De instellingen van de labelprinter wijzigen
Tabblad Basic (Basis)
• Auto Power On (Auto Voeding Aan)
Geeft aan of de printer automatisch moet worden ingeschakeld als het netsnoer in een stopcontact wordt
gestoken.
• Auto Power Off (Auto. uitschakelen)
De duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als die op een stopcontact is
aangesloten.
Tabblad Advanced (Geavanceerd)
• Print Data after Printing (Afdrukgegevens na te zijn afgedrukt)
Geef aan of de afdrukgegevens na het afdrukken automatisch moeten worden verwijderd.
• Printer Information Report (Informatierapport afdrukken)
Geef aan welke gegeven moeten worden opgenomen in het Printer Information Report (Informatierapport
afdrukken).
• Cut Settings (Afsnijinstellingen)
De afsnijmethode instellen als er meerdere labels worden afgedrukt.
• Serialize Mode (de modus Serialiseren)
Geef aan hoe u de afgedrukte labels wilt serialiseren (nummeren).
Tabblad Management (Beheer)
• Command Mode (Opdrachtmodus)
Het type opdrachtmodus selecteren.
5
5
5
5
32