Smartphone Link status. Selecteer om verbinding te maken
met de Smartphone Link app en live verkeersinformatie en
andere Live Services te ontvangen
telefoon en verbinding maken met Smartphone Link,
pagina
13). Als het pictogram blauw is, is het toestel
verbonden met de Smartphone Link app.
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te
geven
(De weersverwachting weergeven, pagina
Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's
en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer
om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd
ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer
of
om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd
of
ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer
om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer een optie:
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer
om het geluid te dempen.
• Selecteer
voor extra opties.
Automatisch volume inschakelen
Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op
basis van achtergrondgeluiden.
1
Selecteer Volume >
.
2
Selecteer Automatisch volume.
De audiomixer gebruiken
U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor
verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of
telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een
percentage van het hoofdvolume.
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer
> Audiomixer.
3
Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume
in te stellen.
De helderheid van het scherm aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
2
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Voertuigprofielen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt
aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie-
en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype
afzonderlijk worden aangepast.
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of
onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de
2
afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig
die u hebt ingevoerd.
(Koppelen met uw
Een voertuigprofiel toevoegen
U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper
waarvoor u uw Camper 770 toestel gebruikt.
1
19).
2
3
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel
bewerken en aanvullende gegevens invoeren, zoals het
voertuigidentificatienummer of het trailernummer.
Een voertuigprofiel activeren
Voordat u een voertuigprofiel kunt activeren, moet u het profiel
eerst toevoegen.
1
2
3
Een voertuigprofiel bewerken
U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of
u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid,
toevoegen aan een voertuigprofiel.
1
2
3
Propaantanks toevoegen
Als u propaangastanks aan uw voertuigprofiel toevoegt, vermijdt
het toestel routes door gebieden waar beperkingen op
propaantanks uw route mogelijk beïnvloeden. Het toestel geeft
ook een waarschuwing wanneer u een gebied nadert waar u uw
propaantanks dient uit te schakelen.af te sluiten.
1
2
3
4
Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen
alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk
voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel >
Selecteer een optie:
• Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Camper.
• Als u een camper wilt toevoegen die met een
standaardkoppeling achter een voertuig wordt getrokken,
selecteert u Caravan.
• Als u een camper wilt toevoegen die met een
opleggerkoppeling achter een vrachtwagen wordt
getrokken, selecteert u Vijfde wiel.
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
in te voeren.
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
Selecteer een voertuigprofiel.
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven,
inclusief de afmetingen en het gewicht.
Selecteer Selecteer.
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
Selecteer een optie:
• Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen, selecteert u
en vervolgens het te wijzigen veld.
• Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen,
selecteert u
>
> Wijzig profielnaam.
• Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u
> Wis.
Selecteer
.
Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
Selecteer
> Propaantanks > Voeg tank toe.
Voer het gewicht van de propaantank in en selecteer Sla op.
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder
LET OP
.
>
Voertuigprofielen