BEDIENINGSELEMENTEN, INSTRUMENTEN EN UITRUSTING
13) Metercluster
TYPISCH
1. Accu
2. Motor
3. Temperatuur
4. Olie
Waarschuwingslampje
accuspanning laag
Voordat de accu te ver is ontladen
om de motoren te starten, licht het
volt-verklikkerlichtje op.
Wanneer dit verklikkerlichtje oplicht,
moet u het gebruik van alle elektrische
accessoires onmiddellijk staken en de
motor(en) starten om de accu op te la-
den.
Controleer het motor-lampje
Wanneer het ECM een foutcode de-
tecteert, licht het lampje motor contro-
leren op en kan er een pieptoon weer-
klinken.
Schakel de motor(en) uit. Wacht een
(1) minuut. Herstart de motor(en). Als
het lampje blijft branden, doet u be-
roep op een erkende Sea-Doo sport-
bootdealer voor een servicebeurt.
Motortemperatuur-lampje
Oververhitting van motor of uitlaatsys-
teem.
Als het temperatuur-
MERK OP
lampje aangaat, leg de motor(en)
dan zo snel mogelijk stil.
Schakel de motor zo snel mogelijk
uit. Controleer het oliepeil van de mo-
tor(en) en vul olie bij.
______________
60
Controleer het koelvloeistofpeil van
de motoren. Raadpleeg de ONDER-
HOUDSPROCEDURE. Houdt de over-
verhitting van de motor(en) aan, ga dan
als volgt te werk.
Voer de REINIGING VAN DE JET-
POMP-WATERINLAAT EN IMPELLER
uit volgens de beschrijving in de SPE-
CIALE PROCEDURES.
Spoel het uitlaatkoelsysteem zodra u
terug aan wal bent. Zie ONDERHOUD
NA GEBRUIK.
Herstart de motor(en). Is de situatie
daarmee niet verholpen, laat de mo-
tor(en) dan niet langer draaien. Raad-
pleeg een erkende Sea-Doo sportboot-
dealer voor service.
De
MERK OP
draaien met te lage oliedruk kan tot
ernstige motorschade leiden.
Oliedruk-lampje
Het oliedruklichtje gaat aan wanneer
de oliedruk in de motor(en) te laag of
te hoog is. Controleer de olie zo snel
mogelijk. Als het lampje blijft branden,
neemt u contact op met een erkende
Sea-Doo sportbootdealer.
Laat de motoren nooit
MERK OP
draaien zonder olie. Dit zou tot ern-
stige motorschade leiden.
14) Ruimwater-aftapplug
Ligt de boot op de aanhangwagen,
schroef dan de aftapplug los, blokkeer
de wielen en plaats de boeg iets ho-
ger met de krik van de aanhangwagen
(indien aanwezig), zodat het water kan
weglopen.
motor(en)
laten