Commentaar:
bij 1 - "Stop" stopt alles.
bij 2 - "Aanzuigen" is in elke toestand van de pomp mogelijk (zolang de
pomp kan werken).
bij 3 - "Fout", "Pauze" en "Niveau" stoppen alles, behalve "Aanzuigen".
bij 4 - De "Hulpdoseercapaciteit", resp. "Hulpfrequentie" heeft altijd voor‐
rang op elke doseercapaciteit / slagfrequentie bij een bij punt 5
opgegeven bedrijfsmodus.
Functieomschrijving
25