SC-F7200 Series/SC-F7100 Series/SC-F7000 Series Gebruikershandleiding
L
Houd het aanpassingspapier aan de voorkant
van de printer strak gespannen en controleer de
posities van de witte lijn op de plaat met de lijn
die u in stap 10 hebt getrokken.
Als de getrokken lijn en de witte lijn niet
overeenkomen, zoals in onderstaande
afbeelding, gaat u verder met stap 13. Als ze wel
overeenkomen, gaat u verder met stap 14.
M
Terwijl de uitlijning van de twee lijnen aan de
voorkant van de printer wordt gecontroleerd,
gebruikt u de inbussleutel om de schroef aan de
achterzijde van de printer zo in te stellen dat de
getrokken lijn is uitgelijnd met de positie van
de stippellijn.
Als de getrokken lijn zich onder de witte lijn
bevindt, draait u de stelschroef linksom. Als de
getrokken lijn zich boven de witte lijn bevindt,
draait u de stelschroef rechtsom. Met één draai
aan de schroef, verplaatst u de regel circa 1 mm.
De aanpassing is klaar wanneer de getrokken
lijn zich op de positie van de stippellijn bevindt.
Appendix
Voor de SC-F7200-/SC-F7100-serie
SC-F7000-serie
163