5. Wanneer de koppeling tot stand is gebracht, knippert op beide EPG's het EPG-
statuslampje groen.
Een nieuwe bedieningseenheid koppelen met de EPG
1. Degenen met een onderbeenmanchet moeten zorgen dat de onderbeen-EPG
is ingeschakeld. Degenen met een dijmanchet moeten zorgen dat de dij-EPG is
ingeschakeld.
2. Plaats de manchet, met de EPG bevestigd, en de bedieningseenheid enkele
centimeters van elkaar vandaan.
3. Schakel de bedieningseenheid in door op een knop te drukken. Er verschijnt een
knipperende P in het scherm. Zo niet, druk dan tegelijkertijd op de plusknop en
de minknop tot een knipperende P verschijnt.
4. Wanneer u een onderbeenmanchet gebruikt, houdt u de plusknop en minknop
op de onderbeen-EPG tegelijk gedurende drie seconden ingedrukt. De EPG
schakelt naar de koppelingsmodus en het EPG-indicatielampje wordt afwisselend
groen, geel en rood.
5. Wanneer u een dijmanchet gebruikt, houdt u de plusknop en minknop op de
dij-EPG tegelijk gedurende drie seconden ingedrukt. De EPG schakelt naar de
koppelingsmodus en het EPG-indicatielampje wordt afwisselend groen, geel en
rood.
6. Wanneer de koppeling tot stand is gebracht, gaat het statuslampje van de EPG
groen knipperen. De verbonden EPG wordt weergegeven op het display van
de bedieningseenheid.
Een nieuwe voetsensor koppelen met de EPG
1. Degenen met een onderbeenmanchet moeten zorgen dat de onderbeen-EPG
is ingeschakeld. Degenen met een dijmanchet moeten zorgen dat de dij-EPG is
ingeschakeld.
2. Plaats de manchet, met de EPG bevestigd, en de voetsensor enkele centimeters
van elkaar vandaan.
Gebruikershandleiding
78