Het leidingwerk tussen de warmtepomp en de algemene leiding mag vervaardigd zijn uit PVC of
zelfs uit flexibels, maar de diameter moet minstens even groot zijn als de diameter van de algemene
leiding.
4. In gebieden waar het kan vriezen (en bij voorkeur overal) moet een bolkraan geïnstalleerd worden op
de in- en uitgang. Dit maakt het eenvoudiger om de pomp te onderhouden en om het water af te laten.
5. Als alle hydraulische verbindingen klaar zijn, activeer de zwembadpomp en controleer eventuele lekken.
Automatische doseerpompen mogen nooit geïnstalleerd worden vóór de warmtepomp. Een slechte
installatie van dergelijke pompen kan leiden tot serieuze beschadiging van de warmtepomp. Het wordt
tevens aangeraden een debietklep te installeren.
IV. Controle- en indicatielampen
Uw warmtepomp is uitgerust met verschillende veiligheidsvoorzieningen en indicators die zorgen voor
een veilige en betrouwbare werking.
Drukschakelaar: voorkomt de werking van de warmtepomp als de zwembadpomp niet werkt. Het
toestel vereist een minimum druk van 0.34 bar (5 psi).
Controle van de watertemperatuur: de temperatuur van het zwembadwater of het water in de spa wordt
gecontroleerd door de thermostaat van de warmtepomp die zich op het controlepaneel van het toestel bevindt.
De cover van het controlepaneel is uitgerust met 1 schakelaar en 2 thermostaten, de ene om de temperatuur
in te stellen van een spa, de andere voor de temperatuur van een zwembad. De schakelaar kan gebruikt worden
voor een optioneel extern controlesysteem, of om over te schakelen tussen de twee thermostaten.
Opmerking: de warmtepomp kan niet werken als er werd gekozen voor de remote-positie
(extern controlesysteem) terwijl er geen extern controlesysteem is aangesloten.
Vorst-schakelaar: zorgt ervoor dat de warmtepomp niet meer kan werken als de temperatuur van de
omgevingslucht daalt onder een bepaald minimum (ongeveer 5°C).
Delay timer: zorgt ervoor dat de compressor geen te korte cycli kan hebben, waardoor de motor/compressor
beschadigd kan worden. Als het systeem stil heeft gelegen, dan verhindert deze delay timer de opstart van
de compressor gedurende ongeveer 5 minuten. Als er geen werking was door een stroomonderbreking, zal
deze tijd 6 tot 8 minuten bedragen.
Low pressure-controle van de koelvloeistof: legt de compressor stil als er te weinig druk is op de
koelvloeistof door een slechte werking of doordat de koelvloeistof verdwenen is.
3