Inhoudsopgave
Advertenties
12 - OPTIES
Vorstbeveiliging
De beschermingslimieten tegen lage druk en tegen vorst van de
verdamper zijn afhankelijk van de antivriesconcentratie in het
watersysteem.
Het temperatuurverschil tussen het koudemiddel en het uittredewater
van de verdamper (LWT – SST) en de bescherming tegen bevriezing
zijn afhankelijk van dit gehalte.
Het is daarom van groot belang om bij de eerste inbedrijfstelling
goed de antivriesconcentratie in het watersysteem te controleren
(laat het water gedurende 30 minuten circuleren om een goed
homogeen mengsel te krijgen voordat u de meting doet).
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant of de leverancier voor het
bepalen van de stollingstemperatuur aan de hand van de gemeten
concentratie.
De minimale temperatuur van de vorstbescherming moet worden
ingevoerd in de parameters van de regelaar van de unit.
Met deze waarde kunnen de volgende beschermingen geconfigureerd
worden:
1. Vorstbeveiliging van de verdamper.
2. Beveiliging lage druk.
Ter informatie, afhankelijk van de in ons laboratorium gebruikte
antivriesmiddelen, geeft onze leverancier de volgen de
beschermingswaarden (deze waarden kunnen verschillen per
leverancier):
Vereiste glycolconcentratie
Vorstcurve voor ethyleen- en propyleenglycol
Minimale vorstbeschermingstemperatuur (°C)
Ethyleenglycol (%)
Propyleenglycol (%)
Minimum temperatuur van de vorstbescherming
afhankelijk van de wateruittredetemperatuur.
Minimale vorstbeschermingstemperatuur in functie
van de water uittredetemperatuur (voorbeeld)
Wateruittredetemperatuur (°C)
Als bijvoorbeeld, in de vorige curves een massaconcentratie van
35% ethyleenglycol in het circuit is gemeten, dan moet u in de
software als waarde voor de vorstbescherming -19,1°C invoeren.
Dit komt overeen met een minimale water uittredetemperatuur van
-9.6°C. Het controlepunt moet daarom worden aangepast.
■ Het is van groot belang om (ten minste) eenmaal
per jaar het glycolpercentage te controleren en
de waarde van de vorstbescherming in de
software aan te passen naar gelang het gemeten
percentage.
■ Deze procedure moet altijd worden uitgevoerd
nadat water op antivriesoplossing is bijgevuld.
■ Houd u aan de minimale vorstbeschermings-
temperatuur in functie van de wateruittrede-
temperatuur.
OPMERKING:
■ Voor een vorstbeveiliging van de eenheid bij een lage
l u c h t t e m p e r a t u u r, m o e t h e t g l y c o l p e r c e n t a g e
dienovereenkomstig worden aangepast.
■ Het maximum glycolpercentage voor units voorzien van een
hydromodule is 45%.
■ Om onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken, wordt
aanbevolen om afsluiters te installeren stroomopwaarts en
stroomafwaarts van de machine
12.2.2 - Hydromodule zonder variabel toerental
De belangrijkste waterzijdige componenten van de in de fabriek
ingebouwde hydromodule zijn: gaasfilter, veerveiligheid en
waterpomp.
De druk van de pomp met een vast toerental zorgt voor het nominale
waterdebiet in het systeem.
Er zijn verschillende typen waterpompen leverbaar voor alle
mogelijke toepassingen:
■ Enkele of dubbele lagedrukpomp
■ Enkele of dubbele hogedrukpomp.
Het nominale debiet van het systeem moet worden aangepast met
behulp van een handmatige inregelafsluiter, levering installateur.
Het veiligheidsventiel, dat op de waterintrede van de pomp is
gemonteerd, begrenst de waterdruk tot 400 kPa (4 bar).
Een (voor onderhoud) eenvoudig te verwijderen gaasfilter is aan de
kant van de waterintrede van de pomp geplaatst en beschermt de
pomp en de platenwarmtewisselaar tegen vaste deeltjes die groter
zijn dan 1,2 mm.
Indien nodig zijn aanvullende opties te bestellen:
■ Bescherming van de hydromodule tot een buitentemperatuur
van -20 °C.
■ Expansievat.
■ Extra filter (maaswijdte = 800 μm) voor een betere bescherming.
Het gebruik van de hydromodule in een open
systeem is verboden.
12.2.3 - Hydromodule met variabel toerental
De samenstelling van de hydromodule met variabele is vergelijkbaar
met die van de hydromodule zonder variabel toerental.
In dit geval wordt de pomp geregeld door een frequentieregelaar
die het nominale debiet van de pomp aanpast in overeenstemming
met de gekozen debietregeling (constant druk- of temperatuurverschil,
vast debiet) en de bedrijfscondities van het systeem.
Het gebruik van de hydromodule in een open
systeem is verboden.
NL-73
AQUACIAT
POWER
™ LD/ILD
Advertenties
Inhoudsopgave
