Besturingselementen voor helderheid/contrast
BRIGHTNESS (Helderheid)
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.
OPMERKING:
het helderheidsniveau kan worden aangepast met de uitvoer van de achtergrondverlichting.
Het scherm wordt digitaal gecompenseerd voor een laag of hoog helderheidsniveau.
OPMERKING:
de prestaties van het scherm zullen optimaal zijn, als de helderheidswaarde van het schermmenu
zwart is. Als het scherm niet het gewenste niveau van helderheid kan behalen, zal de numerieke
waarde in het schermmenu knipperen.
OPMERKING:
bij een lage helderheidsinstelling compenseert het scherm automatisch door het schermcontrast aan
te passen.
Dit resulteert in een gereduceerde contrastverhouding.
Bij een hoge helderheidsinstelling compenseert het scherm automatisch door de
uniformiteitscompensatie te verlagen. Dit kan resulteren in een verminderde uniformiteit.
Als digitale compensatie plaatsvindt, wordt de helderheidswaarde bij OSD gewijzigd naar magenta.
CONTRAST (Alleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrondverlichting in op basis van het invoersignaal.
OPMERKING:
u kunt het beste BRIGHTNESS (Helderheid) gebruiken om de helderheid van het scherm aan te
passen voor een lager energieverbruik en een verbeterde beeldkwaliteit.
ECO MODE (Eco-modus)
Vermindert de verbruikte elektriciteit door het helderheidsniveau te verlagen.
OFF (Uit): geen functie.
MODE1: vermindert het helderheidsbereik tot circa 64,3%. (P232W)
Vermindert het helderheidsbereik tot circa 54,5%. (P242W)
MODE2: vermindert het helderheidsbereik tot circa 28,6%. (P232W)
Vermindert het helderheidsbereik tot circa 24,2%. (P242W)
BLACK (Zwart)
Hiermee past u de zwartluminantie aan. Wanneer lage instellingen zijn geselecteerd die niet kunnen worden
weergegeven, wordt de indicator in het OSD-menu magenta weergegeven.
Automatische regeling (alleen analoge ingang)
AUTO ADJUST (Automatische regeling)
Hiermee past u automatisch de instellingen voor Image Position (Beeldpositie), H. SIZE (Breedte) en FINE (Fijnafstelling) aan.
AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling)
Hiermee wordt het weergegeven beeld voor niet-standaard beeldsignaal-inputs ingesteld.
Beeldinstelling
LEFT/RIGHT (Links/rechts)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-scherm in.
DOWN/UP (Omhoog/omlaag)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-scherm in.
H.SIZE (V.SIZE) (Breedte, hoogte - alleen analoge ingang)
U past de breedte aan door de waarde van deze instelling te verhogen of te verlagen.
Als de beeldinstelling die u met de functie "AUTO ADJUST" (Automatische regeling) bereikt niet aan uw wensen
beantwoordt, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de functie "H.SIZE" (Breedte) (of "V.SIZE" (hoogte)) (dot clock).
Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken. Met deze functie wordt de breedte van het beeld mogelijk gewijzigd.
Centreer het beeld op het scherm met het menu LEFT/RIGHT (Links/Rechts). Als de H.SIZE (Breedte) (of V.SIZE
(hoogte)) verkeerd is gekalibreerd, ziet het beeld eruit zoals in de linkerillustratie. Het beeld moet homogeen zijn.
De waarde voor H.Size
(Breedte) is verkeerd.
De waarde voor H.Size
(Breedte) is beter.
Nederlands-12
De waarde voor H.Size
(Breedte) is juist.