Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden)
Procedure
[MENU] * Instellen indextab * Geluiden
Start
Specificeert het startgeluid.
Halfsluiter
Geluid 1 - 5: Ingebouwde geluiden (1 - 5)
Sluiter
Uit: Geluid uit
Werking
Specificeert het geluidsvolume. Deze instelling wordt ook gebruikt
Werking
=
als het geluidsniveau tijdens het video uitgangssignaal (pagina 112).
Voor het specificeren van het geluidsvolume van de film. De
Weergave
instelling van het volume wordt niet gebruikt tijdens het video
=
uitgangssignaal (via de USB/AV poort) (pagina 112).
• Door een geluidsvolume van 0 in te stellen wordt het geluid gedempt.
Specificeren van de methode voor het aanmaken van een
serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.)
Procedure
[MENU] * Instellen indextab * Bestand nr.
Volg de volgende procedure om de methode te specificeren die bepaalt hoe
serienummers aangemaakt worden die in de bestandsnamen worden gebruikt
(pagina 155).
Vertelt de camera dat deze het laatst gebruikte bestandnummer
moet onthouden. Een nieuw bestand wordt benoemd met het
volgende opeenvolgende nummer zelfs als bestanden gewist
worden of als een blanco geheugenkaart ingelegd is. Als een
geheugenkaart ingelegd wordt en er op die kaart reeds bestanden
Voortzetten
zijn opgeslagen en het grootste opeenvolgende nummer van de
bestaande bestandsnamen groter is dan het grootste opeenvolgende
nummer dat onthouden wordt door de camera, dan zal het
nummeren van nieuwe bestanden starten van het grootste
opeenvolgende nummer van bestandsnamen plus 1.
Start het serienummer opnieuw vanaf 0001 wanneer alle bestanden
gewist zijn of als de geheugenkaart vervangen wordt door een
blanco kaart. Als een geheugenkaart ingelegd wordt en er op die
Reset
kaart reeds bestanden zijn opgeslagen, dan zal het nummeren van
nieuwe bestanden starten van het grootste opeenvolgende nummer
van geheugenkaart bestandsnamen plus 1.
160
Andere instellingen (Instellen)