AF-kaders
Wat als...
•
Er wordt een knipperende
Bevestig de camera op een statief zodat de camera niet kan bewegen,
waardoor het beeld onscherp kan worden.
•
De camera maakt geen enkel geluid.
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden
uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Als u het geluid weer wilt inschakelen,
drukt u op n. Selecteer vervolgens het tabblad 3 en de optie [mute].
Gebruik de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
Stel scherp.
●
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
Terwijl de camera wordt scherpgesteld, hoort
u tweemaal een piepgeluid en brandt het
lampje groen (oranje indien er wordt geflitst).
Groene AF-kaders geven aan waarop
de camera is scherpgesteld.
Als de camera op meerdere punten scherpstelt,
verschijnen er meerdere AF-kaders.
Als een bewegend gezicht wordt gedetecteerd
en u de sluiterknop half ingedrukt houdt, wordt
een blauw AF-kader weergegeven en worden
de scherpstelling en belichting continu
aangepast.
Maak de opname.
●
Druk de sluiterknop helemaal in.
Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. Als er weinig licht is,
wordt de flitser automatisch geactiveerd.
Het lampje knippert groen terwijl het beeld
wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
De foto verschijnt gedurende enkele
seconden op het scherm.
●
Terwijl de foto nog op het scherm staat,
kunt u al op de sluiterknop drukken
om een volgende foto te maken.
weergegeven.
Foto's maken
25