2.2 Bekabelingsinstallatie
• De opladers communiceren via een bekabelingssysteem dat de opladers verbindt met die
ernaast.
• De bekabeling bestaat uit een CAN-low (CAN-L) en een CAN-high (CAN-H) lijn.
• We raden het volgende kabeltype aan: Ethernet klasse 5E geen schild, 1 paar.
• Een totale maximale lengte van 250 m kan geïnstalleerd worden.
BEKABELING COPPER, COMMANDER 2 EN PULSAR PLUS
T
Copper, Commander 2 en Pulsar Plus hebben twee sleuven voor in- en uitvoerbekabeling, zodat de
verbinding in de oplader plaatsvindt.
CAN-H
Copper
T-verbinding
De polariteit van de bekabeling moet altijd worden
gerespecteerd:
CAN-H moet worden verbonden met de CAN-H-terminal.
CAN-L moet worden verbonden met de CAN-L-terminal.
8
NT
CAN-H
CAN-L
Copper
NT-verbinding
NT
CAN-L
CAN-L
Pulsar Plus of
Commander 2
NT-verbinding
T
CAN-L
CAN-H
Pulsar Plus of
Commander 2
T-verbinding
CAN-H