9. Papier en toner bijvullen
12.
Druk op [Home] (
• Wanneer u dik papier of OHP-transparanten plaatst, dient u het papierformaat en -type in te
stellen.
Dik papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel
• Bepaalde types van OHP-transparanten voor afdrukken in kleuren kunnen niet worden gebruikt.
Voor meer informatie over de soorten die gebruikt kunnen worden, dient u contact op te nemen
met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
• Gebruik A4
• Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten
met de afdrukzijde naar beneden.
• Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen.
1.
Druk op [Home] (
2.
Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen]
( ) op Home-scherm 4.
3.
Druk op [Instell. papierlade].
4.
Druk op [Papierformaat handinvoer] en selecteer vervolgens het papierformaat.
5.
Druk op [OK].
6.
Druk op [ Volg.].
7.
Druk op [Papiertype: Handinvoerlade].
8.
Selecteer de juiste items aan de hand van het papiertype dat u in wilt instellen.
• Druk op [OHP (transparant)] in het gebied [Papiertype] bij het invoeren van OHP-
transparanten.
• Om dik papier te plaatsen, drukt u op [Niet weergeven] in het gebied [Papiertype] en kiest u
vervolgens een geschikte papierdikte in het gebied [Papierdikte].
9.
Druk op [OK].
132
) onderaan in het midden van het scherm.
1
of 8
/
× 11 -formaat OHP-transparanten en selecteer het formaat.
2
) onderaan in het midden van het scherm.