A l g e m e n e i n f o r m a t i e
Algemene informatie
■ Toegangscodes
Beveiligingscode
Met de beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) wordt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik beveiligd. De code is standaard ingesteld op 12345.
Raadpleeg Beveiliging op pagina 65 voor informatie over het wijzigen
van de code en hoe u de telefoon zo instelt dat de code moet worden
ingetoetst.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst,
wordt de invoer van de code verder genegeerd. Wacht vijf minuten en
voer de code opnieuw in.
PIN-codes
De PIN-code (persoonlijk identificatienummer) en de UPIN-code
(universeel persoonlijk identificatienummer) van 4 tot 8 cijfers
beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op
pagina 65. De PIN-code wordt meestal met de SIM-kaart meegeleverd.
Stel in dat u uw PIN-code moet invoeren telkens wanneer u de telefoon
inschakelt.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die
bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 102. De
module-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart is
voorzien van een beveiligingsmodule.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 103. De ondertekenings-PIN wordt bij
de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart is voorzien van een
beveiligingsmodule.
10