Inhoudsopgave
Advertenties
1
Selecteer
Menu
2
Selecteer de toegangspuntgroep met het gewenste WLAN-toegangspunt en
selecteer het toegangspunt.
U kunt ook WEP-instellingen definiëren bij het maken van een nieuw WLAN-
toegangspunt.
3
Selecteer
WLAN-beveiligingsmodus
4
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
WEP-sleutel in gebruik — Selecteer het WEP-sleutelnummer (Wired
Equivalent Privacy). U kunt maximaal vier WEP-sleutels maken. Dezelfde
instellingen moeten worden ingevoerd op het apparaat voor het WLAN-
toegangspunt.
Verificatietype — Selecteer
uw apparaat en het apparaat voor het WLAN-toegangspunt.
Instellingen WEP-sleutel — Voer
Indeling WEP-sleutel (ASCII
sleutelgegevens in de geselecteerde indeling) in.
Beveiligingsinstellingen voor 802.1x en WPA/WPA2
Definieer de 802.1x of WPA-/WPA2-beveiligingsinstellingen als u één van beide
heeft geselecteerd als WLAN-beveiligingsmodus.
1
Selecteer
Menu
2
Open de toegangspuntgroep met het gewenste WLAN-toegangspunt en
selecteer het toegangspunt.
U kunt ook 802.1x- of WPA-/WPA2-instellingen definiëren bij het maken van
een nieuw WLAN-toegangspunt.
3
Selecteer
WLAN-beveiligingsmodus
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Instellingen
en
>
Open
of Hexadecimaal) en
Instellingen
en
>
Connectiviteit
> Bestemmingen.
> WEP.
en kies de volgende instellingen:
of
Gedeeld
voor het verificatietype tussen
WEP-codering
(lengte van de sleutel),
Connectiviteit
> Bestemmingen.
WPA/WPA2
>
Connectiviteit 151
WEP-sleutel
(de WEP-
of 802.1x.
151
Advertenties
Inhoudsopgave
