Pagina 1
Gebruiksaanwijzing System 106 codeklavier 5550 ...
Pagina 2
Inhoud Verloop van de inbedrijfstelling ..........3 Wat is een administrator of gebruiker? ........4 Eerste administrator aanmaken ..........5 Gebruikers aanmaken...............6 Een andere administrator aanmaken ........7 Admin-/gebruikers-PIN wijzigen ..........8 Gebruikers wissen ..............9 Administrator wissen .............10 Toetsverlichting instellen ............11 Bevestigingstonen in-/uitschakelen ........12 Gebruik zonder deurcommunicatiesysteem DC-busvoeding in-/uitschakelen ..........13 Gebruik zonder deurcommunicatiesysteem Systeemprogrammeermodus in-/uitschakelen ......14...
Pagina 3
Verloop van de inbedrijfstelling Na de montage moeten voor de inbedrijfstelling van het codekla- vier de volgende stappen in de weergegeven volgorde worden uit- gevoerd: Eerste administrator aanmaken (Seite 5) * 3 * Admin-ID * Admin-PIN nieuw nieuw II. Gebruikers aanmaken (vanaf Seite 6) * 1 * Gebruikers-ID * Gebruikers-PIN nieuw...
Pagina 4
Wat is een administrator of gebruiker? Voor de ingebruikstelling moet een administrator worden aange- maakt. Voor de bediening worden gebruikers aangemaakt. Administrator Een administrator bestaat altijd uit een admin-ID en een admin- PIN. • Admin-ID: 1 tot 6 cijfers • Admin-PIN: 1 tot 32 cijfers (voor de configuratie van het codeklavier) Gebruiker Een gebruiker bestaat altijd uit een gebruikers-ID en een gebrui-...
Pagina 5
Eerste administrator aanmaken Voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling moet er een administ- rator worden aangemaakt. Wanneer er nog geen administrator is aangemaakt, knippert de led van het codeklavier groen. Admin-ID en admin-PIN Admin-ID en admin-PIN kunnen niet worden gebruikt voor schakelhandelingen, bijv.
Pagina 6
Gebruikers aanmaken Een gebruiker wordt als volgt aangemaakt: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv.
Pagina 7
Een andere administrator aanmaken Een administrator wordt als volgt aangemaakt: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv.
Pagina 8
Admin-/gebruikers-PIN wijzigen De desbetreffende PIN wordt gewijzigd door aan de gebruiker of administrator een nieuwe PIN toe te wijzen: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus.
Pagina 9
Gebruikers wissen Een gebruiker wordt als volgt gewist: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv.
Pagina 10
Administrator wissen Een administrator wordt als volgt gewist: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv.
Pagina 11
Toetsverlichting instellen De verlichting (uit, niveau 1, niveau 2) van het codeklavier kan als volgt worden geschakeld: 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus.
Pagina 12
Bevestigingstonen in-/uitschakelen De bevestigingstonen worden als volgt in-/uitgeschakeld. Er kan bovendien worden gekozen tussen zachte en harde bevestigings- tonen. 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus.
Pagina 13
Gebruik zonder deurcommunicatiesysteem DC-busvoeding in-/uitschakelen 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv. de admin-PIN). 2.
Pagina 14
Gebruik zonder deurcommunicatiesysteem Systeemprogrammeermodus in-/uitschakelen 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus. Een negatief bevestigingssignaal geeft een onjuiste invoer aan (bijv. de admin-PIN). 2.
Pagina 15
Fabrieksreset – selectie van de bedrijfsmodus Het codeklavier kan worden gereset naar de fabrieksinstelling. In dat geval gaan alle gebruikers- en administratortoewijzingen verlo- ren. 1. Start de administratormodus (indien nog niet actief): * 0 * Admin-PIN # Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus.
Pagina 16
Verschil tussen de bedrijfsmodi “Klein object” en “Groot object” In de fabrieksinstelling is de bedrijfsmodus “Klein object” inges- teld. “Klein object” betekent: • Er kunnen niet meerdere dezelfde gebruikers-PINs worden ver- strekt • Voor het openen van de deur moet de gebruikers-PIN worden in- gevoerd: Gebruikers-PIN “Groot object”...
Pagina 17
Integratie in het deurcommunicatiesysteem Voorafgaand aan de inbedrijfstelling Administrator en gebruikers aanmaken Voorafgaand aan de inbedrijfstelling van het codeklavier in het deurcommunicatiesysteem moeten de desbetreffende administrators en gebruikers worden aangemaakt. Direct toewijzing/groepstoewijzing Bij de toewijzing wordt onderscheid gemaakt tussen: • Directe toewijzing van afzonderlijke gebruikers aan een indivi- duele schakelactor •...
Pagina 18
Toewijzing gebruiker - individuele schakelactor/deuropener Voorafgaand aan de toewijzing gebruikers aanma- Voorafgaand aan de toewijzing moeten de desbetreffende gebruikers worden aangemaakt. 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. De led op het besturingapparaat knippert. Het codeklavier geeft een bevestigingstoon en de led knippert lichtgroen.
Pagina 19
Toewijzing gebruiker - groepsschakelactor/-deuropener Hierna wordt beschreven hoe alle in het codeklavier aangemaakte gebruikers aan één groepsschakelactor of -deuropener worden toegewezen. 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. De led op het besturingapparaat knippert. Het codeklavier geeft een bevestigingstoon en de led knippert lichtgroen.
Pagina 20
Functietoets “F” aan een schakelactor toewijzen 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. De led op het besturingapparaat knippert. Het codeklavier geeft een bevestigingstoon en de led knippert lichtgroen. De led voor de bedrijfsmodus van de schakelactor knippert. 2.
Pagina 21
Beltoets aan een huisstation toewijzen 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. De led op het besturingapparaat knippert. Het codeklavier geeft een bevestigingstoon en de led knippert lichtgroen. 2. Druk de toets “Bel” in. ...
Pagina 22
Beltoets gericht aan een huisstation toewijzen Gebruikers aanmaken Om de beltoets gericht aan een huisstation te kunnen toewij- zen, moet voor het huisstation een gebruiker in het codekla- vier worden aangemaakt. 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten.
Pagina 23
Beltoets aan een schakelactor toewijzen Bij parallelle toewijzing van de toets “Bel” aan een schakelactor en een huisstation moet eerst de schakelactor en dan het huisstation worden toegewezen. 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. ...
Pagina 24
Beltoets gericht aan een schakelactor toewijzen Om de beltoets gericht aan een schakelactor te kunnen toewijzen, moet voor de schakelactor een gebruiker in het codeklavier worden aangemaakt. Bij parallelle toewijzing van schakelactor en een huisstation moet eerst de schakelactor en dan het huisstation wor- den toegewezen.
Pagina 25
Individuele toewijzing/groepstoewijzing – wat schakelt wanneer? Basisconfiguratie In de basisconfiguratie heeft een individuele schakelactor altijd hogere prioriteit dan een groepsschakelactor. In de basisconfigu- ratie schakelt een gebruiker uitsluitend de individuele schakelac- tor. Geavanceerde configuratie Als een gebruiker ook de “groepsactor” moet activeren, wordt aan deze gebruiker een speciale modus toegewezen: Toegewezen Toegewezen...
Pagina 26
Modus aan een enkele gebruiker toewijzen Om aan een enkele gebruiker de desbetreffende modus toe te wij- zen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. ...
Pagina 27
Modus aan een gebruikersgroep toewijzen Om aan een gebruikersgroep de desbetreffende modus toe te wij- zen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd op het besturingapparaat de toets “Systemprogr.” 3 s ingedrukt om de programmeermodus te starten. De led op het besturingapparaat knippert. Het codeklavier geeft een bevestigingstoon en de led knippert lichtgroen.
Pagina 28
Tabel voor inbedrijfstellingsdocumentatie Administrators Naam Admin-ID Admin-PIN Gebruiker Naam Gebruikers-ID Gebruikers-PIN...
Pagina 29
De vrijgavecode bevindt zich Freischaltcode op de bijgevoegde veiligheids- 72 93 31 36 kaart. Gira Keyless In Safety Card Codetastatur 1. Start de administratormodus met de vrijgavecode: * 0 * Vrijgavecode Na een positief bevestigingssignaal is het codeklavier in de administratormodus.
Pagina 30
De wettelijk vereiste garantie wordt uitsluitend aangeboden via de vakhandel. Het apparaat inclusief bijbehorende Safety Card kunt u samen met een omschrijving van de fout aan de betreffende verkoper (vakhan- del/installatiebedrijf/elektrotechnische vakhandel) overhandigen of portvrij opsturen. Deze stuurt het apparaat door naar het Gira Ser- vice Center.