Software installeren voor netwerkcomputers
Als u de software op netwerkcomputers wilt installeren, moet op de
computers ofwel Windows 95, 98, Millennium Edition, 2000 of NT 4.0
worden uitgevoerd, ofwel Mac OS 8.6 of 9.0. Computers die zijn
uitgerust met de software van het apparaat kunnen gebruik maken
van alle functies van het apparaat die beschikbaar zijn op het
netwerk. Computers die niet zijn uitgerust met de software van het
apparaat kunnen uitsluitend afdrukken naar het apparaat via het
netwerk.
Voor gebruikers van IPX/SPX: U dient het IPX/SPX-protocol in de
directe modus te gebruiken. Op de configuratiepagina's die u heeft
afgedrukt bij stap 3 op pagina 40 vindt u het adres van de LAN-
hardware die u nodig heeft voor de installatie van de software.
Voor gebruikers van TCP/IP: Gebruik de software van het apparaat
uitsluitend voor het maken van een netwerkverbinding met de printer.
Het is mogelijk dat andere software niet werkt. Op de
configuratiepagina's die u heeft afgedrukt bij stap 3 op pagina 40
vindt u het IP-adres, de standaard gateway en informatie over het
subnetmasker die u nodig heeft voor de installatie van de software.
Indien de computer reeds is uitgerust met een
computerfaxprogramma
Het PC-faxprogramma dat bij het product is meegeleverd is het enige
PC-faxprogramma dat werkt in combinatie met de ingebouwde
modem van het product. Wanneer u uw computerfaxprogramma wilt
blijven gebruiken, dan kunt u het programma alleen gebruiken met de
modem die u reeds heeft en niet met het apparaat.
Indien de computer reeds is uitgerust met scannersoftware
Het apparaat wordt geleverd met scannersoftware. U kunt deze
software gebruiken of andere TWAIN-compatibele scannersoftware
die compatibel is met het product. (TWAIN is een bedrijfsstandaard.)
Zie het bestand Readme.txt voor een lijst met programma's die zijn
getest op compatibiliteit met de HP LaserJet 3150.
De installatie voltooien 41
DU