U kunt bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit oplossen door de lens van de printerkop te reinigen.
1.
Zet de printer uit.
2.
Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten
zakken.
3.
Verwijder de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te
trekken.
OPMERKING:
Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid.
Plaats de tonercartridge-eenheid op een vlakke, schone ondergrond.
LET OP:
Stel de tonercartridge-eenheid niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige
blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
4.
Zoek de glazen lens van de printerkop op. Deze bevindt zich in de uitsparing aan de bovenkant van de