Voor voertuigen uitgerust met airbags
Een airbag blaast zich met grote kracht op. Plaats GEEN voorwerpen,
waaronder zowel geïnstalleerde als draagbare draadloze apparatuur, in de
buurt van de airbag of het gebied waarin de airbag zich opblaast. Als
draadloze apparatuur onjuist is geïnstalleerd in een voertuig en de airbag
zich opblaast, kan dit tot ernstig letsel leiden.
Dit toestel voldoet aan deel 15 van het FCC-reglement.
Het gebruik ervan is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. het apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en
2. het apparaat moet bestand zijn tegen de ontvangst van storing,
waaronder storing die kan leiden tot een ongewenste werking.
Wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die
hiervoor verantwoordelijk is, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de
bevoegdheid verliest om het toestel te gebruiken.
Bij tests van de telefoon ten behoeve van gebruik tijdens dragen op het
lichaam is gebleken dat deze voldoet aan de FCC-richtlijnen voor
blootstelling aan radiofrequentiestraling voor gebruik in combinatie met
een accessoire dat geen metaal bevat en de handset minimaal 1,5 cm van
het lichaam plaatst. Bij gebruik van andere uitbreiding wordt mogelijk
niet
voldaan
aan
de
FCC-richtlijnen
voor
blootstelling
aan
radiofrequentiestraling. Als u geen op het lichaam gedragen accessoire
gebruikt en de niet tegen het oor houdt, plaatst u dan de handset
minimaal 1,5 cm van uw lichaam wanneer het toestel is ingeschakeld.
vi
Veiligheidsinformatie