1.
2.
Omhoog/Flitser
3.
1.
2.
3.
Rechts/
Zelfontspanner/
4.
Burstmodus
1.
2.
3.
Omlaag/Scherm
4.
Gaat omhoog in de OSD-menu's.
In de opnamemodus:
•
Schuif door de opties van de flitsermodus (Auto, Uit, Invulflits en Rode
ogen verwijderen.)
•
Indrukken om te pannen in het geselecteerde AF-gebied.
In de afspelenmodus:
•
Indrukken om omhoog te pannen in de modus inzoomen.
•
Indrukken om omhoog te gaan in de miniatuurweergave.
Gaat naar rechts in de OSD-menu's.
In de opnamemodus:
•
Indrukken om te schuiven door de modi Zelfontspanner/Burst/Multi-
burstmodus.
•
indrukken om te pannen naar rechts in het geselecteerde AF-gebied.
In de videomodus:
•
Indrukken om door de opties voor de zelfontspanner te schuiven.
In de afspelenmodus:
•
Indrukken om naar rechts te pannen in de modus inzoomen.
•
Indrukken om per beeld naar de volgende opname te gaan in enkele
beeldweergave.
•
Indrukken om naar rechts te gaan in de miniatuurweergave.
•
Indrukken om de videoweergave snel vooruit te spoelen tijdens
pauzemodus.
Gaat omlaag in de OSD-menu's
In de opnamemodus:
•
Indrukken om de volgende functies in te schakelen: volledig pictogram,
volledig pictogram met histogram en eenvoudige weergave (alle
pictogrammen behalve het moduspictogram verbergen). Opnieuw
indrukken om alle pictogrammen weer te geven op het LCD-scherm.
In de videomodus:
•
Indrukken om extra pictogrammen op het LCD-scherm uit te schakelen,
opnieuw indrukken om alle pictogrammen op het LCD-scherm opnieuw
in te schakelen.
In de afspelenmodus:
•
Indrukken om omlaag te pannen in de modus inzoomen.
•
Indrukken om omlaag te gaan in de miniatuurweergave.
•
Indrukken om de volgende functies in te schakelen: normaal,
informatie, eenvoudige weergave. Nogmaals indrukken voor normale
weergave.
Inleiding 4
de
Cameraknoppen