Instellingen
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u het
apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de
installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u
een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update
aanvaardt.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden
gegevens overgedragen (netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de
lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Beveiligingsinstellingen
Telefoon en SIM
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● PIN-code vragen — Als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van het
apparaat altijd eerst de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij
sommige SIM-kaarten niet kunt uitschakelen.
● PIN-code en PIN2-code — Hiermee wijzigt u de PIN- en de PIN2-code. De codes
mogen alleen uit cijfers bestaan. Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die
afwijken van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest. Neem contact op met uw serviceprovider als u de PIN- of
PIN2-code bent vergeten. Neem contact op met een Nokia Care-centrum of uw
serviceprovider als u de blokkeringscode bent vergeten.
● Blokkeringscode — De blokkeringscode wordt gebruikt om het apparaat te
ontgrendelen. Verander de blokkeringscode om ongeoorloofd gebruik van het
apparaat te voorkomen. Vooraf is de code 12345 ingesteld. De nieuwe code kan
uit 4 tot 255 tekens bestaan. U kunt alfanumerieke tekens, hoofdletters en kleine
letters gebruiken. Het apparaat geeft een melding als de blokkeringscode niet
de juiste opmaak heeft. Houd de nieuwe code geheim en bewaar het op een
andere plek dan het apparaat.
162
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.