OptioW90_OPM.book Page 88 Wednesday, February 24, 2010 3:09 PM
• In andere opnamestanden dan R (Programma), A (Nachtopname),
C (Video),
panorama), X (Dig. Groothoek) en N (Beeld inkadering) worden
kleurverzadiging, contrast, scherpte, witbalans, etc. automatisch
ingesteld op de optimale waarde voor de geselecteerde stand.
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken niet
volledig, afhankelijk van de geselecteerde opnamestand.
Zie "Beschikbare functies voor elke opnamefunctie" (p.312)
voor bijzonderheden.
• U kunt de bedieningsaanwijzing in het opnamepalet uitschakelen
(p.279).
3
Functie Gezichtsherkenning
Wanneer de camera in het beeld
het gezicht van een persoon detecteert,
wordt door de functie Gezichtsherkenning
rondom het gezicht op het scherm
een geel gezichtsherkenningskader
weergegeven, wordt scherp gesteld
(Gezichtsherkenning voor AF)
en de belichting gecorrigeerd
(Gezichtsherkenning voor belichting).
Als het onderwerp in het
gezichtsherkenningskader beweegt,
beweegt het kader mee en verandert
de grootte hiervan terwijl het kader
het gezicht volgt.
De functie Gezichtsherkenning kan
maximaal 32 gezichten herkennen.
Wanneer meerdere gezichten worden
herkend, wordt een geel scherpstelkader
over het belangrijkste gezicht
geprojecteerd, en witte kaders over
de andere gezichten. Er kunnen
maximaal 31 kaders worden
weergegeven, inclusief
het hoofdkader en witte kaders.
88
(Digitale microscoop), c (Digital SR), F (Digitaal
38
Gezichtsherkenningskader
Als meerdere gezichten
worden herkend
38
Hoofdkader Wit kader