Geocaches downloaden via een computer
U kunt geocaches handmatig op uw toestel laden via een
computer
(Het handheld-toestel aansluiten op een computer,
pagina
13). U kunt de geocachebestanden in een GPX-
bestand plaatsen en importeren naar de GPX-map op het
toestel. Met een premium abonnement op geocaching.com kunt
u de "pocket query" functie gebruiken om een grote groep
geoaches op uw toestel te laden als een enkel GPX-bestand.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar
www.geocaching.com/play
3
Maak, indien nodig, een account.
4
Meld u aan.
5
Volg de instructies op geocaching.com om geocaches te
zoeken en naar uw toestel te downloaden.
Een geocache zoeken
Voordat u naar een geocache kunt navigeren, moet u een of
meer geocaches op het toestel hebben geladen.
1
Selecteer in het hoofdmenu Extra > Geocaches.
2
Selecteer een geocache.
3
Selecteer Ga.
Wanneer een geocache wordt gevonden, wordt de cache door
het handheld-toestel als gevonden gemarkeerd, wordt een
aantekening in de agenda gemaakt, en wordt de dichtstbijzijnde
cache weergegeven.
De lijst met geocaches filteren
U kunt de lijst met geocaches filteren op basis van verschillende
factoren, bijvoorbeeld de moeilijkheidsgraad.
1
Selecteer in het hoofdmenu Extra > Waarheen? >
Geocaches > MENU > Filter toepassen > Snelfilter.
2
Selecteer de items die u wilt filteren.
3
Selecteer Zoek.
Uw eigen geocachefilters bewerken
1
Selecteer Stel in > Geocaches > Filter instellen.
2
Selecteer een filter.
3
Selecteer een item dat u wilt bewerken.
Een geocachefilter maken en opslaan
U kunt uw eigen filters voor geocaches maken op basis van
specifieke factoren. Nadat u het filter hebt gemaakt, kunt u dat
op de lijst met geocaches toepassen.
1
Selecteer Stel in > Geocaches > Filter instellen > Filter
maken.
2
Selecteer de items die u wilt filteren.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Zoek om het filter toe te passen op de lijst met
geocaches.
• Selecteer BACK om het filter op te slaan. Als u het filter
opslaat, wordt er automatisch een naam aan het filter
toegekend. Via de lijst met geocaches hebt u toegang tot
uw eigen filters.
chirp
™
Een chirp is een klein Garmin
geprogrammeerd en in een geocache wordt achtergelaten. U
kunt uw toestel gebruiken om een chirp te vinden in een
geocache. Raadpleeg voor meer informatie over de chirp de
chirp gebruikershandleiding op www.garmin.com.
Zoeken naar chirp inschakelen
1
Selecteer Stel in > Geocaches.
2
Selecteer chirp zoeken > Aan.
Toepassingen
.
accessoire dat wordt
®
Een geocache met een chirp zoeken
1
Selecteer in het hoofdmenu Extra > Waarheen? >
Geocaches > MENU > Toon chirp-details > Ga.
2
Begin met navigeren naar een geocache.
Als u zich binnen een afstand van 10 m (33 ft.) van een
geocache met een chirp toestel bevindt, worden de gegevens
van het chirp toestel weergegeven.
3
Selecteer indien beschikbaar Ga om naar de volgende fase
van de geocache te navigeren.
De stopwatch openen
Selecteer Extra > Stopwatch.
Satellietpagina
Op de satellietpagina wordt de volgende informatie
weergegeven: uw huidige locatie, de GPS-nauwkeurigheid, de
satellietlocaties en de signaalsterkte.
De satellietweergave wijzigen
In de standaard satellietweergaven bevindt het noorden zich
boven aan het scherm. U kunt de satellietweergave zo wijzigen
dat de richting van uw huidige spoor aan de bovenkant van het
scherm wordt weergegeven.
1
Selecteer Extra > Satelliet.
2
Selecteer MENU > Koers boven.
GPS uitschakelen
1
Selecteer Extra > Satelliet.
2
Selecteer MENU > Gebruik met GPS uit.
Een locatie simuleren
Voordat u een locatie kunt simuleren, moet GPS zijn
uitgeschakeld.
1
Selecteer Extra > Satelliet.
2
Selecteer MENU > Stel locatie op kaart in.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Gebruik.
Verzenden van hondengegevens
uitschakelen
Het handheld-toestel verzendt standaard de hondengegevens
naar compatibele toestellen. U kunt voorkomen dat andere
compatibele toestellen uw gegevens kunnen zien door de
gegevensverzending uit te schakelen. Raadpleeg de
handleiding van het compatibele toestel voor meer informatie.
Selecteer Stel in > Honden > Zend hondgegevens uit >
Uit.
Reddingsmodus inschakelen
Voordat u de reddingsmodus kunt inschakelen, moet u het
halsbandtoestel inschakelen en binnen 3 m (10 ft.) van het
handheld-toestel brengen.
Als u bang bent dat uw hond zoekraakt en dat de batterij
opraakt, kunt u de reddingsmodus inschakelen. De
reddingsmodus verlengt de levensduur van de batterij in het
halsbandtoestel, zodat u meer tijd hebt om de hond te vinden. U
kunt de levensduur van de batterij verlengen door een
batterijbesparende modus met laag energieverbruik in te
schakelen via uw handheld-toestel. Dit verlaagt de frequentie
waarmee het halsbandtoestel de positie van de hond doorgeeft
aan het handheld-toestel.
1
Selecteer een hond op de hondenvolgpagina.
De pagina met hondinformatie verschijnt.
2
Selecteer MENU > Reddingsmodus.
9