. Scan] Als een master wordt gemaakt, worden de juiste afdrukmarges bepaald dankzij automatische papierformaatdetectie en aanpassing van het beeldformaat. Hierdoor worden papierstoringen voorkomen en wordt de interne rol niet vuil door inkt.
  • Pagina 102 Functies voor het maken van masters Masters opnieuw maken [Vernieuw] De gegevens van de laatste keer dat een master is gemaakt, worden tijdelijk op de machine opgeslagen. Met deze gegevens kan een nieuwe master worden gemaakt zonder hetzelfde origineel opnieuw te scannen. Met de functie “Auto pag hernieuw.”...
  • Pagina 103 Functies voor het maken van masters Opnieuw een master maken Druk op [Functies] in het basiss- • Als u [Draaien] ongedaan wilt maken, drukt u nogmaals op [Draaien]. cherm voor afdrukken. eenkleurig afdrukken Het volgende scherm wordt weergegeven. Druk op [Vernieuw]. De weergegeven schermen voor tweekleurig en Druk op [OK].
  • Pagina 104 Functies voor het maken van masters Automatisch pagina vernieuwen Als u “Auto pag hernieuw.” wilt gebruiken, moet u deze functie eerst inschakelen in het scherm “Admin.”. Wanneer u “Auto pag hernieuw.” hebt ingeschakeld en “Auto pag hernieuw.” is ingesteld op “AAN”, kunt u “Auto pag hernieuw.”...
  • Pagina 105 Functies voor het maken van masters De bovenste marge van het origineel afsnijden voor het afdrukken [Marge boven] U kunt het bovenste gedeelte van de marge afsnijden van 0 tot 99 mm voordat u een master maakt. Met deze functie kunt u de registratiemarkeringen op het origineel overslaan en een afdruk maken zonder deze markeringen.
  • Pagina 106 Functies voor het maken van masters Druk op [AAN]. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Marge boven is bijgewerkt. Druk op om de breedte voor afsnijden op te geven. U kunt een marge instellen van 0 tot 99 mm. LET OP: •...
  • Pagina 107 Functies voor het maken van masters Zijmarges van de master aanpassen [Marge zijk.] Wanneer u meerdere originelen afdrukt met de ADF en de linker- en rechtermarge moet aanpassen voor het maken van een master, kunt u met “Marge zijk.” in een keer marges voor alle originelen aanpassen (tot 10 mm links/rechts). U kunt ook met “Marge zijk.”...
  • Pagina 108 Functies voor het maken van masters LET OP: • U kunt ook een waarde invoeren met de afdru- kaantaltoetsen. Druk op [OK]. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Marge zijk. is bijgewerkt. Belangrijk!: • Wanneer u “Marge zijk.” voor een zijde gebruikt, valt de tegenoverliggende zijde mogelijk buiten het afdrukgebied waardoor het niet wordt afgedrukt.
  • Pagina 109 Functies voor het maken van masters Afdrukvoorbeeld controleren voor het maken van een master [Voorbeeld] U kunt de werkelijke weergave van een master controleren door een voorbeeld te bekijken van een gescand origineel of van gegevens die vanaf een computer zijn verzonden. Dit is handig wanneer u wilt controleren of kleuren correct zijn gescheiden via “Easy 2kleur”, of wanneer u de indeling of de weergave van een Multi-Op-taak wilt controleren.
  • Pagina 110 Functies voor het maken van masters Opties in het scherm Voorbeeld Roteertoets Toets voor volledige weergave Hiermee kunt u het weergegeven beeld 90 graden rot- Hiermee wordt het gehele beeld weergegeven. eren. Verkleintoets Origineel trommel 1 Hiermee wordt het weergegeven beeld verkleind. Origineel trommel 2 Vergroottoets Schuiftoets...
  • Pagina 111 Functies voor het maken van masters Voer de gewenste instellingen in. LET OP: • Als u op [Afbrek] drukt, wordt het beeld gean- U kunt afdrukfuncties configureren voor het nuleerd en wordt het basisscherm voor afdruk- nieuwe origineel. ken opnieuw weergegeven. Als u het voorbeeld opnieuw wilt weergegeven, herhaalt Druk op u de procedure vanaf stap 4.
  • Pagina 112 Afdrukfuncties De afdruksnelheid wijzigen [Afdruksnelheid aanpassen] U kunt de afdruksnelheid selecteren uit vijf niveaus, van 60 tot 120 afdrukken/minuut. U kunt de afdruksnelheid aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. LET OP: • U kunt de standaardsnelheid in het scherm Admin. instellen. De fabrieksinstelling is niveau 3 (ongeveer 100 afdrukken/minuut).
  • Pagina 113 Afdrukfuncties Afdrukken op hoge snelheid [150ppm] Als u “150ppm” instelt, kunt u sneller afdrukken dan wanneer u alleen de “Afdruksnelheid” aanpast. “150ppm” instellen Wanneer u “150ppm” aan de sneltoetsen toevoegt, kunt u deze optie snel selecteren tijdens het afdrukken. p.175 U kunt “150ppm”...
  • Pagina 114 Afdrukfuncties De afdrukdichtheid aanpassen [Afdrukdichtheid aanpassen] U kunt de afdrukdichtheid voor elke trommel uit vijf niveaus selecteren. U kunt de afdrukdichtheid aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. Belangrijk!: • “Afdrukzwarting” is niet beschikbaar als u [Inktbesparing] hebt geselecteerd. p.84 LET OP: •...
  • Pagina 115 Afdrukfuncties De afdrukpositie aanpassen [Afdrukpositie aanpassen] [1=2 Uitlijning] U kunt de afdrukpositie op het papier voor elke trommel aanpassen. Aanpassingsbereik in verticale richting: ±15 mm, horizontale richting: ±10 mm U kunt de verticale positionering aanpassen terwijl het afdrukken bezig is. LET OP: •...
  • Pagina 116 Afdrukfuncties In het basisscherm voor afdrukken wordt de huidige verticale/horizontale aanpassing weergegeven. De afdrukpositie van beide trommel tegelijk aanpassen De afdrukpositie van een van de Druk op [ Uitlijning]. trommels aanpassen. De aangepaste waarde wordt in de het basiss- cherm voor afdrukken weergegeven. Druk op [Functies] in het basiss- cherm voor afdrukken.
  • Pagina 117 Afdrukfuncties LET OP: • Als beide trommels afzonderlijk zijn aangepast, wordt de trommel aangepast aan de positie van de trommel die het laatst is aangepast. Tip: De afdrukpositie nauwkeurig aanpassen Als de instellingen zo zijn geconfigureerd dat u “Fijninstel. mode” kunt instellen, kunt u de afdruk- positie nauwkeurig instellen in stappen van 0,1 mm (de normale instelling is 0,5 mm).
  • Pagina 118 Afdrukfuncties Testkopieën afdrukken [Testen] Nadat u de afdrukpositie of -dichtheid hebt aangepast, controleert u de afdrukkwaliteit met een testkopie. Testkopieën hebben geen invloed op het aantal afdrukken dat in het scherm wordt weergegeven. LET OP: • De machine gaat door met het maken van testkopieën zolang u op de toets drukt.
  • Pagina 119 Afdrukfuncties Papierstoringen voorkomen door speciaal papier te gebruiken [Dub-invoercontrole] Deze printer controleert op meervoudige papierinvoer. Wanneer wordt gedetecteerd dat meerdere vellen zijn gep- laatst, wordt de afdruktaak automatisch gestopt en wordt “Dub-invoercontrole” uitgevoerd. De detectie voor meervoudige papierinvoer wordt gekalibreerd voor normaal afdrukpapier. Papierstoringen of fouten worden mogelijk weergegeven afhankelijk van het type papier.
  • Pagina 120 Afdrukfuncties Afdrukken laten drogen [Interval] Door de trommel tijdens het afdrukken een slag te laten overslaan en de uitvoerfrequentie van de afdrukken te ver- lagen, krijgt de inkt de tijd om te drogen, zodat de inkt geen vegen op de achterkant van het volgende vel achterlaat. Overslaanrotatie kan op 1-10 worden ingesteld.
  • Pagina 121 Afdrukfuncties Het volgende scherm wordt weergegeven. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instelling Interval is bijgewerkt. Afdrukken laten drogen [Interval]...
  • Pagina 122 Afdrukfuncties Instellingen voor de invoer/uitvoer van speciaal papier en speciale afdruktypen [Uitw. geleid. contr.] [Sp. papierbestur.] Als u speciaal papier gebruikt of de afdrukken onregelmatigheden vertonen, kunt u de instellingen voor de papierin- voer en -uitvoer wijzigen. Uitw. geleid. contr. Met de onderstaande stappen gebruikt u vooraf geconfigureerde aangepaste instellingen voor de papieruitvoergeleider.
  • Pagina 123 Afdrukfuncties De uitgangsgidscontrole instellen [Uitw. geleid. contr.] Druk op [Functies] in het basiss- cherm voor afdrukken. Druk op [Uitw. geleid. contr.]. “Uitw. geleid. contr.” wordt geselecteerd. Instellingen voor de invoer/uitvoer van speciaal papier en speciale afdruktypen [Uitw. geleid. contr.] [Sp. papierbestur.]...
  • Pagina 124 Afdrukfuncties Instellingen ophalen uit de parameterlijst Druk op [Functies] in het basiss- Druk op [Opzoeken]. cherm voor afdrukken. Druk op de knop waarvan u de instellingen wilt ophalen. Druk op [Sp. papierbestur.]. Grijze toetsen zijn niet beschikbaar (er zijn nog geen instellingen voor geregistreerd).
  • Pagina 125 Afdrukfuncties Druk op [Sluit]. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven en de instellingen worden bijgewerkt. (Haal de instellingen op om ze te bevestigen en volg de stappen vanaf stap 2.) Instellingen voor de invoer/uitvoer van speciaal papier en speciale afdruktypen [Uitw. geleid. contr.] [Sp. papierbestur.]...
  • Pagina 126 Afdrukfuncties Instellingen opslaan in de parameterlijst Druk op [Functies] in het basiss- Bevestig de aanpassingen in het cherm voor afdrukken. scherm Sp. papierbestur. Druk op [Invoer/Bel]. Druk op [Sp. papierbestur.]. Het scherm Parameterlijst wordt weergegeven. Pas de instellingen [Papierinvoer- Druk op een toets die nog niet wordt inst.] en [Pap.uitv.aanpas] aan.
  • Pagina 127 Afdrukfuncties Druk op [OK]. LET OP: • Nadat u de instellingen hebt opgeslagen, drukt u op [Sluit] in het scherm Parameterlijst om terug te keren naar het scherm Sp. papierbes- tur. • Druk op [Sluit] in het scherm Sp. papierbestur. om terug te keren naar het scherm Functies.
  • Pagina 128 Afdrukfuncties Voer een nieuwe naam in met de let- tertoetsen. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters schakelen met de toetsen [Klein] en [Hooftlet.]. p.140 Druk op [OK] nadat u alle tekens hebt ingevoerd. Het scherm Parameterlijst wordt opnieuw weerge- geven en de naam wordt gewijzigd.
  • Pagina 129 Afdrukfuncties De instelling Sp. papierbestur. wijzigen Open het scherm Parameterlijst. Druk op [Aanpassen] in het scherm Sp. papierbestur. Volg de stappen 1 tot en met 3 ( p.122). Druk op [Opzoeken]. Druk op [OK]. Druk op de toets die u wilt wijzigen. Wijzig de instellingsparameters.
  • Pagina 130 Afdrukfuncties Instellingen voor Sp. papierbestur. verwijderen Open het scherm Parameterlijst. Druk op [OK]. Volg de stappen 1 tot en met 3 ( p.122). Belangrijk!: • Controleer eerst of de instelling kan worden verwijderd. (Haal de betreffende instelling op en volg de stappen vanaf stap 2.) •...
  • Pagina 131 Afdrukfuncties Instellingen voor de invoer/uitvoer van speciaal papier en speciale afdruktypen [Uitw. geleid. contr.] [Sp. papierbestur.]...
  • Pagina 132 Geavanceerde functies Automatisch sorteren in groepen [Programma] U kunt met “Programma” een origineel in verschillende groepen verdelen en elke groep programmeren om een bepaald aantal exemplaren of sets af te drukken. Wanneer u meerdere originelen invoert, kunt u het aantal exem- plaren voor elk origineel wijzigen en vervolgens afdrukken.
  • Pagina 133 Geavanceerde functies Multi-pagina-mode Wanneer u meerdere originelen invoert (meerdere exemplaren voor eenkleurig afdrukken, meerdere sets van 2 originelen voor tweekleurig afdrukken), wordt van elk origineel een verschillend aantal exemplaren afgedrukt. U kunt maximaal 9999 afdrukken maken van één origineel. Van elk origineel kan een vooraf ingesteld aantal afdrukken worden gemaakt (maximaal 20 originelen). Eenkleurig afdrukken Tweekleurig afdrukken met twee originelen LET OP:...
  • Pagina 134 Geavanceerde functies Combinatie (alleen mogelijk voor tweekleurige afdrukken) Bij tweekleurige originelen wordt een master op trommel 1 en trommel 2 gemaakt. Originelen die eenkleurig worden afgedrukt met trommel 1, worden op dezelfde manier gegroepeerd als voor het programma “Enkel pag- ina”...
  • Pagina 135 Geavanceerde functies Afdrukken met programma's U kunt op twee manieren in sets afdrukken met de functie “Programma”. • Programmeer en druk vervolgens af (zonder de instellingen op te slaan) • Haal een opgeslagen programma op en druk vervolgens af (met de geprogrammeerde instellingen) Tip: Selecteer een van de volgende acties in het basisscherm voor afdrukken.
  • Pagina 136 Geavanceerde functies Voorbereidingen voor geprogrammeerd afdrukken LET OP: • Hiervoor kunt u zowel het aanraakscherm als de fysieke toetsen gebruiken. Druk op Voer de getallen in met de afdru- kaantaltoetsen. Voor Enkele pagina-mode LET OP: • Druk op en ga naar stap 3 van “Enkele pagina-mode”.
  • Pagina 137 Geavanceerde functies Belangrijk!: Voor Combinatieafdruk • Druk op [Invoer/Bel] voor het opslaan van de huidige instelling voor geprogrammeerd afdrukken. Nadat u op [OK] hebt gedrukt, kan de instell- ing niet meer worden opgeslagen. Zie “Pro- gramma's opslaan” ( p.137) voor meer informatie.
  • Pagina 138 Geavanceerde functies Druk op om het aantal tweekleu- Het oorspronkelijke scherm wordt opnieuw rige afdrukken op te geven. weergegeven. U kunt nu afdrukken volgens de instellingen in het programma. LET OP: • U kunt nadat u het aantal afdrukken of sets hebt ingevoerd ook op drukken om met afdruk- ken te starten zonder op [OK] te drukken.
  • Pagina 139 Geavanceerde functies Programma's opslaan Sla veelgebruikte instellingen op voor later gebruik. U kunt in totaal 12 instellingen (Enkele pagina-mode, Multi-pagina-mode of Combinatieafdruk) opslaan. Voer programma-instellingen in Druk op [OK]. voor geprogrammeerd afdrukken. Volg stap 1-3 van “Voorbereidingen voor gepro- grammeerd afdrukken” ( p.134). Druk op [Invoer/Bel] in het program- mascherm.
  • Pagina 140 Geavanceerde functies Als u met behulp van een opgeslagen pro- gramma wilt afdrukken, drukt u op [OK] in het scherm Programma. Automatisch sorteren in groepen [Programma]...
  • Pagina 141 Geavanceerde functies Programma's een andere naam geven U kunt programma's een naam geven die het gebruik of doel beter aangeeft. Druk op [Programma] in het scherm Druk op [Hernoemen]. Functies. LET OP: LET OP: • Elke programmatoets bevat linksboven een pic- togram.
  • Pagina 142 Geavanceerde functies Druk op om de huidige naam te Tip: Scherm voor hernoemen wissen. Klein LET OP: • U kunt ook op drukken om de naam te wissen. Hooftlet. Voer een nieuwe naam in met de let- tertoetsen. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters schakelen met [Klein] en [Hooftlet.].
  • Pagina 143 Geavanceerde functies Programma's wissen Druk op Selecteer een programma dat u wilt verwijderen. LET OP: • U kunt ook op [Functies] drukken in het basiss- cherm voor masteraanmaak en vervolgens het scherm Programma-type weergeven met [Pro- gramma]. Druk op [Programmalijst]. Druk op [OK].
  • Pagina 144 Geavanceerde functies Programma's laden Opgeslagen programma's laden en de instellingen wijzigen. Druk op LET OP: • Wanneer u eenkleurig afdrukt, kunt u het pro- gramma “Combinatie” niet laden. Druk op [OK]. LET OP: • U kunt ook op [Functies] drukken in het basiss- cherm voor masteraanmaak en vervolgens het scherm Programma-type weergeven met [Pro- gramma].
  • Pagina 145 Geavanceerde functies Opgeslagen programma's wijzigen Laad het programma dat u wilt wijzi- Druk op [OK]. gen. Volg stap 1 en 3 van “Programma's laden” ( p.142) Wijzig het programma. Wijzig het aantal afdrukken of sets in het huidige scherm. LET OP: •...
  • Pagina 146 Geavanceerde functies Voorbeeldprogramma Vragen en antwoorden per klas afdrukken In dit voorbeeld worden “Easy 2kleur” en “Programma” tegelijk gebruikt. Het origineel is een vel papier met toetsvragen (zwart, 1 kleur) en antwoorden die zijn geschreven met een aanbev- olen pen. Er worden vijf groepen afgedrukt met de volgende instellingen. •...
  • Pagina 147 Geavanceerde functies Stel de [Combinatie] in. Druk op [ Printen]. Druk op LET OP: • U kunt ook op [Functies] drukken op het basisscherm voor masteraanmaak en ver- Druk op en geef “2” op (het aantal afdruk- volgens het programmatypescherm weer- ken van de antwoordpagina voor elke groep) geven met [Programma].
  • Pagina 148 Geavanceerde functies Druk op [OK]. Het oorspronkelijke scherm wordt opnieuw weergegeven. U kunt nu afdrukken volgens de instellingen in het programma. Start het afdrukken. Druk op De afdruktaak wordt gescand, de kleuren worden gescheiden en er wordt een master Zodra de master op trommel 1 is gemaakt, gemaakt volgens de “Easy 2kleur”-instellingen.
  • Pagina 149 Geavanceerde functies Controleer de testkopie. Controleer de testkopie, bijvoorbeeld op afdrukpositie en afdrukdichtheid. Wijzig indien nodig de afdrukpositie en de afdrukdichtheid. • Afdrukpositie ( p.113) • Afdrukdichtheid ( p.112) • Langzaam afdrukken ( p.118) • Uitw.geleid.contr. ( p.120) Druk op Er wordt afgedrukt volgens de programma- instellingen voor “Combinatie”.
  • Pagina 150 Geavanceerde functies Geheugenfuncties gebruiken [Taakgeheug] U kunt de instellingen van de laatste afdruktaak in het taakgeheugen opslaan. Hierna kunt u gemakkelijk deze Taakgeheuginstellingen laden voor soortgelijke afdruktaken. U kunt maximaal 10 taken opslaan. U kunt de volgende instellingen in het taakgeheugen opslaan. Tweekleurig/eenkleurig afdrukken (masters maken/afdrukken) Pag.
  • Pagina 151 Geavanceerde functies Het taakgeheugen opslaan Voer de verschillende instellingen Druk op een toets die nog niet wordt voor de afdruktaak in. gebruikt. Druk op [Functies] in het basiss- cherm voor masteraanmaak. Een toets met zwarte lijnen is beschikbaar. Toetsen waaronder al taakinstellingen zijn opgeslagen, zijn grijs.
  • Pagina 152 Geavanceerde functies Druk op [OK]. Het volgende scherm wordt weergegeven. Het scherm Taakgeheug wordt opnieuw weerge- geven. De instellingen zijn bijgewerkt. U kunt elk taakgeheugen een naam geven. Zie stap 3 onder “Taakgeheugens een andere naam geven” ( p.151). Geheugenfuncties gebruiken [Taakgeheug]...
  • Pagina 153 Geavanceerde functies Taakgeheugens een andere naam geven Druk op [Functies] in het basiss- Druk op [Hernoemen]. cherm voor masteraanmaak. Selecteer het taakgeheugen dat u LET OP: een andere naam wilt geven. • U kunt het scherm Taakgeheug ook weergeven door op (naast de afdrukaantaltoetsen) te drukken.
  • Pagina 154 Geavanceerde functies Voer een nieuwe naam in met de let- tertoetsen. U kunt tussen hoofdletters en kleine letters schakelen met [Klein] en [Hooftlet.]. p.140 Druk na het invoeren op [OK]. Het scherm Taakgeheug wordt opnieuw weerge- geven. De naam is bijgewerkt. Druk op [Sluit].
  • Pagina 155 Geavanceerde functies Taakgeheugen laden en afdrukken Plaats een origineel en plaats papier. Druk op [Opzoeken]. Tweekleurig afdrukken met twee originelen p.38 Tweekleurig afdrukken (Easy 2kleur) met één origineel p.44 Eenkleurig afdrukken p.57 Druk op [Functies] in het basiss- cherm voor masteraanmaak. Grijze toetsen zijn niet beschikbaar (zijn niet geko- ppeld aan taakinstellingen).
  • Pagina 156 Geavanceerde functies Bevestig de instellingen en druk op [OK]. Tip: Snel laden U kunt taakinstellingen via de fysieke toetsen oproepen zonder het aanraakscherm te gebruiken. Als u bijvoorbeeld afdruktaak M-2 wilt laden en afdrukken, drukt u achtereenvolgens op . M-2 wordt geladen en het maken van de master wordt gestart.
  • Pagina 157 Geavanceerde functies Taakgeheugens wissen Druk op [Functies] in het basiss- Druk op [Verwijd.]. cherm voor masteraanmaak. Selecteer het taakgeheugen dat u LET OP: wilt verwijderen. • U kunt het scherm Taakgeheug ook weergeven door op (naast de afdrukaantaltoetsen) te drukken. Ga verder met stap 3. Druk op [Taakgeheug].
  • Pagina 158 Geavanceerde functies Druk op [OK]. Druk op [Sluit]. Het volgende scherm wordt weergegeven. Het scherm Functies wordt opnieuw weerge- geven. Geheugenfuncties gebruiken [Taakgeheug]...
  • Pagina 159 Geavanceerde functies De reserveringsperiode verlengen [Reservering] Deze functie is van toepassing als de machine met een computer is verbonden. Als de machine gedurende een bepaalde tijd niet actief is, wordt aangenomen dat de huidige taak voltooid is, ook als het afdrukken nog bezig is. Als iemand anders per ongeluk een andere taak op de computer start, wordt een nieuwe master gemaakt en de hui- dige verwijderd.
  • Pagina 160 Geavanceerde functies Inktverdeling [Inktverdeling] Als de machine gedurende langere tijd niet is gebruikt of als de afdruktrommel is vervangen, kunnen de eerste afdrukken te licht worden afgedrukt. Door “Inktverdeling” uit te voeren voordat u een master maakt, drukt u direct af met hoge kwaliteit en verspilt u geen papier.
  • Pagina 161 Geavanceerde functies LET OP: • Als in het meldingengebied wordt weerge- geven, geeft dit aan dat de tijd voor “Auto-ink- tverdeling” is verstreken. Als u een master maakt terwijl de machine in deze status is, wordt “Inktverdeling” uitgevoerd. Inktverdeling [Inktverdeling]...
  • Pagina 162 Geavanceerde functies Vertrouwelijke documenten beschermen [Vertrouw.] Nadat een afdruktaak is voltooid, kan er nog steeds worden afgedrukt met de master die nog op de afdruktrommel zit. Met de functie “Vertrouw.” wordt de master van de afdruktrommel verwijderd, zodat vertrouwelijke documenten zoals examens of klantenlijsten niet zonder toestemming worden afgedrukt.
  • Pagina 163 Geavanceerde functies Druk op [OK]. Het volgende scherm wordt weergegeven. De huidige master wordt verwijderd en er wordt een nieuwe master op de afdruktrommel ingesteld. Vertrouwelijke documenten beschermen [Vertrouw.]...
  • Pagina 164 Geavanceerde functies Gebruiksgegevens weergeven [Digit kopietelling] De machine kan de volgende informatie bijhouden en weergeven: A4 en kleiner: het totaal aantal afdrukken van A4-formaat en kleiner dat is afgedrukt. Groter dan A4: het totaal aantal afdrukken groter dan A4-formaat dat is afgedrukt. Mastertelling: het totale aantal masters dat door de machine is gemaakt.
  • Pagina 165 Geavanceerde functies Origineel 180 graden draaien voor het maken van een master [Draaien] Wanneer u computergegevens afdrukt, kunt u het origineel dat u ontvangt van de computer 180 graden draaien voor het maken van een master. Belangrijk!: • U kunt “Draaien” ook instellen via het printerstuurprogramma, maar als deze optie zowel op de machine als in het printerstuurprogramma is ingesteld, wordt het origineel niet geroteerd.
  • Pagina 166 Geavanceerde functies Testen en afdrukken (met de optionele automatische documentinvoer) [ADF Semi-Auto] Als u de optionele ADF hebt geïnstalleerd en de optie “Auto verwerking” gebruikt, wordt de volledige afdruktaak automatisch uitgevoerd. U kunt in dat geval echter geen testkopie controleren of instellingen voor afzonderlijke mas- ters wijzigen.
  • Pagina 167 Geavanceerde functies Druk op Nadat een master is gemaakt, wordt een testkopie afgedrukt en wordt de taak gestopt. Controleer de testkopie. Wijzig indien nodig instellingen. Druk op De machine drukt het ingevoerde aantal exem- plaren af. De master voor het volgende origineel wordt gemaakt, de testkopie wordt afgedrukt, en de machine stopt opnieuw.
  • Pagina 168 Selectiesscherm voor elke mode. Vertoningspriorit. Mode Scherm/Tweekleurig/ Selecteren van het eerste scherm dat na het opstarten 1 Kleur/2 Kleur/Scannen/Link wordt weergegeven. Mode Opstartscherm Logo(RISO)/Logo(MZ)/Karakter Selecteren van een animatie die tijdens het opstarten [Display] wordt weergegeven. Displayinstelling Achtergrd:blauw/wit Wijzigen van achtergrondkleur, dichtheid en Vertoningsdichtheid: helderheid van het aanraakscherm.
  • Pagina 169 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Beeldvorming Lijn/Foto/Duo (tekst en foto's)/ Wijzigen van de standaardinstelling voor de Potlood “beeldverwerking”. Scancontrast • Contrastbereik: Wijzigen van de standaardinstelling voor het Lichter/Standaard/Donkerder “scancontrast”. • Contrast: 1, 2, 3, 4, 5, Auto Reproductie-afmet. 100%, Auto Wijzigen van de standaardinstelling voor het “formaat”.
  • Pagina 170 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Aangep. papierdata p.179 Instellen van papierafmetingen voordat papier van afwijkend formaat wordt gebruikt. Onregelm. Fitter UIT, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R Opgeven dat originelen met een aangepast formaat worden gescand als standaardformaat. Map hernoemen 6 mappen Wijzigen van de mapnaam van de map waarin gegevens worden opgeslagen.
  • Pagina 171 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Marge-plus percent 90 tot 99 % Opgeven van de verkleining voor de instelling “Marge+”. (Fabrieksinstelling 94%) Klok/Kalender Jaar/Mnd/Dag Uur:mn Instellen van de interne klok van de machine. De datum/tijd worden in het infoscherm weergegeven. p.228 Scaninterval 5 mn, Onbeperkt Instellen van de wachttijd voordat het origineel voor...
  • Pagina 172 Geavanceerde functies Toegangstoets Functies Beschrijving Auto pag hernieuw. • Auto pag hernieuw. Instellen wanneer een nieuwe master moet worden UIT, AAN gemaakt. Wanneer het opgegeven aantal afdrukken is • Zelfvernieuwingspunt bereikt, wordt de gebruikte master automatisch 1-9999 afdrukken verwijderd en wordt een nieuwe master gemaakt. (fabrieksinstelling is 1000 U kunt ook het aantal testkopieën opgeven dat wordt afdrukken)
  • Pagina 173 Link Info Refresh 10-999 seconden Instellen hoe vaak de machine gegevens van (Fabrieksinstelling 15 seconden) gekoppelde printers ontvangt. Print kleuren Zie de handleiding van Riso Opmaker voor meer informatie. Pos gereedschbalk [Opmaker] Sub gereedschbalk Pagina oriëntatie Standaardinstellingen wijzigen [Admin.]...
  • Pagina 174 Geavanceerde functies Standaardinstellingen aanpassen U kunt de standaardinstellingen wijzigen als de machine niet actief is. Controleer of er geen wachtende of huidige afdruktaken zijn. LET OP: • In het scherm Admin. wordt de huidige instelling rechts van elke toets weergegeven. Druk voor elke mode op [Admin.] in Toegangstoetsen Met de toegangstoetsen selecteert u snel de...
  • Pagina 175 Geavanceerde functies Afzonderlijk instellingsscherm Afzonderlijk instellingsscherm beschikbaar beschikbaar Toetsstijl Tekstinvoerstijl Als u een toets selecteert, wordt deze de stan- De naam kan worden ingevoerd nadat op de daardinstelling. toets met de naam wordt gedrukt. Druk op de toets en het scherm Hernoemen wordt weergegeven.
  • Pagina 176 Geavanceerde functies Afzonderlijk instellingsscherm Druk op beschikbaar Stijl voor specificeren gegevens Er wordt een scherm weergegeven waarin u de opgeslagen gegevens kunt specificeren. p.196 voor informatie over het specifi- ceren van gegevens. Het oorspronkelijke basisscherm wordt opnieuw weergegeven. Druk op [OK]. Ga naar stap 6 als er geen afzonderlijk instell- ingsscherm is.
  • Pagina 177 Geavanceerde functies Sneltoetsen en Selecties-tabblad instellen [Invoer DirectToeg.] [Invoer selecties] U kunt veelgebruikte functies van elke mode aan de “sneltoetsen” in het basisscherm toevoegen of aan het scherm “Selecties”. Hierdoor kunt u snel wijzigingen doorvoeren en hebt u direct toegang tot de instellingsschermen van de functies, zodat u niet in een lange lijst met functies hoeft te zoeken.
  • Pagina 178 Geavanceerde functies In de volgende stappen wordt het configuratiescherm voor de “sneltoetsen” linksboven weergegeven en het config- uratiescherm voor “Selecties” rechtsonder. Als beide schermen gelijk zijn, wordt slechts één afbeelding weerge- geven. Druk voor elke mode op [Admin.] in Druk op [Invoer DirectToeg.] of het basisscherm.
  • Pagina 179 Geavanceerde functies Selecteer een toets waaraan u een Druk op [OK]. functie wilt toewijzen. Het “sneltoetsengebied” of het scherm “Selecties” wordt opnieuw weergegeven. De geselecteerde functies zijn toegevoegd. Als u meer functies wilt toevoegen of als u een toets door een andere functie wilt vervangen, her- haalt u stap 4 en stap 5.
  • Pagina 180 Geavanceerde functies Druk op Het oorspronkelijke basisscherm wordt opnieuw weergegeven. Sneltoetsen en Selecties-tabblad instellen [Invoer DirectToeg.] [Invoer selecties]...
  • Pagina 181 Geavanceerde functies Aangepaste papierformaten registreren [Aangep. papierdata] Afwijkende papierformaten moet u vooraf in het geheugen invoeren. Nadat u een papierformaat in het geheugen hebt opgeslagen, kunt u dit oproepen met de toets [Papier] in het basisscherm voor masteraanmaak. U kunt maximaal 30 verschillende formaten invoeren. Eerder opgeslagen formaten kunt u wijzigen of verwijderen. U kunt papierformaten tussen 100 mm ×...
  • Pagina 182 Geavanceerde functies Druk op een toets die nog niet wordt Druk op [Hernoemen]. gebruikt. Selecteer een toets waarvan u de Toetsen die al aan een ander formaat zijn naam wilt wijzigen. toegewezen, zijn grijs. Voer het papierformaat in. Druk op om de huidige naam te wissen.
  • Pagina 183 Geavanceerde functies Druk op [OK] als u klaar bent. Tip: Afdrukken op lang papier U kunt afdrukken op papier met een lengte van 436 tot 555 mm (van boven tot onder in de invoer- richting) als u het formaat als afwijkend formaat opslaat.
  • Pagina 184 Geavanceerde functies Aangepaste papierformaten verwijderen Druk op [Aangep. papierdata] in het Druk op [OK]. scherm Admin.. Het scherm Aangep. papierdata wordt opnieuw weergegeven. Het geselecteerde papierformaat Druk op [Verwijd.]. is verwijderd. Druk op [Sluit]. Selecteer het papierformaat dat u wilt verwijderen. Het volgende scherm wordt weergegeven.
  • Pagina 185 Geavanceerde functies De master veilig beheren nadat de afdruktaak is voltooid Wanneer het afdrukken is voltooid, blijft de master op de afdruktrommel. Als u vertrouwelijke documenten tegen ongeoorloofde duplicatie wilt beschermen, gebruikt u de vertrouwelijkheidsfunctie voor het verwijderen van de mas- ter na het afdrukken (de functie “Vertrouw.”).
  • Pagina 186 Geavanceerde functies Misbruik van gemaakte of verwijderde master voorkomen [Beschermen] De optie “Beschermen” activeren Druk voor elke mode op [Admin.] op LET OP: het basisscherm. • Wanneer “Beschermen” is ingesteld op AAN, wordt de energiespaarstand (Auto-slaap) automatisch geactiveerd. • Wanneer “Beschermen” is ingesteld op AAN, wordt de knop [Vernieuw] grijs en is niet meer beschikbaar.
  • Pagina 187 Geavanceerde functies LET OP: • Het bericht “-- Beschermen -- Verwijder huidige master” wordt ook weergegeven bij het afdruk- ken van computergegevens. • Wanneer u [Afbrek] selecteert terwijl de optie “Beschermen” is ingesteld op AAN, wordt het bericht “-- Beschermen -- Verwijder huidige master”...
  • Pagina 188 U kunt de functie Opmaker gebruiken om gescande gegevens te bewerken en in het geheugen op te slaan. Belangrijk!: • De opslagfunctie is niet beschikbaar op machines die zijn uitgerust met de optionele RISO-controller PS7R. Gegevens van het origineel die kunnen worden opgeslagen Gegevens van het origineel die op een computer zijn gemaakt en naar de printer zijn verzonden, en originele gegev- ens die in scanmode zijn gescand, kunnen worden opgeslagen.
  • Pagina 189 Opslag- en scanmodes (optie) Opgeslagen gegevens ophalen U kunt het volgende doen wanneer u de opgeslagen gegevens wilt afdrukken. • Eerder opgeslagen gegevens meerdere keren ophalen en opnieuw afdrukken. Hierdoor hoeft u documenten niet opnieuw te scannen wanneer hetzelfde materiaal meerdere keren moet worden afgedrukt. p.187 •...
  • Pagina 190 Opslag- en scanmodes (optie) Papieren origineel omzetten naar opgeslagen gegevens (scanmode) Scanmode Scanmode is een functie waarmee papieren originelen kunnen worden gescand met de scanner van de machine, om deze op te slaan als opslaggegevens. Eerder gescande en opgeslagen originelen kunnen onbeperkt worden opgehaald en afgedrukt. Hierdoor hoeft u doc- umenten niet opnieuw te scannen wanneer hetzelfde materiaal meerdere keren moet worden afgedrukt.
  • Pagina 191 Opslag- en scanmodes (optie) Een origineel scannen voor eenkleurig afdrukken Selecteer een scanmode. LET OP: • De standaardinstelling is [Geen invoer]. p.23 voor informatie over het selecteren van Bij het afdrukken van eenkleurige originelen een scanmode. hoeft u niets in te stellen. Druk op [Functies].
  • Pagina 192 Opslag- en scanmodes (optie) Druk op Druk op [Wijzig]. Het scannen begint. LET OP: • Nadat het origineel is gescand, wordt er een voorbeeld in het display weergegeven wanneer “Voorbeeld” is ingeschakeld. Druk op de toets van de kleur die u wilt instellen en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 193 Opslag- en scanmodes (optie) Originelen scannen (2) voor tweekleurig afdrukken Originelen van trommel 1 en trommel 2 worden gelezen en opgeslagen als één verzameling gegevens. Selecteer een scanmode. Druk op [Kleur]. p.23 voor informatie over het selecteren van een scanmode. Het scherm Kleur wordt weergegeven.
  • Pagina 194 Opslag- en scanmodes (optie) Druk op [OK]. Pas de vereiste instellingen toe op het origineel voor trommel 2. Druk op Het scannen van het origineel voor trommel 2 wordt gestart. De kleur die voor het origineel is opgegeven, wordt bevestigd en het basisscherm voor scan- LET OP: nen wordt opnieuw weergegeven.
  • Pagina 195 Een opslaglocatie opgeven LET OP: • Als de machine is uitgerust met de optionele RISO-controller PS7R, kunt u de opslaglocatie niet opgeven. Druk op het invoervak voor de opslaglocatie. Het scherm Hernoemen wordt weergegeven. Papieren origineel omzetten naar opgeslagen gegevens (scanmode)
  • Pagina 196 Opslag- en scanmodes (optie) Het scherm Directory wordt weergegeven. Druk op de toets van de eigenaar die u wilt instellen. De eigenaarnaam wordt bevestigd en het basisscherm voor scannen wordt weer weergegeven. Tip: De eigenaarnaam wijzigen Druk op [Hernoemen] in het scherm Eigenaar.
  • Pagina 197 Opslag- en scanmodes (optie) Papierformaat instellen Geef het formaat op waarin het gescande origineel moet worden opgeslagen. Wanneer het origineel standaardafmetingen heeft, wordt het in hetzelfde formaat opgeslagen met [Auto]. Wanneer het origineel afwijkende afmetingen heeft, gebruikt u het scherm Formaat om dit op te slaan in een formaat dat anders is dan het origineel.
  • Pagina 198 Opslag- en scanmodes (optie) Opgeslagen gegevens ophalen en afdrukken [Opslaggeheugen] Opgeslagen gegevens ophalen Druk op [Functies] in het basiss- Druk op de opgeslagen gegevens cherm voor masteraanmaak. die u wilt afdrukken. Wanneer u gegevens selecteert die in een andere map Druk op [Opslaggeheugen].
  • Pagina 199 Opslag- en scanmodes (optie) Vanuit Opslag ophalen kunt u de opgehaalde gegevens bevestigen en uitvoerinstellingen opgeven. p.198 voor meer informatie over het gebruik van deze optie. Druk op [Opzoeken]. De opgeslagen gegevens worden opgehaald en het basisscherm voor opslag wordt weergegeven. Druk op Er wordt een master gemaakt van de gegevens.
  • Pagina 200 Opslag- en scanmodes (optie) Het scherm Opslag ophalen gebruiken Hieronder worden de verschillende delen beschreven van het scherm Opslag ophalen. Voor iedere pagina wordt een voorbeeld Als u een paginabereik wilt opgeven, drukt u op het vak weergegeven. voor pagina-invoer en drukt u op om de pag- Wanneer de gegevens meerdere pagina's ina's op te geven.
  • Pagina 201 Opslag- en scanmodes (optie) De gegevensvolgorde wijzigen U kunt de volgorde veranderen van de opgeslagen gegevens die worden weergegeven in het scherm voor het selec- teren van opgeslagen gegevens. LET OP: • De standaardinstelling is “Datum - Oplopend”. Druk op [Sorteren]. LET OP: •...
  • Pagina 202 Opslag- en scanmodes (optie) Opgeslagen gegevens als extra laag afdrukken voor eenkleurige afdruktaken [Overlay] Bij eenkleurig afdrukken kunt u opgeslagen gegevens als extra laag over een origineel op papier afdrukken. Deze functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om op meerdere originelen een stempel af te drukken met de tekst “Voorbeeld”.
  • Pagina 203 Opslag- en scanmodes (optie) Druk af. “Overlay” is ingesteld en het scherm Functies wordt opnieuw weergegeven. Zie voor volgende bewerkingen stap 6 van “Een- kleurig afdrukken” ( p.58). Tip: Extra laag afdrukken over opgeslagen gegevens Voor het afdrukken van de extra laag wordt het formaat van de opgeslagen gegevens gebruikt. U kunt het formaat niet vergroten/verkleinen zodat deze overeenkomt met het origineel of het papierformaat.
  • Pagina 204 Opslag- en scanmodes (optie) Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel] Bij tweekleurig afdrukken kunt u een master maken van het papieren origineel op trommel 1 en een master van de opgeslagen gegevens op trommel 2, zodat er in twee kleuren wordt afgedrukt. Als u bijvoorbeeld gegevens voor een bedrijfslogo specificeert, kunnen die gegevens in kleur op opeenvolgende pag- ina's worden afgedrukt.
  • Pagina 205 Opslag- en scanmodes (optie) Gegevens voor invoegen selecteren U moet stempelgegevens vooraf vanuit de opgeslagen gegevens registreren. Er kunnen maximaal 10 gegevens worden geregistreerd als Stempelgegevens. p.186 voor informatie over het maken van opgeslagen gegevens. Druk op [Stempelgegevens] in het Druk op de gegevens die u wilt scherm Admin..
  • Pagina 206 Opslag- en scanmodes (optie) Druk op [Sluit]. LET OP: • Als u stempelgegevens wilt wijzigen, drukt u op [Verander gegevens]. Het scherm Stempel wordt weergegeven. Ga indien nodig naar stap 2 ( p.205) van “Stem- pelgegevens hernoemen”. Druk op Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel]...
  • Pagina 207 Opslag- en scanmodes (optie) Stempelgegevens hernoemen Druk op [Stempelgegevens] in het Druk op de knop die moet worden scherm Admin. hernoemd. p.166 voor de bedieningsgegevens van het scherm Admin. Grijs gearceerde toetsen zijn niet beschikbaar (hiervoor zijn nog geen Stempelgegevens gereg- Het scherm Stempelgegevens wordt weerge- istreerd).
  • Pagina 208 Opslag- en scanmodes (optie) Druk op [OK] nadat de naam volledig is ingevoerd. De ingevoerde naam wordt geregistreerd en het scherm Stempelgegevens wordt opnieuw geopend. Druk op [Sluit]. Het scherm Admin. wordt opnieuw geopend. Druk op Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel]...
  • Pagina 209 Opslag- en scanmodes (optie) Tweekleurig afdrukken met [Stempel] Zorg dat tweekleurig afdrukken vooraf is geselecteerd. Plaats een origineel en plaats papier. Druk op de toets van de Stempelge- gevens die u wilt gebruiken. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF (optie).
  • Pagina 210 Opslag- en scanmodes (optie) Stempelgegevens wijzigen Druk op [Stempelgegevens] in het Druk op de knop die moet worden scherm Admin. gewijzigd. p.166 voor de bedieningsgegevens van het scherm Admin. Druk op [Verander gegevens]. Het scherm Stempelgegevens wordt weerge- geven. Druk op [Wijzig]. Selecteer de opslaggegevens die als nieuwe Stempelgegevens moeten worden gebruikt.
  • Pagina 211 Opslag- en scanmodes (optie) Bevestig de opslaggegevens en Druk op [Sluit]. druk op [OK]. Het scherm Admin. wordt opnieuw geopend. LET OP: Druk op • Zie p.198 voor informatie over het scherm Opslag ophalen. Het scherm Stempelgegevens wordt opnieuw weergegeven. Druk op [Sluit].
  • Pagina 212 Opslag- en scanmodes (optie) Stempelgegevens wissen Druk op [Stempelgegevens] in het Druk op de knop die moet worden scherm Admin. verwijderd. p.166 voor de bedieningsgegevens van het scherm Admin. Druk op [Annuleer]. Het scherm Stempelgegevens wordt weerge- geven. Druk op [Verwijd]. Druk op [OK].
  • Pagina 213 Opslag- en scanmodes (optie) Druk op [Sluit]. Druk op Tweekleurig afdrukken met het origineel en opgeslagen gegevens [Stempel]...
  • Pagina 214 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Afdrukfuncties voor het gebruik van gekoppelde printers Voor economischer afdrukken kan de machine op gekoppelde printers worden aangesloten. Belangrijk!: • Voor het aansluiten van de machine op gekoppelde printers hebt u het optionele RISORINC-NET nodig. Er zijn twee speciale afdrukfuncties voor automatische koppeling en de koppelingsmode beschikbaar.
  • Pagina 215 • U kunt speciale functies van de gekoppelde printer gebruiken, zoals dubbelzijdig afdrukken. • Wanneer u een groot aantal exemplaren van het gescande origineel afdrukt, is het economischer om de RISO- printer te gebruiken. Bij het afdrukken van slechts enkele exemplaren is het efficiënter om de gekoppelde prin- ter te gebruiken.
  • Pagina 216 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gekoppelde printers instellen [Link Properties] Als u een gekoppelde printer in gebruik wilt nemen, moet u de gegevens hiervan op de machine invoeren. Belangrijk!: • Zorg ervoor dat de gekoppelde printer fysiek op de machine is aangesloten. Gekoppelde printers kunnen niet door de machine worden herkend als deze niet fysiek zijn aangesloten.
  • Pagina 217 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Functies Beschrijving Invoeren Lades totaal 0-99 Voer het totaal aantal lades naast de standaardlade in. Belangrijk!: • Als het aantal minder is dan het aantal lades dat in andere opties is ingesteld, worden de andere opties uitgeschakeld.
  • Pagina 218 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Functies Beschrijving Invoeren Punch UIT: perforeren niet Schakel “Punch” in als het apparaat deze mogelijk. mogelijkheid biedt. AAN: perforeren Voer tevens het ladenummer in dat voor de mogelijk. functie “Punch” wordt gebruikt. Nummer gebruikte lade.
  • Pagina 219 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gekoppelde printers instellen Druk op [Link Mode] in het scherm Selecteer de toets voor het invoeren Admin.. van informatie. LET OP: Druk op [Link Properties]. • Druk op voor het weergeven van andere functies die niet op het scherm worden weergegeven.
  • Pagina 220 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Gescande originelen op gekoppelde printers afdrukken [Link Mode] De mode waarmee u originelen op de machine scant en op een gekoppelde printer afdrukt, wordt “Link Mode” genoemd. In de Link Mode wordt het origineel onafhankelijk van het afdrukaantal op de gekoppelde printer afgedrukt. Schakel de Link Mode in.
  • Pagina 221 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Druk op [OK]. Druk op [Staand] of [Liggend]. LET OP: • Als u in stap 2 “Universal”, “A3”, “B4”, “Led- ger”, “Foolscap”, “Legal” of “Folio” hebt geselecteerd, worden de opties “Staand”/ “Liggend” niet weergegeven. •...
  • Pagina 222 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Voer met de afdrukaantaltoetsen het Tip: Als meerdere gekoppelde printers op het aantal exemplaren in dat u wilt netwerk zijn aangesloten afdrukken. Als er meerdere gekoppelde printers op het netwerk zijn aangesloten, kunt u het gewenste uitvoerapparaat selecteren.
  • Pagina 223 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Optionele functies op gekoppelde printers gebruiken Hieronder worden de stappen voor het instellen van optionele functies weergegeven. Deze zijn beschikbaar als de gekoppelde printer is uitgebreid met extra opties, zoals een sorteermachine of een eenheid voor dubbelzijdig afdruk- ken.
  • Pagina 224 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Configureerbare functies : standaardinstelling (fabrieksinstelling) Functies Beschrijving Schermen en stappen Gerelateerde Admin.- instellingen Tellerweergave Weergave van het aantal afgedrukte exemplaren voor elke gekoppelde printer die door de machine is herkend. Postbus Laade Nr 0 tot n (waarbij Lades totaal: Selectie van een n het totaal aantal lades...
  • Pagina 225 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Functies Beschrijving Schermen en stappen Gerelateerde Admin.- instellingen Printer collation AAN/UIT Printer collation: Behouden van de Alleen beschikbaar als paginavolgorde van het de optie “Printer origineel bij uitvoer van de collation” is afdrukken in één lade.
  • Pagina 226 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Dubbelzijdig afdrukken [Duplex] Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk als een optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken op een gekoppelde printer aanwezig is. LET OP: • De instellingen voor “Duplex” kunt u configureren in de Functiesschermen voor masteraanmaak of afdrukken. Er wordt op gekoppelde printers afgedrukt aan de hand van de instellingen in deze schermen.
  • Pagina 227 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Plaats het origineel. Druk op LET OP: • Zie voor informatie over het plaatsen van origi- nelen stap 4 van de uitleg over het “kopiëren van papieren documenten of boeken” ( p.39). •...
  • Pagina 228 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt LET OP: • Ook wanneer u op drukt zonder een tweede origineel te plaatsen, wordt op de geko- ppelde printer enkelzijdig afgedrukt. • U kunt de volgende functies aanpassen na het plaatsen van het tweede origineel en voordat wordt gescand.
  • Pagina 229 Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt Dubbelzijdig afdrukken [Duplex]...
  • Pagina 230 Verbruiksgoederen vervangen Resterende hoeveelheid verbruiksgoederen controleren De machine controleert hoeveel inkt, master en ruimte in de afvalbak over is, en geeft dit weer. LET OP: • Het rapport wordt niet weergegeven als het controleren mislukt. • De gerapporteerde hoeveelheid is alleen ter referentie en kan enigszins afwijken van de werkelijke hoeveelheid. Druk op [i Info] in het basisscherm.
  • Pagina 231 Als de masterrol op is, wordt er een bericht weergegeven en stopt de machine. Plaats een nieuwe masterrol. Belangrijk!: • Voor de masterrol wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. • Laat de machine aanstaan terwijl u de master vervangt.
  • Pagina 232 Verbruiksgoederen vervangen Open de masterrolhouder. Belangrijk!: • Zorg ervoor dat u het gedeelte niet bescha- digt tijdens het verwijderen van het krimpfolie. Als het gedeelte verbogen is of als de perfo- ratie doorgesneden is, is de master onbruik- baar. • Verwijder de tape nog niet. Sluit de houder van de masterrol.
  • Pagina 233 Verbruiksgoederen vervangen Tip: Sluit de verwijderklep van de mas- Als u de master niet kunt plaatsen tereenheid. Plaats de voorkant van de master door middel van de volgende stappen. Til de mastergeleider op. Draai de draaiknop op de rand van de mas- tergeleider naar achteren en til de geleider Trek de master naar buiten tot de lijn die door de pijl wordt aangegeven.
  • Pagina 234 • Was direct met zeep als u inkt op uw handen krijgt. Belangrijk!: • Voor de inktpatroon wordt aanbevolen de door RISO aangegeven producten te gebruiken. • Laat de machine aanstaan terwijl u de inktpatroon vervangt. • Gebruik een nieuwe inktpatroon met dezelfde kleur inkt als de oude. Als u de inktkleur wilt veranderen, vervangt u de afdruktrommel zelf.
  • Pagina 235 Verbruiksgoederen vervangen LET OP: Sluit de voorklep. • U kunt het deksel van de inktpatroon opbergen aan de rechterzijde van de glasplaat. Plaats de nieuwe inktpatroon. Lijn de pijl op de inktpatroon uit met de markering op de trommeleenheid en druk de inktpatroon zover mogelijk in de houder.
  • Pagina 236 Verbruiksgoederen vervangen De masterafvalbak leegmaken Gebruikte masters worden in de masterafvalbak opgevangen. Als de masterafvalbak vol is, wordt er een bericht weergegeven en stopt de machine. Verwijder de gebruikte masters. Voorzichtig: • Was direct met zeep als u inkt op uw handen krijgt. Belangrijk!: •...
  • Pagina 237 Verbruiksgoederen vervangen Verwijder de uitgevoerde masters. Plaats de masterafvalbak terug. Kantel de masterafvalbak naar beneden en ver- Duw de masterafvalbak zo ver mogelijk naar bin- wijder de gebruikte masters. nen. LET OP: LET OP: • Gooi de verbruikte masters weg overeenko- •...
  • Pagina 238 Verbruiksgoederen vervangen De afdruktrommel vervangen Als u de trommel door een kleurentrommel vervangt om de kleur te wijzigen of als u vastgelopen papier verwijdert, volgt u de stappen voor het verwijderen van de afdruktrommel. Gebruik een kleurentrommel die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd.
  • Pagina 239 Verbruiksgoederen vervangen Verwijder de afdruktrommel. Til de afdruktrommel met beide handen rechtop van de rails. Ga verder met het vervangen van de trommel of het verwijderen van het vastgelopen papier. Voorzichtig: • Raak de connector op de afdruktrommel niet aan. Als u dit wel doet, kan de afdruktrommel door statische elektriciteit of andere factoren worden beschadigd.
  • Pagina 240 Verbruiksgoederen vervangen De afdruktrommel plaatsen Plaats de afdruktrommel op de rails. Belangrijk!: • Pak de hendel van de afdruktrommel niet vast als u de trommel in de machine drukt. Lijn de markering op de afdruktrommel uit met de markering op de geleider en plaats de afdruktrommel horizontaal op de geleider.
  • Pagina 241 Verbruiksgoederen vervangen Weggooien van lege verbruiksgoederen Verwijder verbruikte inktpatroons, masterkernen en uitgevoerde masters overeenkomstig de plaatselijke wetgeving voor afvalverwijdering. Scheid indien nodig specifieke onderdelen volgens de onderstaande procedures, zodat deze correct kunnen worden verwijderd. inktpatroon Verwijder het etiket (inclusief metaal) bij de pijl van de opening van de inktpatroon en gooi deze gescheiden van de inktpatroon weg.
  • Pagina 242 Verbruiksgoederen vervangen Verwijderde master Onderdelen Materialen Mastermateriaal Plastic, Japans papier Inktmateriaal Sojaolie, koolwaterstof (petroleum), water, pigmentkleurstof LET OP: • De inkt is gemaakt van koolwaterstoffen. Bij volledige verbranding komen alleen water en kooldioxide vrij. Weggooien van lege verbruiksgoederen...
  • Pagina 243 Verbruiksgoederen vervangen Weggooien van lege verbruiksgoederen...
  • Pagina 244 • Kijk uit voor de randen van metalen onderdelen, deze kunnen letsel veroorzaken. • Breng geen veranderingen aan de machine aan en verwijder geen onderdelen. • RISO noch diens dealer is verantwoordelijk voor onderhoud dat wordt uitgevoerd door personeel dat niet is gea- utoriseerd door RISO.
  • Pagina 245 Onderhoud Thermische printerkop Reinig de thermische printerkop telkens wanneer u de masterrol vervangt. Open de klep van de mastereenheid en veeg de printerkop achterin de eenheid enkele malen voorzichtig af met een zachte doek of tissue. Voorzichtig: • De thermische printerkop is zeer gevoelig. Vermijd stoten of krassen met harde voorwerpen. •...
  • Pagina 246 Onderhoud Scanglas en wit blad van de optionele automatische documentinvoer (ADF) Neem het scanglas en het witte blad enkele malen voorzichtig af met een zachte doek of tissue. Voorzichtig: • De glasplaat is zeer gevoelig. Vermijd stoten of krassen met harde voorwerpen. Drukrol Als de drukrol die het afdrukpapier tegen de afdruktrommel drukt vuil is, kan dit strepen op de achterkant van de afdrukken veroorzaken.
  • Pagina 247 Onderhoud Buitenkant printer Veeg de gehele printer regelmatig voorzichtig af met een zachte doek, zodat de buitenkant niet vuil wordt. Vraag uw erkende reparateur om advies als u hierbij een schoonmaakmiddel wilt gebruiken. Voorzichtig: • De buitenkant van de machine is van plastic. Gebruik daarom voor reiniging nooit alcohol of oplosmiddelen. •...
  • Pagina 248 Probleemoplossing Als er een melding wordt weergegeven Wanneer de machine stopt en een melding weergeeft, gebruikt u de onderstaande informatie om de oorzaak te bepalen en voert u de benodigde handelingen uit. Opmaak foutmeldingen Er worden een melding en een foutoplossingsafbeelding weergegeven die bij het meldingstype horen en die aan- geven hoe u het probleem kunt oplossen.
  • Pagina 249 Probleemoplossing T00-000:Onderhoudsfout Patroon Mogelijke oorzaak Handeling !!Batterij leeg!! De batterij is bijna leeg of leeg. Neem contact op met de dealer (of Servicedienst bellen erkende reparateur) en laat de batterij vervangen. Druk op als u de foutweergave wilt wissen. !!Systemfout!! Er is een systeemfout Druk op Reset toets indrukken...
  • Pagina 250 Probleemoplossing Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Masterinvoer-fout De master is niet goed Trek de mastereenheid uit, wind de Trek Masteraanmaakunit eruit en geplaatst. master op en plaats de master opnieuw. Masterrol opnieuw opwinden, dan p.229 Master weer terugplaatsen Belangrijk!: • Als de voorkant van de master gekreukeld of kapot is, snijdt u de rand recht en plaatst u de master.
  • Pagina 251 Probleemoplossing Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Fout in gekoppelde printer Er is een onderhoudsfout Controleer de gekoppelde printer en opgetreden op de gekoppelde verhelp de fout. printer. No IP Address Assigned to This Het IP-adres van de machine is Neem contact op met de Printer niet goed ingesteld.
  • Pagina 252 Probleemoplossing C00-000:Fout in verbruiksgoederen Patroon Mogelijke oorzaak Handeling Plaats papier in Geen afdrukpapier in de Plaats papier in de invoerlade. standaard invoerlade papierinvoerlade. p.31 Master afvalbak 1 is vol De masterafvalbak is vol. Leeg de masterafvalbak. Leeg master afvalbak p.234 Plaats de nieuwe masterrol.
  • Pagina 253 1 of kan inktinfo niet geplaatst. inktpatroon. lezen Vervang inktpatroon of p.232 contacteer dealer/Riso kantoor Belangrijk!: • Gebruik de inktpatroon die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd. Als u dit niet doet, kan dit problemen veroorzaken of de machine beschadigen.
  • Pagina 254 Vervang master rol Belangrijk!: of contacteer dealer/Riso kantoor • Gebruik een masterrol die speciaal voor deze machine is ontworpen en goedgekeurd. Als u dit niet doet, kan dit problemen veroorzaken of de machine beschadigen.
  • Pagina 255 Probleemoplossing J00-000:Papierstoring Wordt weergegeven als het origineel of het afdrukpapier in de machine of de ADF (optie) is vastgelopen. De plaats waar het papier is vastgelopen, wordt in de afbeelding door een knipperend pictogram ( ) aangegeven. Kijk in de onder- staande tabel ( ) en los het probleem op zoals aangegeven.
  • Pagina 256 Probleemoplossing Aangegeven Mogelijke oorzaak Handeling /knipperend gebied Vastgelopen papier bij de afdruktrommel. Trek de afdruktrommel uit de machine. p.236 Verwijder het vastgelopen papier. Plaats de afdruktrommel terug. Druk op [OK]. Voorzichtig: • Raak de scheidingshaak niet aan als u uw handen in de machine steekt om papier te verwijderen.
  • Pagina 257 Probleemoplossing Opmaak popup-meldingen Popupmeldingen geven diverse operationele statussen aan. Bij sommige popupmeldingen kunt u gewoon doorwerken, maar voor andere moet u afhankelijk van de context ingr- ijpen voordat u kunt verdergaan. Foutnummer Een referentieletter (E/F) en een nummer. Popupmeldingen Inhoud van de melding. Foutnummer Fouttypen Beschrijving...
  • Pagina 258 Probleemoplossing F00-000:Waarschuwingen Patroon Symptoom Handeling Acquiring Linked Printer De machine is bezig met het ophalen Druk op [Sluit] om de popupmelding te Configuration Data van informatie over de gekoppelde wissen en terug te gaan naar het vorige Please Wait a Moment printer.
  • Pagina 259 Probleemoplossing Patroon Symptoom Handeling Eén van beide masters Een van de masters op trommel 1 of Wanneer u afdrukt met de huidige set is gemaakt trommel 2 is gemaakt in de mode masters door te drukken op de knop in inktbesparingsproces “Inktbesparing”, terwijl de andere [Vervolgen], resulteert dit in een Tweekleurig printen...
  • Pagina 260 Probleemoplossing Patroon Symptoom Handeling Origineel niet gedetecteerd De machine kan het origineel niet U verwijdert de popupmelding door het Reset origineel detecteren. Het origineel is wellicht niet origineel opnieuw te plaatsen. geplaatst. • Als u de afdruktaak hervat Druk op [Vervolgen]. (U kunt ook afdrukken met •...
  • Pagina 261 Probleemoplossing Patroon Symptoom Handeling Printen is niet mogelijk Trommel 2 kan worden gebruikt voor het Druk op [Sluit]. voor dit papierformaat afdrukken in een enkele kleur maar er Verwijder trommel 2 uit de huidige met print drum 2 zijn een aantal beperkingen. De huidige positie en vervang het door trommel 1.
  • Pagina 262 Probleemoplossing Patroon Symptoom Handeling !Bij deze reproductie- De vanaf de computer verzonden • Als u de afdruktaak hervat afm. passen afb.mogelijk origineelgegevens passen niet bij het Druk op [Vervolgen]. niet binnen papierframe! formaat van het afdrukpapier. (U kunt ook afdrukken met Huid.
  • Pagina 263 (standaard) te gebruiken, behalve voor de instelling H1, en aan de hand van het afdrukresultaat indien nodig bij te stellen. RISO is niet verantwoordelijk en kan niet adviseren over de beste instelling voor verbruiksgoederen die niet door RISO worden gefabriceerd en verkocht.
  • Pagina 264 Probleemoplossing Scherm Beschrijving Waarden [H2] Fijninstelling afdrukdichtheid (voor 1 (licht) - 5 (donker) afdruktrommel 1) [H8] Fijninstelling afdrukdichtheid (voor afdruktrommel 2) Selecteer voor een optimaal afdrukresultaat een afdrukdichtheid die bij de inkt past. [H3] Dichtheidafstellling eerste afdruk (voor 1 (licht) - 5 (donker) afdruktrommel 1) [H9] Dichtheidafstellling eerste afdruk (voor afdruktrommel 2)
  • Pagina 265 Probleemoplossing Scherm Beschrijving Waarden [H4] Masterdichtheid 1 (licht) -10 (donker) Selecteer de standaarddichtheid die tijdens het maken van de master moet worden gebruikt. [H5] Fijninstelling afdrukdichtheid 1 (licht) - 5 (donker) Selecteer voor een optimaal afdrukresultaat een afdrukdichtheid die bij de master past. [H6] Dichtheidafstellling eerste afdruk 1 (licht) - 5 (donker) Selecteer een afdrukdichtheid voor de eerste...
  • Pagina 266 Probleemoplossing Probleemoplossing Raadpleeg bij problemen eerst het onderstaande diagram met oplossingen voordat u een monteur belt. Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De machine start niet als u de U hebt wellicht op de Druk opnieuw op de stroomschakelaar. stroomschakelaar indrukt. stroomschakelaar gedrukt terwijl de Voordat u op de stroomschakelaar drukt, machine in de slaapstand stond.
  • Pagina 267 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Een foutmelding verdwijnt De verbruiksgoederen (inkt, Vergrendel de inktpatroon door deze na niet, ook al zijn de masterrol) zijn niet goed geplaatst. plaatsing met de klok mee te draaien ( verbruiksgoederen geplaatst Of plaats de inktpatroon opnieuw. (inkt, masterrol).
  • Pagina 268 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De afdrukken bevatten De thermische printerkop van de Neem de thermische printerkop of de verticale witte strepen. mastereenheid of de glasplaat of de glasplaat voorzichtig af met een zachte automatische documentinvoer is vuil doek. door stof, correctievloeistof, p.242 enzovoort.
  • Pagina 269 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De achterkant van de De drukrol is met inkt bevuild. Verwijder de afdruktrommel en maak de afdrukken is met inkt bevlekt. drukrol schoon. p.242 Als de afdrukpositie buiten het afdrukpapier valt, kan dit de drukrol met inkt bevuilen.
  • Pagina 270 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Er plakt papier aan het De marge aan de bovenkant van het De marge van het origineel (bovenkant oppervlak van de origineel of de afdruk is te klein. van de afdruk in de uitvoerrichting) moet afdruktrommel.
  • Pagina 271 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Het papier valt over de Volg de onderstaande stappen om de uitvoerlade te verhogen: papierstop van de uitvoerlade. Duw de geleiders/papierstop van de uitvoerlade omlaag. Til de zijkanten van de uitvoerlade met beide handen omhoog en verplaats de as van de uitvoerlade naar positie B.
  • Pagina 272 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling • Het papier wordt niet soepel Het afdrukpapier is niet goed. Gebruik papier dat binnen het aanbevolen uit de invoerlade ingevoerd. bereik valt. (overgeslagen papier of p.14 invoer van meerdere vellen) De positie van de Als u dik of glad papier gebruikt, stelt u de •...
  • Pagina 273 Probleemoplossing Probleem Mogelijke oorzaak Handeling • Het papier wordt niet soepel De papierdruk is niet juist ingesteld. • Voor papier dat veel papierstof uit de invoerlade ingevoerd. achterlaat of dat overslaat of voor de (overgeslagen papier of achterkant van een ansichtkaart die invoer van meerdere vellen) naar boven is geplaatst: Draai de knop naar links.
  • Pagina 274 Standaard RISO-printernetwerkinterfacekaart RISORINC-NET-D:G/GII Voor het direct aansluiten van de machine op het netwerk. Geleverd met de RISO-MONITOR-software, waarmee u de status van de machine vanaf computers kunt contro- leren. Invoereenheid voor speciaal papier Met deze eenheid kunt u dikker papier invoeren, zoals kaarten en enveloppen.
  • Pagina 275 Optionele accessoires Automatische documentinvoer (ADF), Oplagenscheider, Kopieerkaartteller, Kleurentrommel, Netwerkinterfacekaart RISORINC- NET-D:G/GII, Invoerpakket voor speciaal papier, Standaard, Documentopslagkaart DM-128CF, Brede stapellade, RISO- kleurscheidingssoftware CS-2000, RISO-controller PS7R Stroombron MZ970 : 220 V - 240 V AC, 50/60 Hz <3,0 A> In gebruik : 1605 mm (B) × 725 mm (D) × 730 mm (H) Afmetingen In opslag: 1010 mm (B) ×...
  • Pagina 276 Optionele accessoires Automatische documentinvoer (ADF), Oplagenscheider, Kopieerkaartteller, Kleurentrommel, Netwerkinterfacekaart RISORINC- NET-D:G/GII, Invoerpakket voor speciaal papier, Standaard, Documentopslagkaart DM-128CF, Brede stapellade, RISO- kleurscheidingssoftware CS-2000, RISO-controller PS7R Stroombron MZ770E : 220 V - 240 V AC, 50/60 Hz <3,0 A> In gebruik : 1605 mm (B) × 725 mm (D) × 730 mm (H) Afmetingen In opslag: 1010 mm (B) ×...
  • Pagina 277 Bijlage Specificaties...
  • Pagina 278 Index Numerics 1 zijde master maken ..........96 CI kiezen ...............168 150ppm ..............111 Combinatie ....132 , 135 , 137 , 139 , 141 , 142 2 Op ..............85 , 90 Computeraansluiting ..........13 Configureerbare functies (Koppelingsmode) ..222 Contrast aanpassen ..........72 Aanbevolen papier ..........
  • Pagina 279 Index Geleiders papierontvangstlade ......19 Geluidssignaal ............. 170 Maatraster ........... 39 , 50 , 54 , 58 Getoonde taal ............166 Map hernoemen ...........168 Glasplaat ..........18 , 39 , 243 Marge+ ............76 , 77 Glasplaatdeksel ............. 18 Marge-plus percent ..........169 Groep ..............
  • Pagina 280 Toets C .......20 , 42 , 52 , 59 , 79 , 81 , 97 , 164 Resterende hoeveelheid verbruiksgoederen Toets centreren afdrukpositie ......113 controleren ............228 Toets P ..............20 RISO-printernetwerkinterfacekaart Toets testkopie .............116 RISORINC-NET-D:G/GII ........272 Toets voor automatische verwerking ....21 Rode kleur .............. 45 Toets voor maken master ........21...
  • Pagina 281 Index Verl. reserv.per............. 169 Vernieuw ..........26 , 66 , 100 Vertoningspriorit........... 166 Vertrouwelijkheid ..........160 Verwijderhendel mastereenheid ....19 , 229 Verwijderklep mastereenheid .......19 , 229 Voorbeeld ............26 , 66 Voorklep ..............19 Voorraadmanagement ........170 Voortgangsbalk ............21 Vrij ..............76 , 78 Vrijgavedraaiknop ADF ........
  • Pagina 282 Index...
  • Pagina 285 Voor de beheerder Voor de beheerder De optie Beschermen uitschakelen Het uitschakelen van de optie “Beschermen” moet altijd door een beheerder worden uitgevoerd. Belangrijk!: • Als u meer nadruk wilt leggen op de beveiliging, knipt u deze pagina uit en laat u deze door de beheerder bewaren. Druk voor elke mode op [Admin.] op Druk op de grijze toets [Bescher- het basisscherm.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mz970Mz770